Op 22 december 2017 is het 20 jaar geleden dat in het dorpje Acteal, in Chiapas, de meest zuidelijke deelstaat van Mexico, 45 mensen werden afgeslacht tijdens een misviering door een paramilitaire bende. De echte opdrachtgevers werden nooit vervolgd. Deze massamoord kwam zeer ongelegen … voor de EU.
Op 22 december 1997 kwamen ongeveer 200 mannen, vrouwen en kinderen van de lokale organisatie Las Abejas (‘de bijen’) samen in het dorpje Acteal voor een vergadering die werd gevolgd door een (rooms-katholieke) gebedswake. Acteal is een gehucht van de gemeente Chenalhó in de federale deelstaat Chiapas, de meest zuidelijke deelstaat aan de grens met Guatemala. Las Abejas is een organisatie die 48 lokale gemeenschappen van autochtone volkeren verenigt in Chiapas. Die dag organiseerden zij een samenkomst van vertegenwoordigers uit die gemeenschappen.
Rode Masker
Een paramilitaire organisatie die zich Máscara Roja (rood masker) noemde viel het dorp binnen tijdens de gebedswake op het einde van de vergadering en maakte 45 mensen af met geweren en machetes. De hele moordpartij duurde een aantal uren omdat veel mensen zich verscholen in de huizen rond de kerk van het dorp. Onder de 45 dodelijke slachtoffers waren 17 kinderen.
Met ‘paramilitairen’ worden in de Mexicaanse (en Latijns-Amerikaanse) context geen officiële eenheden van het leger bedoeld. De term slaat op bendes die betaald en getraind worden door grootgrondbezitters en mijnbedrijven om terreur te zaaien onder de ‘werkonwillige’ bevolking. Training krijgen ze van politieagenten en militairen. Soms zijn het ook soldaten of politieagenten in burgerkledij. Voor het grootste deel bestaan ze uit lokaal gerecruteerde alleenstaande jonge mannen zonder werk, zonder opleiding, die dit grof geld als een uitweg uit de armoede zien.
Hoewel een aantal mensen een legerpost kon bereiken (op een paar kilometer van het dorp) kort na het begin van de aanval, weigerde de lokale commandant urenlang de kazerne te verlaten. Verwittigde omwoners, die uit nabijgelegen dorpen de volgende ochtend in het dorp toekwamen, troffen soldaten aan die de muren en de vloer van de kerk aan het wassen waren, om de bloedvlekken te verwijderen.
Politieke identificatie met het EZLN
Las Abejas hadden zich in de jaren voor de massamoord aangesloten bij de politieke doelstellingen van het Ejército Zapatista de Liberación Nacional (EZLN, het nationaal Zapatistisch bevrijdingsleger). Het EZLN heeft zijn naam van Emiliano Zapata (1879-1919), boerenleider en nog steeds vereerde held van de gewapende revolutie tegen de feodale dictatuur, die Mexico onderdrukte sinds de Spaanse kolonisator was verdreven in 1821. Het EZLN liet voor het eerst van zich horen op 1 januari 1994, de dag dat het North American Free Trade Agreement (NAFTA) startte, het vrijhandelsakkoord tussen de VS, Canada en Mexico.
In tegenstelling tot zijn naam ‘leger’ is het EZLN echter een politieke organisatie die geweld verwerpt. De deelstaat Chiapas is de armste deelstaat van Mexico. Waarnemers legden onmiddellijk het verband tussen de politieke standpunten van Las Abejas en de moordpartij.
Zij wezen de vertegenwoordigers van de regerende Partido Revolucionario Institucional (PRI – de institutioneel revolutionaire partij) in Tuxtla Gutiérrez, hoofdstad van Chiapas, aan als de bevelvoerders van de moordpartij. De slachtpartij was duidelijk bedoeld als waarschuwing aan alle boerenorganisaties in de deelstaat.
Alomtegenwoordige almachtige PRI
De PRI is de politieke partij die in 1997 reeds 68 jaar onafgebroken aan de macht was. In die tijd is de officiële socialistische ideologie van de PRI verworden tot een leeg immoreel skelet. De PRI is door en door corrupt, voert een keihard neoliberaal beleid en wist zich tot 2000 aan de macht te houden door massale verkiezingsfraude (in Latijns-Amerika noemt men dubieuze verkiezingen ‘Mexicaanse’ verkiezingen).
