De echte reden waarom Boris Johnson na het verpletterende verdict van het Brits Hooggerechtshof nog altijd aan kan blijven is nog steeds dezelfde als waarom Theresa May het voor hem zo lang heeft kunnen volhouden. Het te allen prijze voorkomen van een eerste minister Jeremy Corbyn die zou breken met veertig jaar neoliberaal beleid is het enige wat de Britse economische, politieke en media-elite nog bindt. Voor het overige is het complete chaos in de Britse politiek.
Het Brits Hooggerechtshof heeft op 24 september 2019 de beslissing van eerste minister Boris Johnson om het parlement te schorsen tot 15 oktober onwettig verklaard en vernietigd. Parlementsvoorzitter John Bercow roept het parlement reeds samen op 25 september.
Eerste minister Boris Johnson ziet zich verplicht zijn deelname aan de Algemene Vergadering van de VN in New York af te breken en het partijcongres van Labour werd met een dag ingekort. Alle partijvoorzitters van de oppositie riepen Johnson op om ontslag te nemen en de kortst zetelende eerste minister in de Britse geschiedenis te worden.
De kritiek in de Britse media is vernietigend voor Johnson. Vreemd genoeg is de oppositie tegen de Conservatieve regering net nu zeer zwak en stuurloos. Tenminste, dat is de indruk die de Britse media, met in hun kielzog de buitenlandse, aan het publiek (willen) geven.
Objectief en neutraal?
De Britse media hebben nooit uitgeblonken in objectieve berichtgeving over de politiek in het algemeen en politieke partijen in het bijzonder. De extreem lage, platte en vulgaire journalistieke (?) normen van Britse tabloids als The Sun en de Daily Mirror zijn ruim bekend.
Met de term ’tabloid’ werden oorspronkelijk dagbladen bedoeld die een kleiner formaat hadden ergens tussen klassieke kranten en weekbladen. Tabloid-journalistiek staat vandaag voor platte sensatie, roddel over beroemdheden, leugens, verdraaiingen, manipulatie, als artikels vermomde reclame voor televisieprogramma’s, foto’s van amper geklede jongedames (nooit heren) …
In Groot-Brittannië en daarbuiten hebben media als de BBC, The Independent en The Guardian daarentegen een zeer positief imago als ernstige kwaliteitsmedia, voorbeelden voor de rest van de wereld. Die mythe blijkt vooral dat te zijn: een mythe. Het voornaamste argument voor die kwaliteitsclaim is objectiviteit en neutraliteit.
Brits socioloog Tom Mills deed een grondig en gedetailleerd onderzoek over de openbare omroep BBC sinds zijn oprichting in 1923. Hij kwam tot heel andere conclusies. “In plaats van een openbare dienst die machthebbers ter verantwoording roept, blijkt de BBC volledig vervlochten te zijn met de politieke en economische macht in Groot-Brittannië.”
“Zijn structuur en cultuur worden volledig gevormd en bepaald door de belangen van machtige sectoren van de Britse maatschappij.” De BBC is niet rechts of links in de klassieke betekenis van die termen, maar volledig toegewijd aan de dominante krachten van het ogenblik (zie “De BBC of de mythe van een openbare dienst”, en de VRT?).
De BBC, de Guardian, de tabloids en Corbyn
Het blijkt vandaag niet anders te zijn. Recent onderzoek van de University of London toont dat de openbare omroep, The Guardian en The Sun systematisch falen in hun plicht om evenwichtig te berichten over Labour-voorzitter Jeremy Corbyn (zie Studie bewijst: Guardian, BBC vooringenomen tegen Corbyn).
De systematische vooringenomenheid van de Britse media tegen Corbyn blijkt vooral uit de manier waarop Corbyn zelf en de partij onder zijn leiding reeds vier jaar onafgebroken worden beschuldigd van ‘structureel antisemitisme’.
De feiten zeggen nochtans het omgekeerde: Van 1983 tot 2015 – de periode dat hij in het parlement een backbencher was – werden Corbyn en anti-semitisme 18 maal in een Brits krantenartikel vermeld, op een totaal van 3.659 artikels over Corbyn over 32 jaar. In die 18 artikels werden zijn politieke acties tégen anti-semitisme opgesomd.
In geen enkel van deze artikels werd een vermoeden geuit dat hij zelf antisemitisch zou zijn. Over het algemeen werd hij omschreven als ‘a decent bloke‘, een sympathieke, oprechte en voor de rest onbelangrijke backbencher die wat ouderwetse ideeën had over socialisme.
Voor 2015 onder vorige partijvoorzitters werd er binnen Labour eveneens regelmatig opgetreden tegen anti-semitische uitspraken en/of acties door partijleden of parlementsleden. Die werden ook wel vermeld in de media maar nooit gezien als een bewijs van institutioneel racisme binnen de partij, laat staan dat ze voorpaginanieuws waren.
