De Britse mediacommentatoren zijn er al twee jaar zeker van: Jeremy Corbyn is ‘onverkiesbaar’. Hij wordt al zolang afgeschilderd als een extreem-linkse idioot die in het verleden leeft en toch stijgt hij in de peilingen. De Conservatieven blijven nog steeds de meest waarschijnlijke winnaars maar hun voorsprong wordt kleiner met de dag. Wat is er aan de hand?
De Britse media begrijpen deze evolutie niet. De voorbije twee jaar hebben ze Jeremy Corbyn consequent gedemoniseerd, belachelijk gemaakt, zijn uitspraken selectief weergegeven, feitjes opgeblazen tot ‘schandalen’. Kortom, met deze man was Labour gedoemd om te verliezen, Corbyn is immers ‘onverkiesbaar’.
De opiniepeilingen geven een ander beeld. Het is echter veel te vroeg voor de medestanders van Labour en Corbyn om er gerust in te zijn. De Conservatieve Partij haalt nog steeds gemiddeld 40 tot 45 procent in de peilingen. In feite zijn het niet zozeer de regerende Conservatieven die achteruitgaan, maar Labour die terug stemmen lijkt te winnen bij dat deel van de bevolking dat niet voor de Conservatieve Partij stemt.
Onbetrouwbare peilingen
Het blijft oppassen geblazen voor Labour. In het verleden hebben Britse opiniepeilers er al meer dan eens flink naast gezeten, zoals bij de laatste parlementsverkiezingen van 2015 en bij het Brexit-referendum van 2016.
De recente vooruitgang van Corbyn klopt dus niet volgens de analyses van de Britse mediacommentatoren. Corbyn zou volgens hen immers zwaar verliezen, maar stevent nu al af op een morele overwinning, zelfs al zou hij de Conservatieven niet van een nipte meerderheid afhouden. Die laatsten hebben nu een meerderheid van 16 zetels in het parlement, niet krap maar ook niet echt ruim, bovendien – zoals meestal in het Britse kiessysteem – is die meerderheid in het parlement niet gebaseerd op een meerderheid bij de bevolking.
Waarom schatten de Britse mediacommentatoren de situatie zo anders in dan wat de peilingen zeggen? Daar zijn volgens onafhankelijk journalist Neil Clark vijf redenen voor:
- De Conservatieve Partij heeft haar campagne volledig opgehangen aan Theresa May als boegbeeld (ook al kunnen alleen de kiezers van het landelijke Maidenhead voor haar stemmen, in een klein district ten westen van Londen waar nog nooit een andere partij die éne parlementszetel heeft behaald). De pogingen om haar als een ‘sterke en stabiele leider’ neer te zetten zijn faliekant mislukt. May blijkt de sociale empathie te missen om met gewone mensen om te gaan, is meer dan onhandig in interviews en reageert zichtbaar verkrampt op moeilijke of kritische vragen. Bovendien heeft ze geweigerd aan de tv-debatten deel te nemen.
- Jeremy Corbyn is zonder enige twijfel zeer onpopulair bij de meeste mediacommentatoren. Dat geldt echter niet voor gewone mensen. De vooroordelen die in middens van de Londense mediawereld circuleren maken het onmogelijk om objectieve commentaar te geven op Corbyn. Ook al is zijn politiek programma naar ideologische normen gematigd sociaal-democratisch, dat is voor de vertegenwoordigers van het centrum ‘uiterst links’. De verschuiving van het ideologische denkkader naar rechts is zeker geen uniek Brits fenomeen, net zomin als de kloof tussen de opinies van de meeste mediacommentatoren en de gewone burgers. Het is echter wel bijzonder zichtbaar in het Britse politieke systeem dat geen ervaring heeft met compromissen of regeringen gebaseerd op coalities van partijen.
- De Conservatieven waren zo zeker van zichzelf dat ze er geen been in zagen de harde sociale besparingen uit te breiden tot een deel van hun eigen natuurlijke kiespubliek, zoals oudere welvarende Britten met een degelijk pensioen. Die zouden voortaan hun gezondheidszorg zelf moeten betalen, wat de sensatiekranten vertaalden als de ‘dementia tax’. “Zij dachten zo ver voorop te zitten dat ze zich konden veroorloven om de oudere Britten te laten opdraaien voor de belastingverminderingen van de bedrijven en voor de eventuele kosten van een oorlog in Syrië”, aldus Clark.
- Na de moordende aanslag in Manchester verklaarde Jeremy Corbyn in zeer milde en evenwichtige bewoordingen dat het Britse buitenlandse beleid in het Midden-Oosten moet worden herbekeken. Hij werd door Conservatieve politici onmiddellijk neergesabeld als een goedprater van terrorisme. Uit opiniepeilingen blijkt echter dat Corbyns standpunt zeer mainstream is onder de bevolking (niet in de media). Bovendien, twee voormalige bazen van de Britse inlichtingendiensten hadden in het recente verleden al gewezen op het verband tussen westerse interventies in het Midden-Oosten en de toename van terroristische aanslagen in Europa.
- Wanneer Britten vragen krijgen over specifieke onderdelen van het politieke programma van Labour – zonder dat naar Labour wordt verwezen – blijkt dat de voorstellen van Corbyn zeer populair zijn. De hernationalisering van British Rail en van de National Health Service NHS (openbare gezondheidszorg) kan rekenen op meerderheden tot 70 procent in alle peilingen. Meer dan 62 procent van alle Britten zijn voorstanders van hogere belastingen voor hogere inkomens.
Corbyn is nog steeds ver verwijderd van een parlementaire meerderheid maar hij doet het in ieder geval veel beter dan zijn vijanden in de media en in de elite van zijn eigen partij zouden gewild hebben. Men mag echter niet vergeten dat dit dezelfde mediacommentatoren zijn die vol overtuiging de mythe van de massavernietigingswapens in Irak overnamen. Neil Clark stel zich daarom de vraag waarom iemand deze commentatoren nog ernstig neemt.
Een bijkomende mogelijke verklaring voor de recente vooruitgang van Corbyn in de peilingen is dat de media in verkiezingsperiodes meer gelijke aandacht moeten geven aan alle partijen en het over de inhoud van hun voorstellen moeten hebben. Heel wat kiezers komen nu voor het eerst in contact met Corbyns politieke programma.
Niets is zeker
Sommige Corbynista’s in binnen- en buitenland beginnen ondertussen al te dromen van een Labour-overwinning. Zij laten zich misleiden door dezelfde peilingen die ze op andere ogenblikken misprijzend weerlegden. Niets is zeker.
Er zou een kleine kans zijn dat de Conservatieven net géén parlementaire meerderheid halen (een zogenaamd ‘hung parliament’) maar dat tegelijk Labour niet genoeg zetels bijwint om een coalitieregering te vormen met de Schotse nationalistische partij (wat zelfs als dat mathematisch zou kunnen niet evident is).
De politieke impasse zou dan groter dan ooit zijn. De uittredende regering wordt dan immers verplicht de Brexit-onderhandelingen aan te vatten terwijl ze in eigen land moet onderhandelen over de vorming van een coalitieregering. Wordt vervolgd.