Het blijft een succesnummer voor Vlaams-nationalistische partijen en politici. Telkens weer hameren ze op het onrecht van de onverantwoorde sociale ’transfers’ van Vlaanderen naar Wallonië en Brussel. Nuance en detail zijn daarbij overbodig. Bovendien is er een aspect dat ze steeds weer doodzwijgen: de transfers van Wallonië en Brussel naar de Vlaamse privé-sector. Niet nodig om dat eens te becijferen?
Om de zoveel jaren duikt het weer op, het duiveltje van de onrechtvaardige transfers van zuurverdiende Vlaamse centen naar Waalse en Brusselse profiteurs, die hun sociale zekerheid spijzen met het geld dat gul toestroomt vanuit het al te vriendelijke noorden.
Het is telkens weer onderwerp van felle uitspraken, maar ten gronde verandert er niets. Ook de federale regering van Charles Michel deed er de voorbije vijf jaar niets aan. Dat gebeurde notabene met een regeringscoalitie waarin nog nooit zo weinig Franstaligen waren vertegenwoordigd.
Grootste van de Vlaamse meerderheidspartijen was bovendien de Vlaams-nationalistische N-VA. Die transfers nemen wel geleidelijk af, maar dat heeft louter demografische en conjuncturele redenen. Met politieke besluitvorming of regeringsbeleid heeft dat niets te maken.
Een communautair blijvertje
Niets heeft de N-VA de voorbije vijf jaar gedaan om deze oude Vlaams-nationale eis te verwezenlijken. Het lijkt er eerder op dat de partij die toestand net wil bestendigen om zo aan te sturen op een splitsing van het land. Een oplossing van die transfers zou die splitsing net moeilijker maken. Niet doen dus, laten voortsudderen.
Er is nochtans heel wat betwistbaar aan deze voorstelling van zaken. Eerst en vooral is de berekening op basis van de taalgrens niet neutraal. Waarom niet op basis van de provincies? Heel eenvoudig (zie tabel): een uitsplitsing van de cijfers op basis van de provincies toont dat de Vlaamse provincies Limburg en West-Vlaanderen ook transfers krijgen, Limburg zelfs bijna evenveel als de Waalse provincies Namen en Luxemburg samen. Bovendien is de tweede grootste gulle gever van sociale transfers na Vlaams-Brabant de provincie Waals-Brabant.
Het gaat in de sociale zekerheid over ’transfers’ van gezonde burgers naar zieke. Zelfs de N-VA moet bekennen dat minstens een deel van die transfers de logica zelf van het systeem zijn. Een gezonde Waal of Brusselaar betaalt sociale zekerheid voor zowel de Vlaamse zieke medeburger als de Waalse en andere Brusselse persoon in nood. Een splitsing van de sociale zekerheid gaat die transfers dus niet zomaar opheffen. Binnen bepaalde ziektecategorieën kan er dan zelfs een kleiner bedrag vrijkomen voor bepaalde categorieën van Vlaamse zieken.
Het gaat hier over transfers van de bijdragen van sociale zekerheid van de werkende burgers (in privé en openbare sector) en van de bedrijven. De sociale zekerheid is op die manier een mechanisme van herverdeling van de geproduceerde welvaart. Zo wordt er koopkracht gecreëerd voor alle lagen van de bevolking, ook de laagst verdienende.
Daling van de koopkracht
Een plotse volledige splitsing van de sociale zekerheid zou dus leiden tot een daling van de koopkracht, vooral in de provincies Henegouwen en Luik, maar ook in Brussel, Limburg, Luxemburg, Namen en West-Vlaanderen. In West-Vlaanderen zou die daling nog meevallen omdat de koopkracht er al zeer hoog is. Een relatief kleine daling van de koopkracht maakt echter een groot verschil voor de kleine verdieners in Henegouwen en Luik.
Wie af en toe eens door Wallonië reist of er op vakantie gaat (een aanrader, bossen, rust, mooie stadjes, lekker eten, gastvrij onthaal!) zal merken hoeveel vrachtwagens van Vlaamse bedrijven er rondrijden, bouwbedrijven, leveranciers. Grootwarenhuizen halen heel veel van hun producten bij Vlaamse bedrijven,
Die ‘economische’ transfers uit Wallonië en Brussel naar Vlaanderen zijn aanzienlijk. Ze worden echter nooit degelijk berekend, maar ik durf voorspellen dat ze minstens even groot en waarschijnlijk nog groter zijn dan de sociale transfers in de andere richting.
Een daling van de koopkracht in Wallonië door een verlies van deze transfers zal met andere woorden onvermijdelijk ook leiden tot een verlies voor de Vlaamse privé-sector.
Dat weten ze bij de N-VA en het Vlaams Belang natuurlijk ook. Waarom dan die hetze over de transfers? Voor een deel grijpt het terug op dat aloude Vlaams-nationalistische underdogcomplex, dat la Belgique à papa met zijn vroegere mistoestanden blijft cultiveren. Ondertussen is Vlaanderen al lang met afstand de dominante economische speler in België, maar de mentaliteit blijft hangen. Meegaan met de tijd is niet aan Vlaams-nationalisten besteed.
Een ideologische strijd
De tweede reden gaat veel dieper. Dit is voor N-VA en Vlaams Belang een ideologisch project. De splitsing van de sociale zekerheid is voor hen de voorbode van de splitsing van het land. Dat die splitsing voor Vlaanderen economisch verlies zou betekenen vinden ze niet erg. Per slot van rekening zijn het toch eerder de minder welgestelde Vlamingen die dat zullen voelen.
De Vlaamse media doen volop mee aan deze vaudeville. Zo vergelijkt men graag het gemiddeld bedrag dat elk Vlaams gezin af zou geven aan elk Waals gezin, zonder er bij te vertellen dat dat Vlaams gemiddeld gezin na die afdracht nog altijd meer overhoudt dan dat Waalse gezin. Volgens de IESEG School of Management gaat het over 986 euro gemiddeld per Vlaming. Een studie over hoeveel elke Vlaming gemiddeld overhoudt na zijn belastingen en sociale afdrachten was anders ook wel interessant geweest. Niet dus.
Antwerpen boven
Nog dit als afsluiter: de roep voor de afschaffing van de transfers – in feite dus voor de splitsing van het land – komt vooral uit de provincie Antwerpen en uit de gelijknamige stad. Deze provincie met haar zeehaven als grootste economische pool van het hele land draagt nauwelijks de helft af van Oost-Vlaanderen (zie nogmaals de tabel). Waals-Brabant geeft met minder dan één vierde van de bevolking van Antwerpen (400.000 tegenover 1.833.000) driemaal zoveel, meer dan Antwerpen en Oost-Vlaanderen samen, en Vlaams-Brabant (zonder Brussel!) draagt met 1.130.000 inwoners zomaar eventjes vijf maal zoveel bij aan die transfers als de havenprovincie…
Het is niet helemaal zeker wie het ooit als eerste zei, maar men vermoedt dat het de Britse eerste minister Benjamin Disraeli (1874-1880) was, die ooit verklaarde: “There are three kinds of lies: lies, damned lies and statistics”. “Er zijn drie soorten leugens: leugens, verdomde leugens en statistieken.” Dat politieke partijen de feiten ‘verbuigen’ in functie van hun ideologische agenda is logisch. Het is de aard van het beestje.
Dat de media geen enkel kritisch weerwerk bieden is hier het echte probleem. Zo desinformeer je de burgers over wat er echt gaande is. De gevolgen spreken voor zich, zo blijkt uit de recente verkiezingsuitslagen.