Noam Chomsky is veel meer dan de auteur van ontelbare boeken, lezingen, artikels en interviews. Zijn kristalheldere autopsie van de werkelijke drijfveren achter de internationale politiek kan – vooral bij wie hem voor het eerst leert kennen – een gevoel van onmacht veroorzaken. Zoveel informatie, zoveel inzichten. Waar te beginnen? Voor hen is het boek ‘Chomsky for activists’ een onverwachte en aangename verrassing. Chomsky heeft hen heel wat te bieden.
Wie na een allereerste kennismaking met Noam Chomsky, via één van zijn meer dan tweehonderd boeken, zijn duizenden artikels, lezingen of interviews verder gaat napluizen wat deze man te bieden heeft, zal ongetwijfeld even een gevoel van onmacht niet kunnen onderdrukken. Zoveel analyse, zoveel inzichten, zoveel informatie. Wat te doen? Voor hen komt het boek Chomsky for activists op het juiste ogenblik.
Charles Derber, professor sociologie aan het Boston College, Suren Moodliar, hoofdredacteur van het blad Socialism and Democracy, eveneens in Boston en Paul Shannon, 40 jaar lang archivaris en activist voor het American Friends Service Committee spraken met Chomsky en met 12 activisten die hem leerden kennen en appreciëren tijdens de voorbije decennia.
In het voorwoord schrijft Codepink-activiste Medea Benjamin: “Chomsky for Activists is een stimulerend geschenk voor al wie zich gedeprimeerd of verward voelt over de toestand van onze natie (de VS) en van de wereld. Lees het en schiet in actie.”
Hier spreekt Chomsky over zijn jeugd en zijn jonge jaren. Zo leren de lezers dat hij reeds lang voor hij bekend werd als wetenschapper en auteur al jarenlang activist was. Waar vond Chomsky zelf zijn inspiratie, hoe kwamen zijn inzichten tot stand? Chomsky blikt terug op een rijk verleden. Op 28 december 2021 wordt hij 93, wat hem toelaat vergelijkingen te maken en lering te trekken uit honderden ervaringen die voor de jonge volger tot een verre geschiedenis lijken te behoren.
Chomsky was 11 toen de fascisten van Franco het laatste democratische verzet braken, een jaar voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Hij kon wat in de kranten (hét dominante medium van die tijd, naast radio) beschreven werd over oprukkend extreemrechts in Europa vergelijken met zijn eigen leefwereld als kind van een Joods gezin in een overwegend Ierse en Duitse wijk in zijn geboortestad Philadelphia. Hij zag er de openlijke steun voor Hitler, voor Franco en Mussolini en de haat tegen Joden.
Zes jaar later, hij is amper 17, kijkt hij ontzet toe hoe iedereen rond hem staat te juichen omdat hun land net twee atoombommen heeft gedropt op Hiroshima en Nagasaki. Daar ontstaat de kiem voor zijn levenslange kritiek op de massamedia, en zijn inzet tegen de oorlogen die zijn eigen vaderland over heel de wereld met de regelmaat van de klok blijft voeren. Die oorlogen hebben steeds weer één ding met elkaar gemeen. Met behulp van de welwillende mediabedrijven – want dat zijn ze: bedrijven die winst willen – worden de echte redenen voor elke gewapende ingreep netjes ingebed in een of ander nobel streven. Telkens blijft de Amerikaanse bevolking grotendeels onwetend over de ware redenen waarom hun regering, hun president deze beslissing neemt.
Eerst was hij activist, pas veel later auteur
Nog voor hij aan de universiteit begint te studeren en lang voor hij aan het Massachusetts Institute of Technology een leerstoel krijgt, is hij actief betrokken bij het aanvankelijk zeer kleinschalig anti-oorlogsprotest, organiseert hij groeperingen, geeft steun en advies voor acties, gaat spreken in de wijde omgeving van de stad waar hij het grootste deel van zijn leven zal doorbrengen: Boston, Massachusetts.
Het is daar dat andere activisten hem leren kennen wanneer ze samen met hem optrekken. Theateracteur Wallace Shawn, Codepink-activiste Medea Benjamin, Irak-veteraan tijdens de twee oorlogen tegen Fallujah Ross Caputi, media-analisten Robert McChesney en Norman Solomon (en nog vele anderen) geven hun indrukken van de man, zijn persoonlijkheid, zijn bereikbaarheid. Van hen leren we wat voor mens Chomsky eigenlijk is. Warm, geduldig, beleefd en respectvol – ook voor wie hem beledigt of assertief/agressief poogt hem op een of andere contradictie te betrappen – en vooral, zéér toegankelijk.
Chomsky ontmaskert de schijn en de pretenties. Zo wijst hij er op dat er in het ‘progressieve noordwesten’ wel grote steun was voor de strijd tegen het racisme in het zuiden en voor gelijke burgerrechten daar, zolang het maar ging over racistische flikken ginder heel ver weg. Toen Martin Luther King ook het sociale onrecht en het structureel racisme achter de economische uitbuiting in heel het land – dus ook in staten als Massachusetts – wou aanpakken, werd King plots een ‘radicaal’.
Jarenlang trok hij op met zijn goede vriend historicus Howard Zinn (1922-2010) wiens belang hij zelf veel hoger inschat dan het zijne. “Hij had een heel andere stijl dan ik. We waren een goed team”. Zijn historische ervaring brengt hem tot aangenaam verrassende vaststellingen: “Er is nu veel meer activisme dan tijdens de piek van de jaren 1960.”
Hedendaags activisme is echter niet zonder problemen of tekortkomingen: “Wat het aantal betrokken mensen betreft is het waarschijnlijk hoger dan ooit tevoren, veel hoger. Maar het is geatomiseerd, versplinterd, een gevolg van het feit dat de maatschappij zelf versplinterd is. Mensen schieten in actie los van elkaar.”
