De organisatie Vredesactie legt in zijn rapport ‘Beveilig de winst’ uit hoe de EU-instellingen hun prioriteiten voor wetenschappelijk onderzoek afstemmen op adviezen van de wapenindustrie. Dat gebeurt niet onder een of andere druk maar vanuit een als gemeenschappelijk aanvoelende visie “die militarisme boven het creëren van welzijn van de bevolking plaatst”
In haar recente rapport Beveilig de winst – Hoe de wapenindustrie het Europees defensiebeleid kaapt beschrijft Vredesactie de manier waarop de Europese wapenindustrie samenwerkt met de EU-instellingen. Dat gaat volgens het onderzoek van Bram Vranken, medewerker van Vredesactie, veel verder dan het routineuze lobbyen van een industriële sector bij de EU-instellingen voor het verdedigen van zijn belangen.
Eerder is er sprake van een symbiose, een intieme vervlechting van personen, bedrijven en instellingen rond een gemeenschappelijk gedachtengoed. Dat brengt met zich mee dat de partners in deze samenwerking hun wederzijdse belangen als gemeenschappelijk en ondeelbaar beschouwen. Zo kan het dat ‘adviezen’ van de wapenindustrie letterlijk in het EU-beleid worden overgenomen.
Bram Vranken kon interne EU-documenten inkijken. Daaruit blijkt dat de wapenindustrie niet alleen rechtstreekse toegang heeft tot alle beleidsvormende en beslissende bestuursniveau’s maar zelfs meeschrijft aan het uitstippelen en concretiseren van het Europese defensiebeleid.
Tot in 2016 gebeurde EU-steun aan de wapenindustrie nog indirect onder het mom van wetenschappelijk onderzoek naar veiligheidstechnologieën. In 2016 heeft de EU voor het eerst beslist rechtstreeks onderzoeksgeld te voorzien voor militair onderzoek. Voor het programma Preparatory Action on Defence Research (PADR) is een budget van 90 miljoen euro voorzien. In de komende tien jaar plant de Europese Commissie bovendien een Europees Defensie Fonds voor een bedrag van veertig miljard euro. Dat bedrag zal grotendeels rechtstreeks van de EU-lidstaten komen.
Uitzondering op het besparingsbeleid
De Europese Commissie is zelfs van plan deze overheidsuitgaven uit te sluiten van het Stabiliteits- en Groeipact. Dat pact legt de strenge budgettaire verplichtingen van de lidstaten vast. Het is dat verdrag dat het neoliberale austeriteitsbeleid vastlegt sinds 1997. Dat beleid komt neer op zware sociale inleveringen voor de burgers en enorme subsidies en fiscale vrijstellingen voor de grote bedrijven. Lidstaten zouden dan de schulden die ze aangaan om dit militaire programma te financieren buiten de schuldverplichtingen van dit pact houden.
Het rapport van Vredesactie somt de grootste EU-bedrijven op die permanent aanwezig zijn in Brussel voor lobbying bij de EU-instellingen en de bedragen die ze sinds 2012 daarvoor uitgeven. Op dat lobbywerk is geen enkele controle, geen enkele organisatie van het maatschappelijk middenveld is er bij betrokken of krijgt er inzage in. “Op vijf jaar tijd is het lobbybudget van de grootste tien Europese wapenbedrijven verdubbeld van 2,8 miljoen euro naar 5,6 miljoen per jaar.”
“Te zware administratieve last”
Het excuus dat de EU aanhaalt om de documenten over dit lobbyen geheim te houden is tekenend. De briefwisseling en de verslagen van 36 vergaderingen tussen de EU en de wapenindustrie zou volgens de EU immers “zo volumineus (zijn) dat een doorlichting een ’te zware administratieve last” is om deze documenten aan Vredesactie te bezorgen.
Deze ‘personalities’ zijn geen neutrale experten maar CEO’s van betrokken bedrijven en medewerkers van onderzoeksinstellingen, zoals Nederlands voormalig VVD-politicus Paul de Krom, CEO van het Nederlands onderzoeksinstituut voor wetenschappelijke innovatie TNO. Er zetelt geen enkele onafhankelijke expert in deze groep. Met deze methode van ‘personalities’ ontwijkt de EU bovendien de verplichting om vergaderdata, agenda’s en verslagen openbaar beschikbaar te maken, zoals voor expertengroepen voorzien is in de EU-regelgeving.
Bram Vranken: “Het Europees Defensie Fonds zal niet leiden tot meer veiligheid, omdat het niet bedoeld is om te leiden tot meer veiligheid. Het fonds is een industrieel stimuleringsfonds voor de grote Europese wapenmultinationals”.
Met de onderzoeksprojecten SPIDER, TRAWA en EUROSWARM doorbreekt de EU voor het eerst sinds 2016 het taboe voor de rechtstreekse subsidiëring van militair onderzoek. Deze projecten onderzoeken de ontwikkeling van sensoren voor aanwezigheid van personen in gebouwen, voor militaire drones in civiele luchtruimen en voor een commandoinfrastructuur voor het besturen van groepen sensoren (die eufemistisch ‘zwermen’ worden genoemd).
Deze onderzoeksprojecten zijn niet ontstaan vanuit een onafhankelijke studie van mogelijke beleidskeuzes, maar werden gestuurd vanuit bij voorbaat vastgelegde keuzes van de wapenindustrie zelf. Het Europees defensiebeleid is geen weergave van een democratisch debat over defensie maar “een kopie van het advies van de wapenindustrie”. Critici worden volledig buiten deze besluitvorming gehouden. Hoewel deze onderzoeksprojecten voor de volle honderd procent worden gefinancierd met Europees belastinggeld “zullen alle onderzoeksresultaten eigendom worden van de betrokken wapenbedrijven”.
Besluit van Bram Vranken: “Het Europees Defensie Fonds zal niet leiden tot meer veiligheid, omdat het niet bedoeld is om te leiden tot meer veiligheid. Het fonds is een industrieel stimuleringsfonds voor de grote Europese wapenmultinationals.”
Vredesactie noemt zich “een pluralistische vredesbeweging die radicaal pleit voor een maatschappij waarin conflicten worden opgelost zonder geweld of het dreigen ermee”. De organisatie onderzoekt op regelmatige basis het beleid op Vlaams, federaal Belgisch en Europees niveau op vlak van defensie en op vlak van gericht wetenschappelijk onderzoek naar nieuwe technologieën voor militair of dubbel civiel-militair gebruik.