Wie beseft wat er gebeurt met De Lijn is verontwaardigd over de commentaren van Marc Descheemaecker, voorzitter van de raad van bestuur, bij de staking van 16 februari 2017. Die emotionele reactie is begrijpelijk, maar leidt de aandacht af van de echte verantwoordelijken: de Vlaamse regering van CD&V, Open VLD en N-VA. Dat is immers Descheemaeckers echte taak: bliksemafleider spelen voor de echte verantwoordelijken.
Marc Descheemaecker, voorzitter van de raad van bestuur van vervoersmaatschappij De Lijn, windt er geen doekjes om tijdens een interview op Radio1: Wat ze vertellen tegen het personeel strookt niet met de realiteit. Het ACOD moet er altijd een politieke staking van maken. Waarom ontgaat mij.
Hij vindt de nu besliste besparingen goed meevallen: Die besparingen zijn relatief beperkt. We moeten het de komende 3 jaar met zo’n 7 miljoen minder per jaar doen. Dat is in de privé-industrie zelfs geen grote besparingsoperatie. Dat noemt men gewoon een kleine efficiëntie-oefening.
TreinTramBus is meestal geen voorstander van stakingen van het openbaar vervoer. Ditmaal tonen ze echter wel begrip. Voorzitter Stefan Stynen daarover: Wij zijn niet gelukkig als er gestaakt wordt maar we snappen de onrust van het personeel. Bovendien worden de besparingen door De Lijn door Descheemaecker lichter voorgesteld dan ze zijn. De 7 miljoen die hij vermeldt zijn maar een deel van het verhaal. Deze regeerperiode wordt maar liefst 110 miljoen bespaard bij De Lijn. Dat is een fors hoger bedrag. Als we onze mobiliteitsproblemen willen aanpakken moeten we net meer investeren.
Een man met een reputatie
Marc Descheemaecker heeft een stevige reputatie op vlak van anti-sociale retoriek. Hij schuwt de verdraaiingen en de selectieve weergave van de feiten niet. Zelfs een leugen kan er voor hem bij, als dat in zijn kraam past. In zijn boek Dwarsligger over zijn periode als afgevaardigd bestuurder van de NMBS presteerde hij het onder meer om zonder schroom te zeggen dat hij zo goed als nooit de trein neemt, loog hij over het aantal verlofdagen dat het spoorpersoneel krijgt, beweerde hij dat het onmogelijk is om slechte personeelsleden te ontslaan en verzweeg dat er wel degelijk onbekwame personeelsleden worden ontslagen bij dat bedrijf, evenveel per jaar als bij een privé-bedrijf van dezelfde grootte (zie ‘Dwarsligger’: een politiek pamflet).
Voor hem is de trein en de bus geen dienst maar een commercieel product. Dat hij zeer gul wordt betaald om de lonen van het personeel te verlagen vindt hij niet meer dan normaal. Dat hoort zo, dat is marktconform. Als je apenootjes geeft, krijg je alleen apen.
In zijn denkwereld geldt dat echter alleen voor mensen zoals hij, en net niet voor treinbestuurders, treinbegeleiders en ander personeel. Daar heb je blijkbaar beter personeel als je ze slechter betaalt.
Mensen met een hart voor openbaar vervoer vragen zich terecht af waarom iemand met een dergelijk ideologisch profiel tot tweemaal toe wordt benoemd om een vervoersmaatschappij te leiden. Daar is nochtans een zeer logische verklaring voor. Hij beantwoordt immers volledig aan het voor die taken vereiste profiel. Jawel. Ik verklaar me nader.
Het ideale profiel voor de job
Men mag nooit beleidsbeslissingen beoordelen aan de hand van de door de beslissers uitgesproken intenties. Beslissingen moet men evalueren op basis van de concrete gevolgen van dat beleid. Net zo mag men niet kijken naar het profiel dat officieel wordt verkondigd om managers van overheidsbedrijven aan te werven. Vergeet wat in glossy persverklaringen wordt neergeschreven, maar ga na waar echt naar wordt gezocht.
