De federale regering Michel heeft Sophie Dutordoir benoemd tot opvolger van Jo Cornu aan het hoofd van de NMBS. Daarmee bevestigt de regering haar ware bedoelingen. Dutordoir is de ideale kandidaat om het idee van de trein als sociale dienstverlening verder onderuit te halen. Daar heeft zij uitstekende geloofsbrieven voor.
De argeloze krantenlezer en tv-kijker heeft de voorbij weken kunnen aanschouwen hoe een traditionele politieke stoelendans werd uitgevoerd om huidig NMBS-baas Jo Cornu te vervangen. Alle klassieke overwegingen passeerden de revue.
De regering heeft met Sophie Dutordoir zonder enige twijfel de ‘meest geschikte’ kandidaat gekozen. Zij was door een onafhankelijke headhunter immers aangewezen. Meerderheidspartijen die ooit van een nieuwe politieke cultuur zonder nepotisme een verkiezingsthema maakten waren er ondertussen als de kippen bij om ook hun deel van de buit in de wacht te slepen.
Is een selectie van kandidaten door een onafhankelijke headhunter dan geen degelijke, objectieve manier om een kandidaat te vinden? Zeker, treinreizigers en belastingbetalers mogen er gerust in zijn. Die headhunter heeft de juiste kandidaat verkozen. Sophie Dutordoir beantwoordt volledig aan de criteria die door de regering werden voorgelegd aan de headhunter om zijn selectie te maken.
Twee pijlers, ideologie en geld
De NMBS heeft een nieuwe baas die het huidige overheidsbeleid onverminderd zal verder zetten. Dat beleid heeft twee pijlers.
Eerst en vooral voert deze regering een beleid dat de taken van de overheid, zeker de sociale taken, wil afbouwen. Het idee dat de overheid een sociale rol te spelen heeft is voor de huidige regeringsmeerderheid uit den boze. Weg ermee. De NMBS is het voorbeeld par excellence van een actieve welvaartsstaat. Een performante NMBS – in de zin zoals de gewone treinreiziger dat zou begrijpen – is in die optiek géén doelstelling.
Een tweede peiler van dit beleid is een afgeleide van de eerste peiler. Openbare taken van de overheid moeten het met steeds minder geld doen. Dat is een dogmatisch standpunt waar niet van wordt afgeweken.
Ons kent ons
Sophie Dutordoir heeft voldoende bewezen dat zij thuis is in de ‘diepe staat’ in België, dat organisch, vormeloze geheel van economische en politieke belangengroepen, die elkaar kennen en begrijpen, elkaar steunen en verdedigen, op elkaars recepties en huwelijksfeesten samenkomen en naar buiten de fictie in stand houden dat ze niet bestaan, dat het allemaal overdreven wordt, enzovoort. Haar passage langs CVP-kabinetten (CD&V) in het begin van haar carrière was al een goede start, zo hebben wel meer Belgen het gemaakt in de privé- en de openbare sector.
Het is echter vooral als grote baas van Electrabel dat zij heeft getoond goed haar weg te vinden in dat amorfe geheel van traditionele politieke en economische milieus. Vandaag verspreiden die cenakels nog steeds de mythe van een machtig Electrabel dat de politieke leiding van dit land zijn wil kan opleggen, van een staat binnen de staat. Niets is minder waar.
Electrabel
Wat Dutordoir en haar voorgangers bij Electrabel goed verstonden was de kunst om de consensus van de ‘diepe staat’ te vertalen naar de belangen van Electrabel. Zoals elke baas voor haar begreep zij dat het haar taak was de politieke elite het voorwendsel te bieden dat niet de democratisch verkozen politici maar ‘Electrabel’ de lakens uitdeelde.
Zo verdedigde zij zelfverzekerd dat het normaal is dat de elektriciteitstarieven in België van de duurste in Europa zijn en dat Electrabel bijna geen belastingen betaalt op zijn winsten. Het idee dat elektriciteit een dienst zou zijn is voor haar ongehoord. Elektriciteit is geen maatschappelijk recht maar een consumptieproduct, puur en simpel.
Electrabel is ook het bedrijf dat winsten maakt door de NMBS dure tarieven aan te rekenen voor zijn stroomverbruik. Op de vrije markt zou een zo groot speler een korting kunnen afdwingen. De NMBS mag dat niet van de regering. Tussen 2005 en 2010 werden de tarieven voor de NMBS verdubbeld. Dutordoir?
Woorden en definities
Net als haar voorgangers Jo Cornu en vooral Marc Descheemaecker is Sophie Dutordoir overtuigd van de evidentie van het neoliberalisme, die ideologie die zijn eigen bestaan ontkent. Net als haar voorgangers verstaat zij de kunst van woorden en definities. Performant, modern, prestatiegericht, efficiënt, klantvriendelijk, het zijn termen die eender wat betekenen (maar nooit de letterlijke betekenis in het woordenboek, zoals bijvoorbeeld een treinreiziger die zou begrijpen).
Een eerlijke zaakvoerder van de NMBS zou zeggen dat de opdrachten die de overheid oplegt niet realiseerbaar zijn met de middelen die er aan verbonden worden. Dat zal ook Dutordoir nu niet doen. Besparingen blijven dus een evidentie. De NMBS moet blijven meer doen met minder. De NMBS zal ook onder haar bestuur niet beter worden, tenminste niet beter voor de treinreizigers, wel ‘beter’ voor de regering en de politiek-economische consensus die zij verdedigt.
De top van de NMBS wordt ondertussen nog verder gepolitiseerd om de N-VA als nieuwkomer in het establishment ook zitjes te geven in de beheersstructuren. Dat is op zich begrijpelijk, de andere partijen doen het immers ook. Het is wel volledig in tegenspraak met de verkiezingsbeloftes van de partij. Maar ook dat is niet uniek.
Business as usual
Met Dutordoir zal de NMBS vlot verder gaan op het pad van de afbraak van de openbare dienstverlening. Binnen enkele jaren zal de NMBS nog steeds met de identieke problemen worstelen van vandaag: geen investeringen in het Gewestelijk Expresnet rond Brussel, overvolle piekuurtreinen, vertragingen, gemiste aansluitingen, verdere sluiting van niet-rendabele lijnen en/of stations. Ook de absurde splitsing van de NMBS/Infrabel zal Dutordoir niet in vraag stellen.
Dutordoir zal de boodschap verkondigen dat het weeral de schuld is van de spoorvakbonden en het personeel, niet van de overheid. De mainstream media zullen met hun eenzijdige berichtgeving doorgaan, terwijl ze de dagelijks toenemende files als neutraal nieuws naast het weerbericht zullen blijven brengen. De fileberichten zullen ook de komende jaren geen gelegenheid zijn om te wijzen op de essentiële taak van het openbaar vervoer in de strijd voor het klimaat.
“Stakende spoormensen zijn de klimaatactivisten van de éénentwintigste eeuw” Naomi Klein
De treingebruiker blijft bij dit alles het eenzame slachtoffer. Dutordoir zal net als haar voorgangers het tegendeel beweren. Beleidskeuzes hoor je echter niet op hun uitgesproken intenties te beoordelen maar op hun effectieve gevolgen. De regering blijft de enige verantwoordelijke voor de verdere afbraak van de openbare dienstverlening met de trein. Met Dutordoir heeft zij de ideale vrouw in huis om te doen alsof dat niet zo is, alsof de oorzaken van de problemen bij de NMBS zelf moeten worden gezocht.
Het gaat slecht met de NMBS omdat de regering dat wil. De benoeming van Dutordoir bevestigt die keuze.