In 1990 liet de PRI onder toenemende internationale druk voor het eerst internationale waarnemers toe bij de verkiezingen en in 2000 verloor de PRI voor het eerst de presidentsverkiezingen, tot ze die terug won in 2012 toen huidig president Enrique Peña Nieto verkozen werd. Deze oppositieperiode voor de PRI leidde echter niet tot een verandering voor de gewone Mexicaan.
De PRI bleef immers almachtig door haar overweldigende aanwezigheid in het staatsapparaat, de politie en het leger en in de parlementen en regeringen van de deelstaten. De corruptie van de nieuwe machthebbers maakte daarenboven dat ook zij snel vervielen in dezelfde politieke kuiperijen. Bovendien legden de torenhoge staatsschuld en de vrijhandelsakkoorden een onveranderd economisch beleid van extreem lage lonen op, waardoor er voor de gewone Mexicaan nauwelijks iets veranderde.
Eerste noch laatste massamoord
De massamoord van Acteal in 1997 is noch de eerste noch de laatste in de Mexicaanse geschiedenis. Er zijn er zelfs meerdere geweest die nog erger waren. Zij hebben allen met elkaar gemeen dat het over terreur ging tegen de bevolking, telkens wanneer die ergens in opstand kwam tegen sociale uitbuiting op het semi-feodale platteland en tegen de barslechte werk- en leefomstandigheden in de grote steden. Een tweede gemeenschappelijke kenmerk van al deze massamoorden is het ontbreken van enige normale rechtsgang met onderzoeken die tot het aanduiden van schuldigen konden leiden.
Zo was er eerder al de afslachting van 300-400 studenten in de hoofdstad Mexico City op 2 oktober 1968 door het leger (zie herdenking in 2008 op foto hierboven), waarvoor de echte verantwoordelijken nooit werden vervolgd. Het leger vermoordde op 10 juli 1971 nogmaals 120 studenten in de hoofdstad. Daarna volgden nog talrijke incidenten waarbij ontelbare Mexicanen werden afgemaakt. Later was er de moord op 193 studenten in de centraal-oostelijke deelstaat Tamaulipas in maart 2011 en op 26 september 2014 verdwenen 43 studenten van de normaalschool van Ayotzinapa in de deelstaat Guerrero.
De slachtpartij van Acteal kreeg echter een groter gewicht in deze lugubere lijst omwille van een aantal politieke factoren. De geweldloze opstand van het EZLN en verwante organisaties zoals Las Abejas was de PRI een doorn in het oog, omdat het officiële beeld van Mexico als een rustig land, ideaal voor buitenlandse investeringen, werd verstoord. Het vrijhandelsakkoord NAFTA was amper drie jaar oud en de regering had er alles voor over om de opstand in Chiapas te laten ‘verdwijnen’. Bovendien was de PRI er als de dood voor dat de opstand zich naar de rest van het land zou uitbreiden.
Samenwerking met de EU
Op het ogenblik van de slachtpartij van Acteal was daarenboven sinds zes maanden een nieuw vrijhandelsakkoord met de EU van kracht. Dat akkoord bevatte een hoofdstuk dat de economische samenwerking met Mexico verbond aan respect voor de mensenrechten, de rechtstaat en een einde aan de straffeloosheid voor daders van misdaden tegen de mensheid.
Aanvankelijk werd de slachtpartij door de federale overheid ontkend en doodgezwegen. Het EZLN was echter al langer actief op het internet, ook al was dat bijlange na niet zo ontwikkeld als vandaag, en verspreidde de informatie over de slachtpartij over de wereld. Toen verzwijgen niet langer hielp en ook de grote buitenlandse media het nieuws begonnen over te nemen, werd de these van ‘interne vetes’ en ‘drugshandel’ als reden voor de slachtingen aangegeven.