Johnny Thys, Sophie Dutordoir, Jo Cornu en Marc Descheemaecker zijn figuren die perfect beantwoorden aan een heel ander profiel dan wat officieel verkondigd wordt. Het moeten mensen zijn die zelf reeds doordrongen zijn van de ideologie dat de overheid nergens goed voor is en dat de privésector voor alles beter is. Zij moeten ook virulente tegenstanders zijn van sociaal overleg met werknemers, niet alleen concreet voor hun bedrijf maar ook tegen sociaal overleg als maatschappelijk principe.
Het moeten tevens overtuigde believers zijn van het recht op exuberante en steeds maar stijgende verloningen in tijden van economische crisis en inlevering voor iedereen, behalve henzelf. Zij moeten goed doorhebben dat dit niet populair is en dat de keuze van de juiste woorden belangrijk is, om die ideologie te maskeren. Zij moeten goed gebekt zijn in het gebruik van termen als ‘efficiëntie’, ‘klantgericht denken’, ‘goed bestuur’, ‘marktconform product’ en ‘klanten’.
Moet kunnen doen alsof
Hun taak is niet zozeer het leiden van een overheidsbedrijf. Hun voornaamste taak is te doen alsof zij het zijn die al deze beslissingen nemen en niet de ministers van de Vlaamse (voor De Lijn) of de federale regering (voor de NMBS). Uiteraard hebben zij allen hun eigen stijl. Dutordoir (en Cornu voor haar) gebruikt een zachter jargon dan voorganger Descheemaecker bij de NMBS. Hun beleid is echter identiek hetzelfde.
De taak van Descheemaecker is de onderfinanciering van De Lijn te verkopen als ‘onvermijdelijk’, ‘normaal’, ‘logisch’ en zo de slechte prestaties van de toekomst te verzekeren. Zijn taak is ook de terechte ontevredenheid van de gebruikers van het openbaar vervoer te kanaliseren naar het personeel. Zo bereidt hij de publieke opinie voor op de privatisering van De Lijn.
Samengevat, zijn voornaamste taak is de aandacht afleiden van de echte verantwoordelijken voor dit sociaal inleveringsbeleid: de voltallige Vlaamse regering van N-VA, Open Vld en CD&V. Minister van openbaar vervoer Ben Weyts kan dan poseren bij nieuw aangekochte bussen ‘Nooit werd meer geïnvesteerd in openbaar vervoer dan nu’ en netjes afzijdig blijven wanneer de onpopulaire beslissingen moeten worden uitgelegd.
Bliksemafleider spelen
Het gebruik van tussenpersonen die niet verkozen hoeven te worden en die niet bang hoeven te zijn om tegen de publieke opinie in te gaan is niet nieuw. Het is een tactiek die de voorbije veertig jaar in steeds toenemende mate wordt toegepast. Deze regering onderscheidt zich echter door de hardnekkige ijver waarmee ze de fatale doodsteek wil geven aan de sociale taken van de overheid.
Deze regering geraakt hier ook mee weg omdat meer dan ooit tevoren de media ontbreken die kritische vragen stellen. Een man als Descheemaecker begrijpt dat als geen ander en weet daar handig van gebruik te maken.
Dit beleid is niet populair. Op een dergelijk ogenblik is een man als Marc Descheemaecker een waar godsgeschenk. Hij is de ideale persoon om de aandacht af te leiden, wordt daar goed voor beloond en hoeft zich verder over zijn toekomst geen zorgen te maken.
Dat mensen zich op deze man boos maken is emotioneel begrijpelijk. Ze mogen zich echter niet laten misleiden. Hun terechte kritiek alleen op Marc Descheemaecker richten is net wat hij wil bereiken. Dat is zijn echte opdracht. Daar werd hij voor geselecteerd.
De echte verantwoordelijken voor dit inleveringsbeleid, voor deze doelbewuste afbraak van het openbaar vervoer, zijn de ministers van de Vlaamse regering, niet alleen bevoegd minister Weyts, maar de volledige regeringsploeg van CD&V, Open Vld en N-VA.