Over Noord-Korea kan veel slecht worden gezegd, maar niet dat het een dreiging voor de VS zou zijn. Zuid-Korea en Japan hebben wel gegronde redenen om ongerust te zijn. Om te weten hoe deze crisis kan aflopen is een terugblik nuttig op de manier waarop Noord-Korea zich vroeger heeft gedragen en zich al dan niet aan vorige akkoorden heeft gehouden.
Wie over Noord-Korea en de spanningen in de regio een mening heeft die afwijkt van politici en mainstream media krijgt snel het verwijt dus een voorstander van het regime te zijn. Dat wordt dan gezien als een voldoende argument om elk verder debat af te blokken. “Tot hier en niet verder”.
Dat het mogelijk is om het regime van Noord-Korea uiterst verwerpelijk te vinden én tegelijk begrip te tonen voor de redenen waarom datzelfde regime atoomwapens ontwikkelt is in die context onaanvaardbaar. Dat de redenen voor de huidige escalerende spanning (en vorige crisissen) vooral te vinden zijn aan de overkant van de Stille Oceaan is al helemaal vloeken in de kerk van aanvaardbare opinies. Om te analyseren wie nu weer verantwoordelijk is voor de recente verbale escalatie is een terugblik op het recente en minder recente verleden echter zeer nuttig.
Economische sancties werken niet
De VS doen heel stoer over de economische sancties die ze hebben opgelegd aan Noord-Korea. Die zullen inderdaad een zware impact hebben op de Noord-Koreaanse economie, vooral dan door de beperking van de export van steenkool, een van de voornaamste bronnen van inkomsten van het land. Of dat het regime op andere gedachten zal brengen kan worden afgeleid uit de manier waarop het vroeger reageerde.
Hoe achterlijk en arm het land nog altijd is, de Noord-Koreaanse economie is de voorbije jaren fors aangegroeid. Het regime heeft de ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1991 zonder kleerscheuren overleefd, ook al voorspelden westerse analisten toen dat Noord-Korea de eerste domino was die zou vallen. Daarna volgde de moordende hongersnood van 1994 tot 1998. Ook die ramp overleefde het regime (de bevolking niet).
Er zit iets fundamenteel contradictorisch in de overtuiging waarmee voorstanders van sancties pleiten voor nog meer sancties. Het zijn immers dezelfde stemmen die blijven herhalen dat het regime in Noord-Korea niet vatbaar is voor externe druk en de hele bevolking onderdrukt op een manier die geen enkele dissidentie toelaat.
Hoe een regime, dat totaal ongevoelig is voor het leed dat het zijn eigen bevolking aandoet, op de knieën kan worden gedwongen door economische sancties is dus een raadsel. De historische praktijk wijst in ieder geval uit dat sancties tegen Noord-Korea nooit hebben gewerkt, tenminste niet voor de officiële doelstellingen die er over worden geclaimd.
Noord-Korea kent zijn geschiedenis
Los van de dagelijkse propaganda die het regime dagelijks loslaat op zijn eigen bevolking om hen angst in te boezemen over de grote vijand heeft Noord-Korea ook objectieve historische argumenten om bevreesd te zijn voor een aanval door de VS. Tijdens de Koreaanse oorlog van 1950-1953 werd het noorden van Korea (het deel dat Noord-Korea werd) massaal gebombardeerd met een intensiteit zonder voorgaande. Meer bommen werden afgegooid dan in de Stille Oceaan en het Verre Oosten tijdens de volledige Tweede Wereldoorlog.
Die bommenraids beperkten zich niet tot militaire doelwitten, maar vernietigden bruggen, dorpen en vooral dijken, wat in een land dat bijna uitsluitend van rijstteelt leefde, catastrofaal was. De juiste cijfers zullen nooit bekend worden, maar minstens 3 miljoen Koreanen (tien procent van de toenmalige bevolking), hoofdzakelijk in het noorden, kwamen om. Daar zijn niet de doden bijgeteld die achteraf stierven in de hongersnood die volgde op de vernietiging van de rijstvelden. Het bombarderen van dijken was toen reeds een erkende oorlogsmisdaad in de Conventies van Genève over het oorlogsrecht.
