De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch is ongerust over de wetten die België recent heeft aangenomen na de terreuraanslagen van Parijs en Brussel. Ook de manier waarop de politie optreedt tijdens huiszoekingen, arrestaties, ondervragingen en controles op straat is ‘problematisch’ en ‘zorgwekkend’.
Op basis van eigen onderzoek tijdens drie bezoeken aan België heeft de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) het rapport Reden tot bezorgdheid – De Belgische Terrorismebestrijdingsmaatregelen na de Aanslagen in Parijs en Brussel gepubliceerd op 4 november 2016.
Eigen onderzoek
Medewerkers van HRW ondervroegen 23 personen die fysiek of verbaal geweld aankloegen en 10 familieleden en advocaten van personen die stellen slachtoffer te zijn geweest van misbruik door de politie, patrouillerende militairen of gevangenispersoneel. Daarnaast spraken zij met 30 Belgische activisten, overheidsambtenaren, politieagenten en journalisten. Verder heeft de organisatie 30 nieuwe wetten en lopende wetsvoorstellen onderzocht en mediaclips en sociale media bekeken.
Letta Taylor is terrorisme-onderzoeker bij HRW en hoofdauteur van het rapport. Tijdens de persconferentie toont zij begrip en respect voor de situatie waarin België zich bevindt na de aanslagen. “Natuurlijk moet België de verantwoordelijken vervolgen en berechten. Dat moet echter gebeuren met volle respect van de democratie. De VN heeft meermaals bevestigd dat onderzoek en vervolging van terreurdaden wel degelijk kan en moet binnen het kader van nationaal en internationaal aanvaarde normen op vlak van de mensenrechten.”
Zij vreest dat de methodiek van het politieoptreden in het kader van de strijd tegen het terrorisme dikwijls contrapoductief werkt door het onnodig hardhandige karakter van huiszoekingen, arrestaties, ondervragingen en controles op straat: “Het hardhandige politieoptreden tijdens invallen in woningen kan leiden tot een vervreemding van juist die gemeenschappen die de dreiging mee het hoofd kunnen bieden.”
Vier zorgwekkende methodes
HRW is in hoofdzaak bezorgd over vier aspecten van de Belgische strijd tegen terrorisme:
- verdachten van terrorisme – die nog niet veroordeeld zijn – worden maandenlang geïsoleerd op een manier die ook heel anders zou kunnen; de doelstelling is het tegengaan van radicalisering door het uitsluiten van sociale contacten met andere gevangenen; dat kan volgens HRW evengoed op een veel humanere manier georganiseerd worden; de huidige methodes van isolering zijn volledig buiten proportie: “Langdurige eenzame opsluiting is een wrede, onmenselijke en vernederende behandeling, die kan neerkomen op foltering”;
- het wettelijk kader voor het schorsen van paspoorten en identiteitskaarten is te vaag en te ruim en houdt teveel risico’s in voor het inperken van de rechten van onschuldigen;
- de wetgeving die bestraffing van aanzetten tot terrorisme omschrijft is veel te algemeen bepaald is en biedt de mogelijkheid tot het inperken van het recht op vrije meningsuiting;
- soldaten op straat zijn geen adequate oplossing; zij zijn niet geschikt voor openbare veiligheid, hun ervaring met peacekeeping in andere landen is niet toepasbaar in eigen land.
Patroon van disproportioneel politiegeweld
HRW is van mening dat er zeer geloofwaardige getuigenissen zijn die wijzen op een patroon van politie-wangedrag. “Zo geraken moslims geprangd tussen de discriminerende behandeling door de politie en de dreiging die ze ondervinden van IS en anderen, omdat ze hen niet willen steunen.”
Positief is dat België geen systeem van noodtoestand heeft. “Hier moet elke huiszoeking nog een bevelschrift van een rechter hebben”. In Frankrijk is dat onder de noodtoestand niet nodig en daar leidt dit tot massale huiszoekingen, waarvan het overgrote deel achteraf bij onschuldige burgers blijkt te zijn gepleegd.
Slachtoffers van politiegeweld klagen er ook over dat vernietigingen van huisraad tijdens huiszoekingen niet worden vergoed, zelfs niet worden erkend, dat in beslag genomen voorwerpen zoals gsm’s en laptops niet worden teruggegeven, ook lang nadat onschuld is vastgelegd.
België – notabene het land waar de statistiek werd uitgevonden – is niet eens in staat om degelijke statistische gegevens te verzamelen over huiszoekingen, arrestaties en ondervragingen, zo stelden de onderzoekers vast tijdens hun contacten met overheidsambtenaren. “Het Comité P is niet in staat om afzonderlijke cijfers te geven over specifieke klachten van politiemisbruik in het kader van terrorismebestrijding.”
“Publieke opinie wil meer”
Volgens HRW hebben vertegenwoordigers van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon verklaard dat alle klachten van mogelijk politiemisbruik worden onderzocht. “Er is echter geen sprake van een patroon of een beleidskeuze in die richting”.
Letta Taylor vermeldt ook dat haar gesprekspartners van mening zijn dat de aanpak van de Belgische overheid “eigenlijk nog zeer gematigd is”, als ze wordt vergeleken met de “vragen en eisen van sommige delen van de publieke opinie.” Taylor: “Dat maakt die maatregelen niet meer aanvaardbaar. Er zijn nu eenmaal internationale normen die moeten worden gerespecteerd.”
“Er komen niet eens excuses als er vergissingen zijn”, verklaart een van de getuigen (zie het filmpje hieronder, met Nederlandse ondertitels, 5:22)) dat HRW over zijn Belgisch onderzoek heeft gemaakt. “We worden uitgescholden voor ‘vuile Arabier’ en ’terrorist’, geslagen en gestompt en als we dan onschuldig blijken te zijn worden we gewoon het commissariaat uitgegooid.” Er zijn ook veel klachten van jongeren die voortdurend worden gecontroleerd op straat, door politieagenten die al perfect weten wie ze zijn.
HRW stelt voor dat personen die op straat worden ondervraagd of gefouilleerd telkens onmiddellijk een formulier zouden krijgen dat de politieactie bevestigt. “Op die manier kunnen ze aantonen of er inderdaad een patroon is in dit soort praktijken. Nu kan dat niet, omdat er geen enkel bewijs wordt vastgelegd door de betrokken agenten.”
Human Rights Watch persmededeling: België: Reactie op Aanslagen Leidt tot Bezorgdheid over Rechten: Te ruime wetten en Hardhandig Politieoptreden Ondermijnen Terrorismebestrijding
Human Rights Watch rapport: Reden tot Bezorgdheid – De Belgische Terrorismebestrijdingsmaatregelen na de Aanslagen in Parijs en Brussel