Vijf maanden was Yanis Varoufakis minister van financiën van Griekenland en onderhandelde hij met de Europese trojka over de Griekse schuldenberg. Hij schreef zijn ervaring neer in een schroeiend verslag ‘Adults in the Room- My battle with Europe’s Deep Establishment‘. Conclusie? Wat de trojka doet is nog extremer dan progressieve critici denken. Dit is een agenda voor een bikkelharde neoliberale ‘nieuwe orde’.
Het jaar 2015 was voor sociaal bewogen Europeanen cruciaal. Voor het eerst werd een regering in een EU-land gevormd, die openlijk inging tegen de sociale inleveringslogica van de Europese instellingen, in het deftige jargon ook bekend als ‘besparingen’. De linkse partij Syriza behaalde 36,3 procent van de stemmen in Griekenland.
Een vergiftigde bonus
Dankzij het Griekse electorale systeem kon Syriza daarmee als grootste partij de bonus van 50 extra parlementszetels1 opstrijken. Dat systeem had er na de fascistische dictatuur (1967-1974) tot 2015 voor gezorgd dat de twee grote machtspartijen, de sociaal-democratische PASOK en de conservatieve Nieuwe Democratie, er zeker van konden zijn dat steeds één van hen de regering zou vormen. De Nieuwe Democratie verloor slechts enkele procenten maar PASOK klapte in elkaar.
Hoe relatief een dergelijk consoliderend systeem is bleek vrij snel. Syriza had dan wel een parlementaire meerderheid (samen met de kleine rechtse partij ANEL) maar niet de reële macht die de traditionele partijen wel hebben. De partij kon ook niet terugvallen op de steun van de economische elites in binnen- en buitenland of van de Europese en financiële instellingen.
Reeds bij de eerste vergadering van de Eurogroep2 waar Varoufakis als kersvers minister van financiën aan deelnam in Brussel was het voor hem duidelijk: dit ging niet over de oplossing van de Griekse schuldenberg. Zijn voorstellen werden niet geapprecieerd. Niet zozeer omdat ze onaanvaardbaar waren – dat waren ze ook – maar vooral, omdat hij het aandurfde met voorstellen te komen.
“Zo werkt het hier niet”, was de boodschap. “Hier hoor je te luisteren naar de uitleg die we gaan geven over wat wij al beslist hebben voor deze vergadering begon”. Iets wat Varoufakis natuurlijk wel al wist, maar wat niemand officieel zal bevestigen – de vergaderingen van de Eurogroep zijn confidentieel en er worden geen verslagen gemaakt.
De schijn doorbreken
De vorige Griekse regeringen – net als de regeringen van andere EU-lidstaten – kwamen naar de Eurogroep met hun ‘voorstellen’ die in werkelijkheid waren geschreven door ambtenaren van de trojka in Athene en volgden de strikte richtlijnen van de trojka. Varoufakis deed echter meer dan die schijn doorbreken. Hij kwam met voorstellen die inhoudelijk doordacht waren.
Daar kon men het volgens hemzelf mee eens of oneens zijn, maar hij verwachtte wel inhoudelijke replieken. In plaats van debatten of tegenargumenten kreeg hij echter ijskoude minachting. “Ik had net zo goed de tekst van het Zweedse volkslied kunnen citeren.” Er werd niet eens naar hem geluisterd. Het enige wat men deed was wachten tot hij uitgesproken was en daarna overgaan tot de agenda, zoals hij was gepland. Dit alles onder de deskundige leiding van Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Eurogroep (waarover straks meer).
Varoufakis’ beschrijft het allemaal in zijn bekende stijl. Droog, met af en toe wat cynische humor. Zijn relaas is vernietigend voor zowat alle landen, regeringsleiders en vertegenwoordigers van de instellingen. Zelfs voor de redelijk geïnformeerde burger is dit een verbijsterend verslag. Het is nog erger dan men zich kon inbeelden. En voor Varoufakis staat één ding vast: met dit boek heeft hij zichzelf levenslang gegeven, hij zal nooit meer deel uit te maken van de politieke elite van de EU.
Wolfgang Schaüble
Duits Minister van Financiën Wolfgang Schaüble is de echte machthebber in dit grote geheel. Dat heeft niets te maken met zijn persoon zelf, maar met de reële economische en financiële machten waarvoor hij opkomt en die hij met bravoure en overtuiging verdedigt. Hij kwam er tijdens vergaderingen zeer regelmatig openlijk voor uit dat verkiezingen voor hem irrelevant waren in het bepalen van het beleid.
“Ik zou dit (de overeenkomsten die Griekenland moet ondergaan voor zijn schuldenprobleem) als Griek ook nooit aanvaarden.” Tijdens een informeel gesprek zegt Schaüble aan Varoufakis waar het volgens hem echt over gaat. Volgens Schaüble is het ‘overgenereuze’ Europese sociale model niet langer houdbaar en moet het verworpen worden. Europa verliest volgens hem competitiviteit als je de kosten vergelijkt van de Europese welvaartsstaten met plaatsen als India en China, waar er geen sociaal opvangnet is. Europa zal stagneren tenzij de sociale voordelen ‘en masse’ worden afgeschaft.
“Het was alsof hij me zei dat dat toch ergens moest beginnen en dat dat ‘ergens’ net zo goed Griekenland zou kunnen zijn.” Bijna halfweg in het boek geeft Varoufakis dit gesprek weer. Hij schijnt zich niet te realiseren dat daarmee in feite alles is gezegd. Hier gaat het dus over.