De media berichtten er toen ook heel negatief over, maar de thema’s die het protest aanhaalde, kwamen wel aan bod. Het verschil met nu is dat de media keihard hun best doen om ons allen de indruk te geven dat er nu minder activisme zou zijn, dat het vandaag geen zin meer zou hebben, voorbijgestreefd is, etcetera (lees bijvoorbeeld de uniforme commentaren in de Vlaamse media over de aangekondigde sociale actiedag van 29 maart).
Sociale actie is altijd zinvol
Niets is minder waar: sociale actie is altijd zinvol, het is altijd zo geweest en is dat ook vandaag. Tussendoor vernemen we dat Chomsky een van de weinige witte aanwezigen was op de begrafenis van Fred Hampton, de Black Panther-leider die in januari 1969 door de politie van Chicago op bevel van FBI-chef J. Edgar Hoover werd vermoord. Zelfs in zijn eigen kennissenkring begrepen ze niet waarom hij dat deed. Black Panthers, dat waren eigenlijk toch terroristen?
Het is slechts een van de vele dingen die hij deed en bleef doen tot op zeer hoge leeftijd. In feite is zijn deelname aan acties, zijn bereidheid om te komen spreken, slechts echt gestopt begin 2020, met de pandemie. De laatste tien jaar was die inzet zeker al verminderd, gezien zijn hoge leeftijd, maar gestopt is hij in feite nog steeds niet. Hij blijft bereikbaar voor interviews en panelgesprekken vanuit zijn woonkamer en blijkt daarbij zeer goed op de hoogte te zijn van de actualiteit. Nog steeds leest hij elke dag kranten, surft naar informatie op het internet en gemiddeld drie uur per dag beantwoordt hij mails.
In tegenstelling tot wat sommigen onterecht van hem vermoeden, is Chomsky allesbehalve een pessimist. Van 1945 tot vandaag “tegen het dodende virus in, tegen de diepe economische depressie, het groeiende autoritarisme en de bedreigingen voor het leven op aarde in vindt hij inspiratie bij jeugdbewegingen en bij wereldwijd links – hij inspireert zich op de uitspraak van Gramsci voor een “pessimisme van het intellect, optimisme van de wil”.
Dit boek werd geschreven toen de verkiezingsstrijd tussen Biden en Trump nog onbeslist was. Volgens Chomsky maakt Trump wel degelijk kans om herkozen te raken, wat een ramp voor heel de wereld zou zijn. Maar als Biden het zou halen, mag men niet op zijn lauweren rusten. Met Biden in het Witte Huis komt er een terugkeer van het ‘normaal’ van Obama, W. Bush, Clinton, Bush senior en Reagan. Activisme moet nog meer dan onder Trump de publieke opinie wakker en geïnformeerd houden.
Dat heeft al gewerkt in het verleden. President Reagan kon geen openlijke oorlog meer voeren in Centraal-Amerika en moest overschakelen op clandestiene operaties met plaatselijke moordcommando’s. Wreed genoeg voor de slachtoffers maar niet langer even erg als de tapijtbombardementen, de napalm en de dioxine die over Vietnam, Laos en Cambodja regenden.
Dit kon omdat voor de eerste maal in de Amerikaanse geschiedenis gewone Amerikanen – dikwijls uit conservatieve kerkgroeperingen – naar El Salvador, Guatemala en andere landen trokken, om er met hun witte geprivilegieerde aanwezigheid bruine mensen te beschermen tegen de misdaden van hun eigen regering. Die aanwezigheid was te danken aan lokaal activisme. “Ik ging spreken voor kerkgemeenschappen die beter dan ikzelf waren geïnformeerd over de steun van hun regering aan de doodseskaders in Guatemala.” Daar lees je tot vandaag niets over in de mainstream maar het is wel zo gebeurd.
Dat kan vandaag ook lukken
Er is niets dat tegenspreekt dat dit vandaag ook mogelijk is. Zo worden vandaag Congresleden gedwongen tot het aanvaarden van een Green New Deal. Dat voorstel gaat nog lang niet ver genoeg, maar het gaat in ieder geval veel verder dan de grote economische belangengroepen zouden willen. Ze worden verplicht standpunten in te nemen en vallen dan door de mand. Ook dat is een gevolg van jarenlang activisme.
Chomsky wordt dit jaar 93. Wat na hem? Zijn opvolgers zijn er al, enkele vernoemt hij zelf bij naam, zoals Vijay Prashad. Net als Chomsky wordt Prashad volledig genegeerd door de grote media. Zijn analyses (waarvan er al meerdere in vertaling op deze site verschenen) bouwen verder op het gedachtengoed van Chomsky.
Chomsky biedt naast zijn gedrukte werk van boeken artikels, interviews, uitgeschreven lezingen ook een enorm video-archief, dat nog jaren inspiratie zal bieden. De usual media-pundits hebben zonder de minste twijfel hun nijdige, minachtende obituaria al klaar liggen. Ontmaskerd worden valt niet goed in deze kringen. Ze hebben gelukkig het voordeel van de complete voorspelbaarheid. Chomsky blijft er zijn minzame zelf bij (en net dat maakt hen nog woester – het is hen gegund).
Hoeft het nog gezegd. Dit boek is een zoveelste aanrader.
Charles Derber, Suren Moodliar, Paul Shannon. Chomsky for activists. Routledge, London, 2020. 203 pp. (zonder index en voetnoten). ISBN 978 0 367 54339 6
Dit boek is het tweede in de nieuwe reeks Universalizing Resistance Series van uitgeverij Routledge.