Mijnheer de staatssecretaris, ik heb met enige verbijstering uw argumentatie gehoord in het VRT-programma Terzake om een collectieve regularisatie zoals in 2000 en 2009 te weigeren. “Het is niet de bedoeling dat iemand die hier 10 jaar in het zwart werkt en economisch uitgebuit wordt, op basis daarvan erkend wordt.” Is het daarentegen wel de bedoeling de flagrante wetsovertredingen van zij die dit zwartwerk organiseren te blijven tolereren?
Volgens uw redenering geeft collectieve regularisatie een verkeerde boodschap aan anderen die hier pakweg al acht jaar ‘illegaal’ verblijven, om nog twee jaar ‘in het zwart’ door te gaan om zo toch ‘legaal’ te worden. Uw cijfer van tien jaar is overigens een grove onderschatting. Tussen de hongerstakers zitten mensen die hier al achttien jaar in het zwart werken, onder meer als kok, zodat u en ik niet al te duur op restaurant kunnen.
Ik ga hier niet uitweiden over de onuitgesproken vooroordelen verborgen in de uitdrukking ‘in het zwart werken’ (of over de term ‘illegalen’ voor medemensen in nood), u bent immers verre van de enige die deze omschrijving gebruikt. Wat mij stoort aan uw discours is dat u zwartwerk gebruikt als argument tegen deze mensen.
Als ik uw redenering in zijn bitsige logica doortrek zijn deze ‘illegalen’ zélf verantwoordelijk voor het bestaan van zwartwerk, hebben zij dat illegale systeem zelfs nodig als opstap naar een legaal bestaan. Zij hebben er met andere woorden alle belang bij dat zwartwerk blijft bestaan.
Hebben de federale regering waar uzelf lid van bent en de voorgaande federale regeringen waar uw partij CD&V sinds 2007 onafgebroken deel van uitmaakt dan geen enkele verantwoordelijkheid om werkgevers die deze mensen uitbuiten te vervolgen voor hun misdrijven, voor hun overtredingen van de wetten, voor hun diefstal van overheidsinkomsten voor onze sociale zekerheid?
Wat als morgen een regeringsmeerderheid aantreedt die zwartwerk, economische uitbuiting, lage lonen, slechte werkomstandigheden, onzekere arbeidscontracten (of eerder: géén contracten) best OK vindt, omdat deze praktijken nu eenmaal winst genereren (voor de juiste personen)?
Wat als die regeringsmeerderheid om een of andere reden wel zou snappen dat ze dat niet zomaar openlijk kan zeggen? Wat zou die regering dan anders doen om zijn doel te bereiken dan de huidige, waar u lid van bent? Het antwoord is eenvoudig: die regering zou identiek doen wat u nu doet.
Het beleid van deze regering waar u uw deel van de verantwoordelijkheid draagt heeft een heel selectieve interpretatie van wat wettelijk kan en niet kan. Van bouwovertredingen tot fiscale ontwijking door grote bedrijven en gefortuneerden, de lijst maatschappelijke praktijken waarvoor uw partij soepelheid, zelfs begrip, toont is zeer lang.
U zal wel beweren dat fiscale amnestie voor megadieven, exuberante verloning van CEO’s die de opdracht hebben overheidsbedrijven en zorginstellingen naar privatisering te ‘leiden’ niets te maken heeft met het asielbeleid.
Ik stel u vlakaf dat dit onlosmakelijk met elkaar verbonden is en toont wat het echte mensbeeld is waar u en uw partij voor staan. De vanzelfsprekende soepelheid waarmee uw partij, pakweg de lobby van de grote agrobedrijven, toestaat om jarenlang wetten te overtreden gaat perfect samen met uw beleid om asielzoekers net wel aan de letter van de wet te onderwerpen.
Volgens uw redenering geldt voor de onderlaag van de maatschappij alleen de letterlijke interpretatie van wet. U bent zeker niet de eerste politicus die bereid is voor deelname aan de macht zo ver te gaan. Velen zijn u al voorgegaan. Strenge wetten voor de underdog, begrijpende souplesse voor de anderen, het is van alle tijden. Niets hiervan is een excuus voor wat u nu doet. Wat u doet was toen ook verwerpelijk en is dat nog steeds.
U hebt zich bereid verklaard het asielbeleid van uw illustere voorganger verder te zetten (die overigens eveneens hetzelfde beleid voerde als al zijn voorgangers), zij het met een andere, ietwat zachtere, minder openlijk agressieve en haatdragende retoriek. Ten gronde zet u echter gewoon verder wat uw voorganger deed. Het staat trouwens zo in het regeerakkoord.
Dat akkoord is nogmaals een goed voorbeeld van politieke selectiviteit. De lijst afwijkingen of verdraaiingen van wat in zowat alle regeerakkoorden van de voorbije veertig jaar staat is zeer lang. Respecteren van een regeerakkoord is eerder de uitzondering dan de regel, behalve blijkbaar als het over zaken als asielbeleid gaat.
Ik heb het hier niet eens gehad over het menselijke drama dat zich ondertussen afspeelt. Hongerstakingen zijn geen ‘drukkingsmiddel’, het zijn wanhoopsdaden van mensen, die niet de kans hadden zoals pakweg Iraakse vluchtelingen in de jaren 1970 om hun land te ontvluchten toen de vluchtelingenproblematiek door uw partij (en door uw coalitiepartners) nog niet werd aanzien als een handig afleidingsmanoeuvre voor het harde antisociale beleid van de voorbije veertig jaar.
U zou er natuurlijk ook kunnen voor pleiten om niet de hongerstakers aan te pakken maar de personen die dit zwartwerk organiseren. U zou ervoor kunnen kiezen om meer sociale inspecteurs te benoemen, zodat er geen rampzalige ongevallen meer gebeuren zoals op die bouwwerf in Antwerpen. Dat is een keuze die u niet maakt.
Maar goed, de wet dus. ls het inderdaad de taak van ministers en staatssecretarissen om enkel en alleen maar de wet toe te passen? Kunnen we u dan niet gewoon vervangen door uw hoogste ambtenaar?
Als u een eerlijk politicus was, zou u dit gezegd hebben in Terzake: “Voor sommige overtreders van de wet zijn we soepel, voor sommigen doen we zelfs of we het niet zien, voor anderen zoals asielzoekers zijn we net wel heel streng. Dat zijn nu eenmaal de keuzes die wij maken en het is die keuze die ik hier kom verdedigen.” Nu ja, nuchter blijven, als u een eerlijke politicus was geweest, had men u nooit gekozen om staatssecretaris te worden.
Ach, u kan dit ook alleen maar doen omdat uw coalitiepartners Groen en Vooruit, de voormalige sociaaldemocraten, uw beleidsbeslissingen de facto goedkeuren. Zij zijn even verantwoordelijk voor deze gang van zaken als u (en uw partij).
Mijnheer de staatssecretaris, u doet niets uitzonderlijk. Uw onmenselijkheid is van alle tijden, maar het verzet er tegen ook.
De geschiedenis zal u geen gelijk geven.