Marcelo Odebrecht, hoofd van gelijknamig bouwbedrijf Odebrecht, heeft bekend dat zijn bedrijf in mei 2014 10 miljoen real (2,8 miljoen euro) heeft betaald aan de partij PDMB van huidig president Michel Temer, voor illegale financiering van de parlementaire verkiezingscampagne. Temer, toen vice-president, was persoonlijk aanwezig bij de vergadering waar die deal werd gesloten.
In het kader van het grootschalig corruptieonderzoek (met de bijnaam Lava Jato of Carwash) door het Braziliaanse gerecht – dat nog onder vorig president Dilma Rousseff werd gestart – over corruptie in het staatsoliebedrijf Petrobras, wordt Marcelo Odebrecht al meerdere maanden vastgehouden en ondervraagd. Zijn bouwbedrijf Odebrecht zou via grootschalige omkoperij van politici en ambtenaren meerdere bouwcontracten voor Petrobras en voor andere overheidsdiensten in de wacht hebben gesleept.
Marcelo Odebrecht was regelmatig te gast op het jaarlijkse World Economic Forum in Davos (WikiMedia Commons)
Odebrecht heeft nu bevestigd dat hij in mei 2014 in het Palácio do Jaburu, de residentie van de vice-president, een afspraak heeft gemaakt met (toenmalig) vice-president Michel Temer (nu president na de afzetting van Dilma Rousseff) en Eliseu Padilha, nu minister in de regering van president Temer. Zij kwamen daar overeen dat Odebrecht 10 miljoen Braziliaanse real (2,826.106 euro) zou storten op een rekening die de PDMB, de partij waar Temer voorzitter van is, voor illegale financiering van hun campagne voor de parlementaire en presidentiële verkiezingen van 5 oktober 2014. Financiering van politieke partijen is in Brazilië geregeld volgens wetten die grote gelijkenis tonen met wetgeving in Europese landen als België. Partijen krijgen geld van de overheid a rato van hun electoraal gewicht bij de vorige verkiezingen. Alle privé-donoren moeten bekend zijn en het totaalbedrag privé-financiering is beperkt.
Virtuele wetgeving
In werkelijkheid laten alle politieke partijen en individuele politici zich ruim boven dat wettelijk toegestane bedrag geld toestoppen, grotendeels voor het financieren van mediacampagnes, in de privé-media die het medialandschap in Brazilië bijna volledig domineren. Individuele politici laten zich daarnaast gul vergoeden voor het verlenen van hand- en spandiensten. Dat omvat onder meer het stemmen en promoten van gunstige wetgeving voor de bedrijfswereld en de media en voor het bekomen van overheidsopdrachten.
Het Braziliaanse politieke systeem is altijd al door en door corrupt geweest. Zelfs delen van de socialistische Arbeiderspartij PT van presidenten Lula en Rousseff waren er door besmet. Dat is ook deels de reden waarom Rousseff uiteindelijk kon worden afgezet. Een aantal parlementsleden van haar eigen PT stemden ook voor haar afzetting, omdat ook zij vreesden ten onder te gaan in het corruptieonderzoek.
Ironisch genoeg werd Rousseff niet eens van corruptie verdacht. Ze werd afgezet voor vermeend knoeien met de begrotingscijfers, door nog uit te voeren betalingen als reeds vervuld te registreren. Daarmee kon ze de begrotingscijfers voor de verkiezingen van 2014 opsmukken en een betere situatie voorwenden. Dit is een praktijk die in zowat alle landen ter wereld werd en wordt toegepast. De huidige en vorige Belgische regeringen doen het ook. Dat is politiek verwerpelijk maar niet onwettig.
De oligarchie regeert terug
President Temer werd al veroordeeld voor fraude met verkiezingsgeld in een andere zaak. Het vonnis van de rechtbank omvat onder meer de bepaling dat Temer acht jaar lang niet aan verkiezingen mag deelnemen en geen politiek mandaat mag opnemen. Dat vonnis wordt echter niet uitgevoerd omdat hij als staatshoofd immuniteit geniet.
Grote kranten als de Folha São Paulo hebben zich chter de campagne geschaard om Rousseff af te zetten wegens ‘corruptie’. Dat ze nu huidig president Temer viseren voor corruptie kan dus contradictorisch lijken maar is het niet. Temer heeft het voornaamste doel van de economische oligarchie vervuld: het verwijderen van Rousseff van de macht.
Hoe inschikkelijk zij en haar voorganger Lula ook warenvoor de Braziliaanse zakenwereld, het gebruiken van een deel van de economische winsten voor sociale programma’s bleef voor de oligarchie onaanvaardbaar. Zij vrezen echter dat een opkomende middenklasse vragen gaat stellen bij de onrechtmatige verdeling van de welvaart in Brazilië. Het vooruitzicht dat Lula in 2018 opnieuw presidentskandidaat zou zijn (in Brazilië mag een president maximaal twee opeenvolgende termijnen regeren, na een onderbreking kan hij echter terug kandidaat zijn) was voor hen een brug te ver. Hier moest een einde aan komen.
Politici ten dienste van de oligarchie
De Braziliaanse oligarchie heeft het politieke systeem altijd al gedomineerd, maar politici komen zelden rechtstreeks uit eigen rangen. Eerder zijn politici in Brazilië figuren die zich via hun politieke connecties verrijken. Dat garandeert hen enerzijds permanente deelname aan de macht, maar maakt hen ook zwak, omdat de oligarchie er niet aan twijfelt om politici die hen al jaren goed hebben bediend te laten vallen als het dat zo uitkomt.
President Temer heeft voor de oligarchie in feite al afgedaan. Zijn taak is vervuld. De oligarchie kent daarenboven de peilingen. In eerlijke verkiezingen zou Temer geen schijn van kans maken tegen eender welke kandidaat van de PT, die ondanks haar betrokkenheid bij de corruptieschandalen, nog altijd veel populairder is bij de gewone Braziliaan dan alle andere politieke partijen.
Temer moet van de recente bekentenis van Marcelo Odebrecht voorlopig niet bang zijn. Als zetelend president is hij ongenaakbaar. Op lange termijn ligt dat wel anders. Hij kan echter niets anders doen dan verder regeren en hopen dat het tij wel zal keren tegen de tijd dat zijn presidentieel mandaat afloopt in 2018. De Senaat heeft immers (na de Kamer) een wet gestemd die neerkomt op een algemene amnestie voor corruptie. Bovendien gaat hij verder met een hard neoliberaal beleid van sociale afbraak, wat de bedrijfswereld toch gunstig zal stemmen.
Bron: Marcelo Odebrecht confirma à Lava Jato versão de delator sobre Temer