In Colombia is sinds 31 mei een nationale staking bezig met dagelijkse acties, een golf van protest zonder voorgaande in de Colombiaanse geschiedenis. Activisten en organisatoren vragen internationale solidariteit om de moordende repressie te overleven. Tot nu is deze opstand echter een non-issue in de westerse mainstream media.
De nationale stakingsgolf sinds 28 april 2010 in Colombia volgt op twee maanden protestacties verspreid over het land. Ze begonnen in maart als acties tegen nieuwe fiscale maatregelen van president Duque’s regering. Die wilde hogere belastingen heffen op een reeks basisconsumptiegoederen, openbare diensten zoals het openbaar vervoer duurder maken en de reeds povere pensioenen nog verlagen.
InBev
Deze maatregelen treffen uitsluitend de arme Colombianen, werklozen en de miljoenen laagbetaalde werkende bevolking. De besparingsplannen laten financiële concerns zoals de Aval Group van miljardair Luis Carlos Sarmiento volledig ongemoeid. Hij controleert een derde van de volledige bankensector van Colombia. Ook de telecombedrijven van Alejandro Santo Domingo, de Belgisch-Amerikaanse bierbrouwer Anheuser-Busch InBev en de suikerbedrijven en tv-zenders van Carlos Ardilla Lülle blijven volledig buiten schot en rijven zelfs nog meer fiscale voordelen binnen.
21 miljoen Colombianen, ongeveer 42 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Bijna de helft van mensen met een baan hebben geen enkel arbeidscontract, geen werkzekerheid en geen sociale rechten of ziekteverzekering (cijfers van de overheidsdienst DANE). Zij leven van dag tot dag, week na week, kunnen geen degelijke huurcontracten afsluiten, laat staan hypotheken krijgen voor de aankoop van een huis of van landbouwgronden.
Dit eerste protest heeft zich echter uitgebreid naar eisen voor degelijk onderwijs, tewerkstelling en gezondheidszorg en tegen het dagelijkse geweld van politie en leger[1] en van de gewapende privé-milities in dienst van de grootgrondbezitters en de grote bedrijven (wat men in Latijns-Amerika ‘paramilitairen’ noemt).
Geweld is altijd al endemisch in Colombia. Het in 2016 met vorig president Santos afgesloten vredesproces met de FARC wordt door huidig president Duque volledig gesaboteerd. Reeds 25 voormalige FARC-onderhandelaars werden sindsdien vermoord. Alleen al in 2021 werden 67 verdedigers van de mensenrechten, vakbondsleiders, journalisten en leiders van inheemse volkeren standrechtelijk[2] vermoord (het hoogste cijfer ter wereld).
De regering pakt de COVID-pandemie zeer selectief aan voor de rijken (overal, in steden en op het platteland) en voor de hogere middenklasse in de steden. Bijna 90 procent van alle COVID-doden behoren tot het armste deel van de bevolking (terwijl ze 42 procent van de bevolking uitmaken, zie cijfers hierboven).
15 miljoen Colombianen
Het is niet de eerste maal dat wordt geprotesteerd in Colombia. Ook in 2017 was er maandenlang protest. Toen was dat nog grotendeels door de inheemse en de plattelandsbevolking en in de kleine landelijke steden. Zo massaal als nu was het echter nooit tevoren. Naar schatting 15 miljoen Colombianen in een land met 50 miljoen inwoners neemt er aan deel.
Sinds de nationale staking officieel werd afgeroepen op 28 april 2021 werden volgens de organisatie Indepaz reeds 71 mensen vermoord tijdens acties, wegblokkades, stakingen, betogingen, waarvan meer dan 50 in Cali alleen, de hoofdstad van de deelstaat Valle del Cauca aan de kust van de Stille Oceaan. De brute repressie is er echter niet in geslaagd een blokkade van de zeehaven van Buenaventura in de deelstaat te breken.
Reeds voor deze stakingsgolf (en ook tijdens) gaan leger en politie door met het verkleden van vermoorde Colombianen (grotendeels jonge en minderjarige mannen) als ‘terroristen van de FARC’ of van de nog actieve guerrillagroepen ELN en EPL. Zij doen dat ongestoord door het schandaal van de ‘falsos positivos’ van de voorbije jaren, toen bewijzen van hun bedrog werden aangetoond door bewegingen voor de mensenrechten. Paramilitaire groeperingen worden in de kleinere steden en op het platteland openlijk ingezet naast politie en leger om actievoerders te onderdrukken.
