Meeting Trump met Kim Yong-Un zal (waarschijnlijk) mislukken

Op 27 april 2018 ontmoetten beide Koreaanse staatsleiders elkaar voor het eerst, of de sfeer even gemoedelijk zal zijn op 12 juni mag betwijfeld worden (2018 Inter-Korean Summit Press Corps)

FacebooktwitterFacebooktwitter

De evolutie in het dossier Korea heeft alles te maken met het beleid van president Trump, niet omdat hij dat zo wil, maar omdat het daar een reactie op is. De recente toenadering tussen beide Korea’s plaatst de VS voor een probleem: door de retoriek van hun aanwezigheid letterlijk over te nemen ondermijnt deze evolutie immers de echte redenen waarom de VS in Korea willen blijven.

Sinds het einde van de burgeroorlog in Korea op 27 juli 1953 leven Noord-Korea en Zuid-Korea op permanente voet van oorlog. Er zijn sindsdien met de regelmaat van de klok militaire incidenten, die echter nooit tot een heropflakkering van de oorlog hebben geleid. Dat had alles te maken met de machtsverhoudingen tijdens de Koude Oorlog. China en de Sovjet-Unie stonden pal achter Noord-Korea en de VS deden hetzelfde met Zuid-Korea.

Sindsdien heeft het Amerikaans leger permanent basissen en manschappen in het zuidelijk deel van het Koreaanse schiereiland gestationeerd, op het ogenblik zijn er dat ongeveer 24.000. Die basissen zijn voorzien om zeer snel veel grotere troepenconcentraties te ontvangen en te huisvesten. Tot het einde van de Koude Oorlog in 1989 kon het Noord-Koreaanse regime zich handhaven onder de paraplu van de Sovjet-Unie én China, die beiden tevens buurlanden zijn.

Dictaturen onder een andere naam

In Noord-Korea leidde dat tot de dictatuur van Kim Il-Sung1, zijn zoon Kim Yong-Il en kleinzoon Kim Yong-Un, de huidige machthebber. In naam communistisch is het regime eerder gebaseerd op een mengelmoes van Koreaanse mystiek en feodale structuren, die de instandhouding van het systeem als voornaamste kenmerk hebben (zie Noord-Korea, het land dat we zo graag haten).

In Zuid-Korea installeerden de VS een militaire dictatuur die voor interne sociale repressie zorgde terwijl grote multinationals vrij spel kregen. Die hield stand tot 1988. Zij was gebaseerd op de oude feodale elite die met de Japanse kolonisator had gecollaboreerd en na de Tweede Wereldoorlog stevig de touwtjes in handen hield.

Sinds 1988 is Zuid-Korea na jarenlange protesten – die zeer gewelddadig werden onderdrukt – gedemocratiseerd. Huidig president Moon Jae-In was niet de favoriete kandidaat van de VS. Zijn voornaamste tegenstrever bij de verkiezingen van 2017 Hong Yue-Pyo was voorstander van een agressieve aanpak van Noord-Korea, volledig in lijn met het beleid van de VS en president Trump. De invloed van de VS is echter niet meer wat het geweest is. Bovendien is de militaire aanwezigheid van de VS in Zuid-Korea allesbehalve populair bij de Zuid-Koreanen. Moon Jae-In vervult met zijn huidige toenadering tot Kim Yong-Un zijn verkiezingsbeloften.

Kernwapens als afschrikkingsmiddel

De Noord-Koreaanse keuze voor de ontwikkeling van eigen kernwapens heeft alles te maken met dat einde van de Koude Oorlog en het wegvallen van de bescherming van de twee grote buren. China steunt het regime nog altijd, maar doet dat niet met veel overtuiging. Het regime in hoofdstand Pyongyang heeft ondertussen gezien wat met het Libisch regime en zijn leider is gebeurd.

De ontwikkeling van eigen kernwapens is geen recente beslissing. Het project werd reeds gestart door Kim Yong-Il in het begin van de jaren 1990 (zie  Waarom Noord-Korea kernwapens ontwikkelt). De beslissing om er mee te beginnen werd meer dan waarschijnlijk reeds genomen in 1989, onmiddellijk na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. De redenen die het regime daar zelf voor geeft zijn nog steeds dezelfde: het afschrikken van een invasie en het voorkomen van een instorting van het regime.

Sinds 1990 houden de VS en het Zuid-Koreaanse leger één- of tweemaal per jaar grootschalige militaire oefeningen waarbij een invasie van het noorden wordt gesimuleerd met een gemeenschappelijke oefening van land-, zee- en luchtmacht. Het is de stopzetting van deze jaarlijkse manoeuvres die Noord-Korea telkens weer als eis op tafel legt om de stopzetting van zijn kernwapenprogramma bespreekbaar te maken.

Eerdere toenaderingen

De huidige toenadering tussen Noord en Zuid is niet nieuw. In 1993 verklaarde het regime zich een eerste keer bereid om zijn nucleair programma op te geven. Het stond toen nog in zijn kinderschoenen. President Clinton weigerde echter het stopzetten van de jaarlijkse invasie-oefening te overwegen. Een jaar later werd alsnog een akkoord gesloten. Ondertussen had Noord-Korea materiaal voor één kernbom ontwikkeld, maar nog geen geschikte draagraket.

De Amerikaanse inlichtingendiensten bevestigen in hun onderzoeksrapporten dat Noord-Korea zich nauwgezet aan de afspraken van 1994 hield en zijn kernprogramma niet verder zette tot 2000. Toen zegde president W. Bush het akkoord op en koos terug voor de agressieve aanpak. De beloofde economische steun kwam er niet, waarmee voor Noord-Korea de voornaamste reden wegviel om zich aan het akkoord te houden.

Vijf jaar later had Noord-Korea voldoende materiaal voor acht tot tien kernbommen en werden de eerste tests van draagraketten uitgevoerd, met wisselend succes. In 2005 werd opnieuw een akkoord bereikt. Kort na dit akkoord besliste Bush dit akkoord alsnog te annuleren en sindsdien werkt Noord-Korea verder aan zijn eigen kernwapens.

Samen met Israel, Pakistan en India is Noord-Korea nu een van de vier kleine kernmachten die weigert toe te treden tot het Non-Proliferatieverdrag2 (NPT). Van deze vier is alleen Noord-Korea geen westers bondgenoot. Noord-Korea is er in geslaagd een aantal bruikbare kernbommen te produceren (de meeste experten schatten het op acht tot tien bommen, enkelen schatten het op ongeveer 25) en heeft het de draagraketten om ze te lanceren. Vanuit deze recent verworven zekerheid heeft het regime zich  bereid verklaard terug aan tafel te gaan zitten met Zuid-Korea en met de VS.

Trumps aanpak werkt, averechts

De aanpak van president Trump heeft daar zeker een invloed op gehad, maar niet op de manier die de VS bedoelden of nastreefden. Met zijn uiterst ondiplomatisch twittergedrag en het agressieve discours van zijn entourage heeft Trump voor de wereldopinie het doembeeld van vernietigende paddenstoelwolken zeer reëel gemaakt. Trump doet dit echter in een tijdperk dat de internationale dominantie van de VS niet meer zo evident is.

Zonder de minste twijfel heeft de Amerikaanse regering via haar ambassade in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel gepoogd om president Moon te verhinderen op het aanbod van een rechtstreeks gesprek met Kim Yong-Un in te gaan. Dat dit niet is gelukt heeft alles te maken met die verminderde overmacht, met de agressieve taal van president Trump en met de standvastigheid van president Moon.

Die verminderde overmacht bleek ook toen Trump de geplande ontmoeting met Kim Yong-Un opzegde. Zijn beslissing werd onmiddellijk beantwoord met een tweede onaangekondigde bilaterale ontmoeting tussen beide Koreaanse leiders. Trump kon daarna blijkbaar niets anders dan de ontmoeting terug te bevestigen.

Het kan lukken, waarschijnlijk is dat niet

Niets is voorspelbaar maar de kans dat zijn ontmoeting met Kim Yong-Un tot concrete resultaten zal leiden is bijzonder klein. Trumps nationale veiligheidsadviseur John Bolton is radicaal tegen. Zijn minister van buitenlandse zaken Mike Pompeo (foto) stelt dat alleen een volledige unilaterale ontmanteling van de Noord-Koreaanse kernwapens aanvaardbaar is, zonder dat de VS daar enige militaire toegeving tegenover plaatst.