Uit recente opiniepeilingen blijkt dat de Amerikaanse bevolking met grote meerderheden gelooft dat Noord-Korea een bedreiging is voor de VS. Iets meer dan de helft van de Amerikanen is zelfs voorstander van een ‘preemptive strike’ met kernwapens tegen het land. Dat een klein land als Noord-Korea – dat de meeste Amerikanen verder niet op de wereldkaart kunnen situeren – ook maar enige bedreiging zou kunnen zijn voor de grootste militaire grootmacht ter wereld zal iedere militaire analist als compleet ridicuul verwerpen.
Kernwapens dienen als afschrikking
Het is juist omdàt de krachtsverhoudingen zo scheef liggen in het nadeel van Noord-Korea dat Noord-Korea atoomwapens ontwikkelt. Dat is geen geheim, het regime zegt dat ook openlijk. Kernwapens beschouwen ze als hun verzekering tegen wat met Lybië en Irak is gebeurd. Dat wordt openlijk bevestigd door Amerikaanse commentatoren.
Dan Coats is de overkoepelende directeur van alle nationale inlichtingendiensten in de VS. Op Het Aspen Security Forum in Colorado had hij enkele weken terug het volgende te vertellen over de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un:
“Wel, hij is een zeer ongewone persoonlijkheid, maar hij is niet gek. Er zit een zekere rationaliteit achter zijn acties, en dat is ‘overleving’ – overleving van zijn regime, overleving van zijn land. En hij heeft toegekeken, denk ik, wat er gebeurd is in de wereld met naties die nucleaire capaciteit bezitten en de speelruimte die hen dat geeft. Hij heeft gezien dat de nucleaire kaart in je binnenzak hebben je heel wat afschrikkingsmogelijkheden geeft. De lessen die we moeten leren uit het feit dat Libië zijn kernwapenprogramma opgaf en dat Oekraïne zijn kernwapens opgaf, ongelukkig genoeg, betekent dat als je kernwapens hebt, die beter nooit opgeeft.”
Afschrikking is overigens ook het argument van alle andere kernmachten. Alleen de VS hebben een doctrine die ongeprovoceerde aanvallen met kernwapens niet helemaal uitsluit.
Bluf tegenover reële macht
Zonder enige twijfel is Kim Jong-Un in het uiten van protserige grootsprakerige dreigementen de evenknie van president Trump. In het geval van de Noord-Koreaanse leider is dat louter bluf, wat van de president van de grootste kernmacht ter wereld niet kan worden gezegd. Overigens is Kims bluf dat hij raketten gaat afvuren op de Amerikaanse militaire basis op het eiland Guam niet zomaar lukraak gekozen (nog los van het feit of die dreiging ernstig moet worden genomen).
Waarom immers hebben de VS een luchtmachtbasis op dat eiland in het midden van de Stille Oceaan. Ondermeer omdat de VS van daaruit met hun bommenwerpers China, Noord-Korea en heel het Verre Oosten kunnen bedreigen (en dat al sinds 1945). Het aantal militaire basissen van de VS in het Verre Oosten neemt nog voortdurend toe, het zijn er nu al meer dan honderd, grote en kleinere.
In woorden pleit de Amerikaanse regering al tientallen jaren voor een val van het regime in Noord-Korea, over alle Amerikaanse presidenten heen. In details en stijl waren er zeker verschillen tussen opeenvolgende presidenten maar inhoudelijk was het beleid van de VS tegenover Noord-Korea al die jaren identiek. Het regime verschaft de VS bovendien een ideale drogreden om permanent en massaal troepen te stationeren in Zuid-Korea op een boogscheut van China en Rusland.
Noord-Korea ageert niet maar reageert
Als je dat beleid afweegt naar de realiteit stel je vast dat de VS eerder het huidige status-quo in stand willen houden. Permanente spanning houdt de bondgenoten in lijn en dient als voortdurende vinger naar China en Rusland. Alsof Rusland of China een permanente basis zouden hebben in Mexico vlak bij de Amerikaanse grens. Een aantal mediacommentatoren zullen de retoriek over Noord-Korea waarschijnlijk wel letterlijk geloven, maar de verstandigen onder hen weten dat dit de echte drijfveer voor de VS is.
Noord-Korea heeft al ooit twee maal akkoorden gesloten met de VS om geen kernwapens te ontwikkelen. Dat gebeurde eerst in 1994 onder president Clinton. Noord-Korea had toen materiaal voor één kernbom klaar, één. In ruil voor een aantal toezeggingen en economische afspraken stopte Noord-Korea met de verdere ontwikkeling van zijn kernwapens. Alle internationale controleurs waren het eens dat Noord-Korea zich stipt aan de afspraken hield.