In de EU namen talrijke organisaties de eis over van het EZLN voor volledige transparantie van het gerechtelijk onderzoek. Meerdere nationale parlementen bespraken de kwestie en stelden kritische vragen aan hun regeringen, die amper enkele maanden eerder nog hadden gesteld dat het vrijhandelsakkoord met Mexico probleemloos kon doorgaan ‘omdat voldoende garanties voor de mensenrechten werden gegeven’.
Protest zonder consequenties
Officieel verzet van de regeringen van de EU-lidstaten en de Europese Commissie bleef beperkt tot vrijblijvende verklaringen waarin werd ‘aangedrongen’ op ‘correct gerechtelijk onderzoek’ van de massamoord. Dat werd echter nooit hardgemaakt. Er volgde niet de minste economische sanctie. Integendeel breidde de handel met de EU nog uit. Twintig jaar later is de afslachting van Acteal ongestraft.
Verdedigers van het vrijhandelsakkoord met de EU (dat later nog werd uitgebreid) stellen dat de massamoorden in Mexico een louter gevolg zijn van ‘onderontwikkeling’, van stammentwisten en van rivaliserende drugsbendes, die geen verband hebben met de aard van het politieke systeem.
Drugscriminaliteit kan echter niet los worden gezien van dat systeem. De vrijhandelsakkoorden hebben de lokale zelfvoorzienende landbouw in Mexico vernietigd. Sindsdien voert Mexico door de VS-overheid gesubsidieerde maïs in, die de lokale maïs compleet uit de markt prijst. De boerenbevolking wordt zo sinds 1994 in totale armoede gedreven en heeft de keuze tussen verhongeren of werken in een maquiladora of voor een plaatselijk drugskartel.
De vrijhandelsakkoorden laten buitenlandse bedrijven toe om onder zeer gunstige fiscale voorwaarden eigen onderdelen te assembleren in maquiladoras (assemblagebedrijven) voor goedkope export terug naar eigen land. Ze zijn in de daarvoor aangeduide zones ook vrijgesteld van de Mexicaanse sociale en leefmilieuwetgeving. Op een kleine politiek-economische elite na heeft geen enkele Mexicaan hier iets aan.
De strijd voor rechtvaardigheid gaat door
Vandaag is Mexico nog steeds een van de meest moorddadige landen ter wereld, waar corruptie tot in de rechtbank heerst, waar drughandelaars politici, rechters en politici afkopen (of gewoon zelf politicus zijn) en waar gewone mensen geen enkele garantie hebben op hun leven als ze hier tegen protesteren. Sinds NAFTA in 1994 werd afgesloten is ook de exodus naar de VS begonnen, waar Donald Trump in 2017 een muur tegen bouwt.
In 2014 weigerde het Hooggerechtshof van de VS een rechtszaak toe te laten van overlevenden van Acteal die nu in de VS wonen tegen toenmalig president Ernesto Zedillo (1994-2000), die in de staat Connecticut leeft. Hij zou als voormalig staatshoofd genieten van ‘soevereine immuniteit’. Het Hooggerechtshof weigerde met die uitleg de klacht ten gronde te bekijken. Zedillo is lid van de raad van bestuur van het jaarlijkse World Economic Forum in Davos, waar hij een graag geziene spreker is over ‘de oorlog tegen de drugs’ en ‘strategieën voor economische groei’.
De nabestaanden van de slachtoffers van Acteal hebben hun strijd niet opgegeven. De nabestaanden van slachtoffers van andere massamoorden plegen met hen gemeenschappelijk overleg over acties in binnen- en buitenland. Die buitenlandse steun zal broodnodig zijn.
De regering van president Nieto heeft immers een wet goedgekeurd die het leger verregaande bevoegdheden geeft om de ‘orde te handhaven’. Dit is het leger dat direct of indirect is betrokken bij massamoorden, dat standrechterlijke executies uitvoert, routineus arrestanten foltert en laat verdwijnen, dat volledig doordrongen is van collaboratie met de drugshandel. Geen reden voor de EU om de economische samenwerking stop te zetten. Honduras is hetzelfde verhaal. Het Europees Parlement en de EU maken zich ondertussen wel zorgen over de democratie in Venezuela …