De regering voelt zich gesterkt door het stilzwijgen van de westerse regeringen en hun mainstream media om hier mee door te gaan, zoals ze dat in feite reeds vijftig jaar doen. De commerciële media in Colombia zijn volledig in handen van oligarchen. Zij verspreiden een compleet vertekend beeld van de protesten, die ze weergeven als ‘criminele bendes’, ’tuig’, ‘dieven’, ‘luieriken’.
Het sociale drama is dat voor deze regering een deel van de bevolking ‘overbodig’ is om de economie te laten draaien. Voor de industrie maar vooral voor de extensieve landbouw- en bosbouwsectoren en voor de mijnbouw zijn er meer dan voldoende arbeidskrachten.
De diepe oorzaak van dit conflict is nog steeds dezelfde als voorbije vijftig jaar: het gebruik van het land. Agrobedrijven jagen inheemse volkeren weg met de terreur van hun gewapende ‘paramilitaire’ privé-milities, die dikwijls groter en beter uitgerust zijn dan de lokale politieafdelingen (waar ze bovendien hun collaborateurs hebben).
‘Full metal ecowarriors‘
Komt de waarheid van Colombia nauwelijks aan bod in onze media, de Colombiaanse regering weet ondertussen goed hoe ze zich moet verkopen in het buitenland. Recent wordt zowaar het leger ingeschakeld “om de natuur te beschermen” tegen illegale boskap. Ze pakken echter uitsluitend illegale boskap aan door inheemse gemeenschappen die van hun land verdreven werden, om zo ‘lege territoria’ te creëren. De Engelstalige krant The City Paper in de hoofdstad Bogotá noemt deze soldaten zonder enige schaamtegevoel ‘full metal ecowarriors’[3].
42 procent van Colombia is Amazone-regenwoud. Ontbossing gaat er al tientallen jaren door, maar sinds 2018 is die in een stroomversnelling geraakt. De voorbije drie jaar werd elk jaar tussen 100.000 en 200.000 hectare ontbost, ten bate van grootschalige ranching voor extensieve veeteelt, voor cocateelt[4] voor cocaïne, voor wegen en mijnbouw. Meer aandacht geven de Colombiaanse regering en de media aan de 9.000 hectare regenwoud die hun ‘ecowarriors’ elk jaar ‘bevrijden’.
Een flagrant voorbeeld van deze schandalige praktijk is de mishandeling van het volk van de Labarce. Dit zijn zeer donkerhuidige Afro-Colombianen, die in de deelstaat Sucre minstens sinds begin 20ste eeuw hun gemeenschappelijke velden bewerken – zij kennen geen privé-eigendom.
In 2002 maakte de centrale overheid hun territorium tot deel van het natuurreservaat Santuario de Flora y Fauna el Corchal en werden zij in een klap ‘illegale settlers’. In de eeuw die zij daar woonden, hadden zij steeds in evenwicht met de natuur geleefd volgens hun tradities en geloof. Zij zijn afstammelingen van bevrijde slaven, die door de witte bevolking naar die regio werden verdreven, ver weg in wat volgens de heersende witte klasse toen lege en oninteressante oerwouden aan de Stille Oceaan waren.
Dit fenomeen doet zich overigens ook voor in Afrika. Keniaans academicus Mordecai Ogada vat het zo samen: “De liefde van buitenlanders voor onze fauna en flora is gewoonlijk een goede maatstaf voor hun haat tegen de inheemse bevolking”.
Dit alles gebeurt terwijl de Colombiaanse Grondwet verplichte toestemming van inheemse volkeren vereist voor elke activiteit in inheemse gebieden. Dat overleg bestaat wel. Het zijn formele samenkomsten zonder inhoud met collaborerende ‘leiders’ of onder bedreiging van terreur door aanwezige paramilitairen.
Canadese mijnbouwers
Naast Colombiaanse, VS-, Spaanse, Braziliaanse en Franse bedrijven zijn de grootste boosdoeners Canadese concerns als Cosigo Resources, Auxico Resources, Amerisur Resources. Als terreur of omkoping niet meer werkt, gaan ze over tot een juridische strijd: deze bedrijven claimen dat de inspraak van inheemse volkeren in de Grondwet een inbreuk is op hun rechten als investeerders in vrijhandelsakkoorden. Die akkoorden vereisen exclusieve ‘rechtspraak’ door eigen arbitrage, zonder inspraak van nationale rechtbanken.