Het ware monster heet Jeroen
Is Schaüble nog redelijk eerlijk over zijn ware intenties (of liever over de intenties van de machtscentra die hij vertegenwoordigt), dan kan dat niet worden gezegd van Jeroen Dijsselbloem, voorzitter van de Eurogroep. De Nederlandse Minister van Financiën, namens de sociaal-democratische partij PVDA, komt uit Varoufakis’ boek over als een kruiperige, schijnheilige en zonder meer achterbakse opportunist. Wie wil weten waarom zijn partij het zo slecht deed bij de verkiezingen en waarom de traditionele sociaal-democraten in heel Europa aan het uitsterven zijn, heeft hier zijn antwoord.
Mijn eigen inschatting is dat deze man heel wat beloofd werd in het leven na de politiek. Het valt anders niet te verklaren hoe iemand zo ver kan afwijken van alles waar zijn partij (in theorie toch) voor staat.
Wisten de hoge heren (op Christine Lagarde van het IMF na komt in dit boek geen enkele vrouw aan bod) van deze instellingen dan niet wat een catastrofe dit zou zijn voor Griekenland? Of beseften ze dat niet? “Ze wisten perfect wat ze deden. Hoe ik dat weet? Omdat ze het mij zegden”, zo verkondigt Varoufakis. “Natuurlijk weten we dat deze programma’s niet werken (voor Griekenland, wel voor de banken). We hebben er nu echter al teveel ingestoken om er mee te stoppen. Dit moet zo doorgaan.”
“Ze zagen het precies voor wat het was: een cynische transfer van verliezen in de boeken van Frans-Duitse banken naar de schouders van de Europese belastingbetalers. Daar gaat het dus over: de EU-schuldeisers waarmee ik onderhandelde zagen het terugbetalen van onze schulden niet als een prioriteit, omdat het is werkelijkheid toch hun geld niet was.”
Het gevaar van het slechte voorbeeld
“Wat voor hen telde was hun autoriteit. Die werd uitgedaagd door een linkse regering – hun grootste nachtmerrie – die met succes een nieuwe deal zou kunnen afsluiten. Dat zou ideeën geven aan andere Europeanen die onder dezelfde crisis en dezelfde irrationale politieke keuzes lijden.” Want dat zegt Varoufakis meermaals. Dit is geen afstraffing van dé Grieken, maar een bescherming van de toplaag. Naast de arme Grieken zijn ook de gewone Fransen en Duitsers het doelwit van dit beleid.
Tussendoor is Varoufakis zeer kritisch voor de collaborerende rol die de Europese media in dit alles speelden (en nog steeds spelen). Hij vergelijkt regelmatig uitspraken van hemzelf en de selectieve weergave daarvan in kranten en op tv-zenders. Een zeer sprekend voorbeeld is zijn weergave van een confrontatie met een bankroete zakenman op straat, kort na zijn ontslag. Die valt hem aan met zware kritiek, terwijl tv-camera’s filmen. ’s Avonds bekijkt hij de weergave van dat ‘gesprek’ samen met een vriend, die hem op een ogenschijnlijk onbelangrijk technisch detail wijst. Om te weten wat hij zegt, lees dit boek. Hallucinant.
Varoufakis is ook niet karig met kritiek op de eigen Griekse regering, op Syriza en op Eerste Minister Alexis Tsipras. Heel wat Griekse tenoren komen bekaaid uit zijn verhaal. Uiteindelijk heeft Syriza over de hele lijn ingestemd met de eisen van de trojka, waarmee de partij zo goed als alle beloften aan zijn kiezers brak. In plaats van ontslag te nemen verkozen Tsipras en de zijnen zelf de uitvoerders te worden van een agenda die niet in Athene wordt bepaald. Die collaborerende opgave was een koude douche voor menig Europees toeschouwer.
Er staat nog zoveel meer in Varoufakis’ boek. Af en toe is het zwaar om lezen, de technische uitleg die hij geeft over de financiële technieken en de terminologie zijn voor een leek allesbehalve evident. Eerder dan te trachten die technische aspecten te vatten is het voor de lezer belangrijk om de manipulaties, de afdreigingen en de leugens te doorgronden – het verschil tussen wat politici zeggen achter gesloten deuren en voor de camera’s is ijzingwekkend en zonder meer beangstigend. Immers, dit is slechts een verhaal over vijf maanden. Wat met al de andere jaren waar we niets over te weten komen?
Ze zullen het nooit toegeven, maar dit boek wordt alvast grondig gelezen door de hoge heren van de Europese en financiële instellingen. Reageren zullen ze niet. Reageren is immers de verplichting aangaan met tegenargumenten te komen.
Essentiële literatuur voor elke bewuste Europese burger, met het hart op de juiste, sociale plaats.
Yanis Varoufakis. Adults in the Room – My Battle with Europe’s Deep Establishment. The Bodley Head, London, 2017 (498 pp. voetnoten en index niet inbegrepen). In het najaar verschijnt de Nederlandse vertaling bij De Geus.
Interview Varoufakis over het boek met Zweedse zender EFN:
1 Syriza had met de bonus van 50 zetels nog zes zetels te kort voor een meerderheid. De rechtse partij ANEL was van 20 naar 13 zetels gezakt en had veel over voor eender welke machtsdeelname. Hun voorzitter Panos Kammenos werd minister van defensie en moeit zich niet met de rest van het regeringsbeleid (net als in de tweede en huidige regering vanaf september 2015)
2 De Eurogroep is de informele organisatie waar de ministers van financiën van de EU-lidstaten die tevens lid zijn van de Europese Monetaire Unie (de eurolanden) samenzitten met vertegenwoordigers van de drie instellingen van de ’trojka’, de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het Internationaal Muntfonds.