Mike Pompeo with Kim-Jong-Un
(WikiMedia Commons)

Er is voor deze beleidsvoerders geen sprake van dat de VS hun permanente militaire aanwezigheid terugschroeven en hun jaarlijkse grootschalige invasie-oefening stopzetten.

Het zijn echter niet alleen de Republikeinen achter Trump die een echte oplossing in de weg staan, ook tientallen Democratische politici willen dat de ontmoeting mislukt. Ten gronde gaat dit voor de VS over een zaak die het Koreaanse conflict overstijgt. Dit gaat over de internationale ‘geloofwaardigheid’ van de VS als enige wereldmacht die waar dan ook ter wereld zijn wil kan opleggen.

Eerst en vooral is de huidige situatie met een verdeeld Korea een niet te versmaden opportuniteit om permanent Amerikaanse troepen te stationeren aan de oostelijke grenzen van Rusland en China. Voor de VS is het behoud van het huidige status quo tussen beide Korea’s de meest geschikte permanente ‘oplossing’. Nu Noord-Korea een effectief afschrikkingsmiddel heeft verworven met zijn kernwapens is een militaire invasie geen geloofwaardig dreigingsmiddel meer.

Daarenboven is het Amerikaanse beleid in Korea allesbehalve populair in Zuid-Korea. De Zuid-Koreaanse bevolking veracht weliswaar het feodale regime in Noord-Korea, dat ze naast fundamenteel ondemocratisch ook achterlijk en boers vinden. Dat maakt hen echter geen vrienden van de Amerikaanse militairen in hun land.

Rond de Amerikaanse basissen worden voortdurend protesten georganiseerd, tegen de agressieve aanpak van de Amerikaanse president, maar ook tegen meer lokale aspecten van die aanwezigheid. Amerikaanse soldaten gedragen zich zelden respectvol tegenover de lokale bevolking. De basissen houden geen enkele rekening met lokale verzuchtingen op gebied van leefmilieu, leefbaarheid, grondvervuiling, correcte tewerkstelling. Er zijn ook regelmatig incidenten met dronken soldaten (net zoals rond de Amerikaanse basissen in Japan).

Zuid- en Noord-Koreanen delen met elkaar het Koreaanse nationalisme en de afkeer van voormalig kolonisator Japan. Last but not least zijn er de talrijke familiale banden tussen duizenden Koreanen over de grenzen heen. Daarbovenop mag met niet vergeten dat een eventuele aanval van de VS zal leiden tot miljoenen slachtoffers in Noord- én Zuid-Korea (en in Japan). Dat weten de Koreanen aan beide zijden van de grens maar al te goed.

De woede van de neoconservatieve politici over de Noord-Koreaanse kernwapens heeft niets te maken met een of andere vrees dat het regime met die bommen de VS zou aanvallen, maar alles met de veranderde machtsverhoudingen die dat kernarsenaal heeft geschapen.

Openlijk kunnen de huidige machthebbers in de VS zich niet verzetten tegen toenaderingspogingen tussen de beide Korea’s. Officieel is een oplossing van het conflict immers de enige reden waarom de VS er militair aanwezig zijn. Een eventuele oplossing van dat conflict die niet is gebaseerd op de termen die de VS eenzijdig vastleggen is echter totaal onaanvaardbaar. Dit zou een precedent zijn voor andere landen om hun conflicten zonder de tussenkomst van de VS uit te klaren.

De VS zullen nog zeer lang het machtigste land ter wereld blijven en ook al neemt hun overmacht af, het gevaar voor een wereldwijde kernoorlog die zou beginnen in Korea is verre van geweken.

1  In Korea wordt de familienaam (Kim) altijd eerst geplaatst. De voornaam is een combinatie van voornaam van vader en zoon (Yong-Un) (in wisselende volgorde). 

2 Proliferatie betekent in het algemeen ‘groei’ of ‘verspreiding’, nucleaire proliferatie is de verspreiding van kernwapens. Het NPT-verdrag legt de lidstaten op de verspreiding van kernwapens tegen te houden, de lidstaten die reeds kernwapens bezitten moeten volgens het verdrag hun arsenaal afbouwen en streven naar volledige vernietiging.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.