Zijn opvolger George W. Bush zegde echter al die toezeggingen op waarop Noord-Korea zijn kernprogramma hervatte. Na vijf jaar Bush junior had Noord-Korea materiaal voor acht à tien kernbommen en één functionerend raketsysteem om ze te lanceren.
In 2005 werd opnieuw een akkoord bereikt. In ruil voor het stopzetten van zijn kernwapenprogramma zou Noord-Korea een civiele kernreactor krijgen om broodnodig materiaal te produceren voor medische doeleinden – dit alles volledig onder door Noord-Korea aanvaarde internationale controle. Bovendien werden gesprekken gestart voor het afsluiten van een niet-aanvalspact.
Ook dat akkoord trad Bush kort daarna met de voeten, hij weigerde de reactor te leveren, waarop Noord-Korea andermaal zijn kernprogramma hervatte (en daar sindsdien nog steeds mee bezig is). De chronologie van Amerikaanse woordbreuk voorafgaand aan het herstarten van het programma wordt in Washington bevestigd.
In academische artikels werd ruim becommentarieerd hoe het regime consequent een ‘gelijkemuntpolitiek’ voerde. “Als jullie een vijandig gebaar maken, zullen wij reageren met een of ander gestoord gebaar. Maken jullie een vriendelijk gebaar, zullen wij ook met iets in die aard reageren.”1 Dixit Amerikaanse militaire analisten.
Trump, een ander paar mouwen
In feite kwam het beleid van de VS hier op neer. Dreigen met aanvallen en kernwapens maakt deel uit van het instandhouden van de status-quo maar moet uiteraard niet letterlijk ernstig worden genomen. Als Noord-Korea al kernkoppen heeft, waarvan misschien een of twee met een geschikte draagraket Alaska zouden bereiken, dat hebben de VS er bijna 4000 (zie tabel). Het Noord-Koreaanse regime en zijn leider zijn veel dingen, maar ze zijn niet krankzinnig of suïcidair.
Waarom ontwikkelt Noord-Korea dan kernwapens. Heel eenvoudig, om zoals hierboven al vermeld dezelfde reden die alle kernmachten stellen, namelijk om een vijand af te schrikken en te weerhouden van een regelrechte aanval.
Is de hypothetische dreiging van Noord-Korea voor de VS onbestaande, een andere zaak is het voor Zuid-Korea en Japan. Noord-Korea heeft de militaire capaciteit om met klassieke raketten en bommen Zuid-Korea te vernietigen en kan meerdere grote steden in Japan bereiken. Een aanval van de VS zou niet resulteren in een Noord-Koreaanse aanval op de VS – daar heeft het land de middelen niet voor – maar wel in een aanval met klassieke niet-nucleaire wapens op zijn buurlanden. Het is dan ook geen toeval dat de publieke opinie in Zuid-Korea niet achter Trumps aanpak staat.
De meeste ommentatoren hebben dat altijd goed begrepen. Dat er nu plots zoveel kritische bedenkingen worden geformuleerd door voorstanders van dat Amerikaanse beleid ten overstaan van Noord-Korea heeft met een nieuwe factor te maken. Van vorige presidenten was men er gerust in dat die niet echt kernwapens zouden lanceren. Van Trump en zijn entourage weet men dat echter niet zo zeker, vandaar de alarmistische commentaren van de voorbije dagen.
Verstandige mensen weten dat een beperkte kernoorlog niet bestaat. De vraag is maar of men dat in Washington ook beseft. Waarschijnlijk zal ook deze crisis weer worden afgewend, maar een vergissing, een verkeerd militair manoeuvre, een verkeerd begrepen radarsignaal… het is rap gebeurd.
Deze situatie is niet gezond. Een niet gewilde (zelfs niet door Trump) allesvernietigende kernoorlog is dichterbij dan ooit.
Bronnen:
- The Overlooked Past Behind U.S.-North Korea Tensions & How South Korea Could Forge Peace
- Why There’s No Reason to Worry About War With North Korea
- Why Is U.S. Threatening War with North Korea Instead of Pushing for Negotiations?
- Wilkerson: Trump and Kim Jong-un Sound the Same
1 De Chomsky Papers, EPO, 2017, p. 159.