Martha Lisbeth Alfonso Jurado is sociologe en mede-oprichtster van het Colectivo de Mujeres del Tolima (in de gelijknamige deelstaat Tolima) en activiste in het Red Nacional de Mujeres. Zij bevestigt de diepere oorzaken van het geweld: “Dit is een land waar sociale onrust het product is van diepe, structurele en historische ongelijkheid die de mensen niet langer verdragen” (zie deze YouTube, 9:11, Spaans met Engelse ondertitels):
Sociaal protest is er dus altijd geweest maar “de huidige protesten zijn zonder precedent in de geschiedenis van de politieke en sociale bewegingen (in Colombia)”. Zij verklaart ook waarom de protesten zich vooral richten tegen voormalig president Uribe (2002-2010) en minder tegen huidige president Duque (sinds 2018). Uribe is de machtige man achter Duque.
Ooit stond hij op de lijst van de DEA, de VS-overheidsdienst voor de strijd tegen drugs, als lid van de drugskartels in zijn geboortestad Medellín, samen met zijn broer en zijn vader. Sinds hij tot president werd verkozen en veel meer nog dan al zijn voorgangers de kant van de VS koos, is hij in de VS een welgekomen gast en achter de schermen heeft hij nog steeds enorme politieke macht.
‘Democratuur’
Volgens Jurado is Colombia nog steeds een “democratuur”[5], een dictatuur met de vormelijke kenmerken van een parlementaire democratie met de schijn van eerlijke verkiezingen. Dit regime heeft elke poging tot sociale emancipatie bloedig onderdrukt. Het gevolg was de overgang tot gewapend verzet, dat er tientallen jaren niet in slaagde het regime omver te werpen en geleidelijk zelf is overgegaan tot grove schendingen van de mensenrechten.
Het nu in elkaar klappende vredesproces van 2016 met de FARC is niet de eerste mislukte poging van het gewapend verzet om via democratische weg het land te hervormen. In de jaren 1980 richtten ex-guerrillero’s na een toenmalig vredesakkoord de partij Unión Patriótica op en namen deel aan verkiezingen. Op twee jaar tijd werden alle verkozen parlementsleden, tientallen verkozen burgemeesters en lokale verkozenen en partijkaders uitgemoord, totaal meer dan 4.000 doden. Een democratische politieke partij werd volledig uitgeroeid zonder dat het ‘vrije’ westen een kik gaf.
Dat gebrek aan steun uit het buitenland heeft het regime altijd gesterkt in zijn wrede volharding. Nogmaals Martha Jurado: “Het huidige geweld in Colombia heeft gruwelijke historische precedenten. De Colombiaanse sociale bewegingen hebben internationale solidariteit broodnodig”.
Voorlopig ziet het er niet naar uit dat die solidariteit er komt. Europese en Belgische mainstream media hebben het te druk met elk echt en verzonnen detail van de voorbije vijf jaar in buurland Venezuela om enige aandacht te geven aan vijftig jaar gruwelijk onrecht in buurland Colombia. Colombia wordt zelfs opgevoerd als bondgenoot voor het ‘herstel van democratie en mensenrechten in Venezuela’.
Bronnen:
Colombia, Between Extermination and Emancipation
Colombian activist explains the country’s current humanitarian emergency
Is Colombia’s Military Displacing Peasants to Protect the Environment or Sell Off Natural Resources?
Colombia enters a new phase of popular mobilization
Colombia’s leaders want to stain their country with the blood of the working class\
Notes:
[1] Zoals in de meeste Latijns-Amerikaanse landen is de politie één van de onderdelen van het leger naast landmacht, luchtmacht en zeemacht.
[2] De term ‘standrechtelijk’ is wat misleidend. Wat wordt bedoeld zijn onmiddellijke executies – ook door politie en leger – zonder enige vorm van proces of akte van beschuldiging. Doden tijdens vuurgevechten worden in deze cijfers niet meegerekend.
[3] Deze meme is gebaseerd op de film ‘Full Metal Jacket’ (1987) van cineast Stanley Kubrick. De gebruikers hebben de film niet goed bekeken, want die gaat over de waanzin waarin soldaten overgaan tot gruwelijke misdaden tijdens de oorlog tegen Vietnam.
[4] Dus niet voor de kleine coca-telers. Coca is een traditionele plant die boeren kleinschalig kweken voor eigen gebruik, om te kauwen of te bereiden zoals koffie. De chemische verwerking tot de drug cocaïne is hen onbekend. Het is een door de Colombiaanse drugsmaffia uit de VS ingevoerd proces, dat door de paramilitairen wordt gebruikt voor zijn financiering.
[5] Een ironische samenvoeging van ‘democratie’ en ‘dictatuur’. Werd voor het eerst gebruikt door Uruguayaans auteur Eduardo Galeano.