Qua aantallen wordt de Conservatieve Partij van Theresa May en Boris Johnson overigens veel meer geplaagd door racistische, anti-semitische, islamofobe, homofobe acties en daden van de eigen achterban, maar dat zou je niet kunnen afleiden uit de berichtgeving. Boris Johnsons racistische uitspraken worden zeker niet verzwegen, maar ze worden nooit gekaderd in een globale kritiek op de Conservatieve Partij.
Zwak, stuurloos, onduidelijk
Een van de verwijten die de Britse pers voortdurend maakt aan het adres van Jeremy Corbyn is dat hij een zeer zwakke, onduidelijke, stuurloze leider van de oppositie zou zijn. Om dat te kunnen beweren moeten ze wel de uitslag van de parlementaire verkiezingen van 2017 negeren. (zie De nederlaag van May of de overwinning van Corbyn?).
Peilingen voorspelden toen een verpletterende nederlaag voor Labour onder Corbyn. Hij peilde twee maanden voor de verkiezingen 17 procent lager dan de Conservatieven. Die peilingen waren het argument voor eerste minister Theresa May om vervroegde verkiezingen uit te schrijven. Mediacommentatoren voorspelden zelfs het einde van de partij.
Jeremy Corbyn wist echter het beste resultaat te bereiken voor Labour in dertig jaar, meer dan Tony Blair bij zijn eerste en grootste overwinning in 1997. Corbyns door de Britse mainstream media compleet verguisde linkse programma sloeg wél aan. Bovendien deed hij dat na twee jaar onafgebroken anticampagne door alle Britse mainstream media.
Peilingen, kieswetgeving, Corbyn
Er zijn drie redenen waarom de opiniepeilingen er in 2017 zo ver naast zaten. Eerst en vooral zijn de door de media gebruikte peilingen hoogst onbetrouwbaar.
Ten tweede zijn de Britse media tijdens officiële verkiezingsperiodes wettelijk verplicht evenwichtig aandacht te geven aan de programma’s van alle politieke partijen. De onophoudelijke bashing van de maanden ervoor valt veertig dagen weg, net voor de verkiezingen.
En ten derde is Jeremy Corbyn een geweldig campagnebeest. Zijn massaal bijgewoonde meetings, de bewegingen rond hem, de bereidwilligheid van tienduizenden politieke activisten om voor hem te canvassen zijn ongeëvenaard. Conservatieve politici zijn er niets tegen.
Ook nu weer voorspellen de peilingen een nederlaag voor Corbyn. Hij haalt nu echter reeds hogere scores dan in 2017, terwijl de Conservatieven van Johnson hoogstens iets hoger scoren.
De grilligheid van het Britse verkiezingssysteem van één zetel per 650 kiesdistricten maakt een accurate voorspelling echter onmogelijk. Corbyn zal meer dan waarschijnlijk zijn score van 2017 herhalen. Het blijft echter onzeker of hij een parlementaire meerderheid van 326 zetels kan behalen.
Brexit
De meest onzekere factor blijft de Brexit, zowel voor de Conservatieven van Boris Johnson als voor Labour en Corbyn. Zijn tegenstanders verwijten hem onduidelijkheid over Brexit. Hun electorale strategie is de Brexit tot enig thema van de komende verkiezingen te maken.
Corbyn zondigt compleet tegen die aanpak. Volgens hem moet het over negen jaar neoliberaal beleid en sociale inleveringen gaan, net die thema’s waar de Conservatieven (en de Liberaal-Democraten) het niet over willen hebben. Corbyn herhaalt in elke toespraak dat Remainers en Leavers (pro-Brexit uit de EU) één gemeenschappelijke vijand hebben: het antisociale beleid van de regeringen Cameron-May-Johnson.
Op het partijcongres van Labour werd een voorstel goedgekeurd dat Corbyn opdraagt als eerste minister een zachte Brexit te onderhandelen met de EU, die de bestaande sociale beschermingen zou vrijwaren én om dat akkoord voor te leggen aan de bevolking met een tweede referendum, waarbij Remain de andere keuzemogelijkheid zal zijn.
Breuk met 40 jaar neoliberalisme
Er zijn nog wel meer redenen waarom de Britse elite – ondanks hun afkeuring van de aanpak van Boris Johnson – toch in geen geval een overwinning van Labour wil. Corbyn wil belangrijke overheidstaken terug nationaliseren: openbaar vervoer, water, elektriciteit. Hij wil de openbare gezondheidszorg NHS terug nationaliseren. Bovendien wil hij de Britse wapenhandel met Arabische dictaturen en met Israël stopzetten.
Volgens het editoriaal van De Standaard van 25 september 2019 ligt “de sterkte van Johnson in het strategische onvermogen van oppositieleider Jeremy Corbyn”. Bij de komende Britse parlementsverkiezingen zal blijken in welke mate die inschatting opnieuw even verkeerd en vooringenomen is als twee jaar geleden.
Zie ook:
Waarom Theresa May na meest verpletterende nederlaag ooit kan aanblijven? Nog steeds Jeremy Corbyn
Slottoespraak van partijvoorzitter Jeremy Corbyn op de partijconferentie van september 2019: