Britse media en politici eisen een standpunt van Labourvoorzitter Jeremy Corbyn over de toestand in Venezuela, terwijl ze zijn standpunt over Jemen negeren. De Britse regering is namelijk rechtstreeks betrokken bij de humanitaire ramp in Jemen, door wapenleveringen aan Saoedi-Arabië. Deze selectieve verontwaardiging is tekenend voor alle internationale berichtgeving.
Jeremy Corbyn, voorzitter van Labour, heeft in het verleden meermaals zijn sympathie uitgesproken voor Venezolaans president Hugo Chávez en zijn opvolger Nicolás Maduro. Sinds het overlijden van zijn illustere voorganger doet Maduro het veel minder goed.
Naast eigen fouten, tekortkomingen en ronduit verkeerde inschattingen, evenals corruptie in eigen partijrangen, wordt hij geconfronteerd met een veel lagere olieprijs – goed voor meer dan 90 procent van het nationale inkomen – en door een economische boycot, voornamelijk door de VS, maar ook door landen als Canada, Spanje en Frankrijk (en de EU in het algemeen).
De Venezolaanse oligarchie zet zijn dominante positie in de distributiesector en in de commerciële media maximaal in om de regering van Maduro te ondermijnen. De machthebbers in het Witte Huis en hun collaborateurs in Venezuela zijn immers niet vergeten dat Hugo Chávez de door hen gesponsorde poging tot staatsgreep van 2002 heeft overleefd.
Uit de door WikiLeaks gelekte documenten van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken blijkt dat prioriteit één van het beleid tegenover Venezuela is ‘de terugkeer naar een normale levering van aardolie’ en een einde aan het gebruik van de Venezolaanse inkomsten van aardolie voor sociale programma’s in eigen land.
De internationale media nemen de redactionele lijn van de Venezolaanse commerciële media ongenuanceerd over. Zij stellen dat Maduro ‘de media volledig controleert’, zonder te vermelden dat daarmee alleen de overheidsmedia worden bedoeld, en dat de commerciële media ondertussen nog steeds volledig in handen van de oligarchie zijn met meer dan 80 procent van het mediabereik (voor televisie is het 90 procent).
In de Britse media wordt door politici van de Conservatieve Partij van eerste minister Teresa May en door meerdere Labour-parlementsleden van Labour-voorzitter Jeremy Corbyn geëist dat hij een ‘standpunt’ inneemt tegen de verkozen regering in Venezuela. In eerdere verklaringen heeft Corbyn meermaals opgeroepen tot een stopzetting van het geweld en het hervatten van de dialoog ‘aan beide zijden’. Dat hij niet eenzijdig de kant van de oppositie kiest wordt hem bijzonder zwaar aangerekend. Dit werd door meerdere Britse media omgetaald naar ‘nog steeds geen standpunt over Venezuela’.
Vreemd genoeg (of juist niet?) zijn de politici en media die Corbyn hard aanvallen over Venezuela ook diegenen die zwijgen over de rechtstreekse Britse betrokkenheid bij de slachtpartijen die de Saoedische luchtmacht aanricht in Jemen. Enkelen zijn iets eerlijker en verdedigen openlijk de verderzetting van die wapenverkoop aan Saoedi-Arabië. Over de oorlog tegen Jemen heeft Jeremy Corbyn eveneens een standpunt ingenomen. Hij pleit namelijk voor een onmiddellijke stopzetting van de wapenleveringen aan Saoedi-Arabië.
Terug naar het tijdperk voor Chávez
Er valt heel wat terechte kritiek te uiten op de prestaties van Maduro en zijn regering. Veel sociale onrust is ontstaan door de reële verslechtering van de levensomstandigheden van menig Venezolaan. Daar staat tegenover dat de rechtse oppositie – daarin geruggesteund en ruim gefinancierd door de VS – van deze sociale ontevredenheid gebruik wil maken om Maduro af te zetten en verkiezingen te organiseren onder hun bestuur. Die moeten dan de terugkeer naar het regime voor Chávez mogelijk maken.
Er bestaat geen enkele twijfel over dat de terugkeer van de huidige oppositie aan de macht een heruitgave zal betekenen van het regime van corrupte presidenten als Carlos Andrés Pérez, de man die in 1989 verantwoordelijk was voor de afslachting van 2000 Venezolanen tijdens de Caracazo in amper negen dagen.
Het totaal gebrek aan enige nuance in de berichtgeving over Venezuela betekent dat de internationale media zich de facto akkoord verklaren met een komende ‘regime change’ in Venezuela. Met hun berichtgeving bereiden zijn hun publiek daar op voor. Zonder enige twijfel zal Venezuela daarna verdwijnen van de internationale mediaradar. Het geweld zal niet afnemen, maar niet langer voorpaginanieuws zijn.
In deze context is het niet te verwonderen dat de Britse media moord en brand schreeuwen over het genuanceerde standpunt van Jeremy Corbyn over Venezuela, maar over de slachtingen in Jemen berichten zonder enige verwijzing naar de eigen directe Britse betrokkenheid. Selectieve verontwaardiging van politici en media is van alle tijden, maar dit is er weer eens een zeer sprekend voorbeeld van.
Ook Belgische regering, politici en media zijn diep verontwaardigd over het geweld van ‘het regime in Venezuela’ maar laten na hun Britse buren met de vinger te wijzen over hun directe betrokkenheid bij de slachtingen in Jemen.