‘Imperialisme voor Beginners – De CIA, naar coups en naar politieke moorden’ van Indiaas journalist en historicus Vijay Prashad is een ideale inleiding tot de échte geschiedenis van het buitenlands beleid van de VS sinds het ontstaan van de federatie der Verenigde Staten. Niet bepaald het dagelijkse verhaaltje van de mainstream media.
De VS (en zijn bondgenoten) willen democratie en mensenrechten brengen naar de rest van de wereld. Daarbij begaan ze wel eens fouten, worden tactische en strategische vergissingen begaan. Soms zijn fatale ‘blunders’ het gevolg. Gebrek aan kennis ter plaatse, gebrek aan voorbereiding, verkeerde inschattingen, tactische blunders … Wat echter altijd boven alle twijfel verheven is: het werd/wordt allemaal met de beste intenties gedaan.
Wie dit narratief als evident beschouwt, waar geen bewijzen voor nodig zijn en niet vertrouwd is met de visie van Vijay Prashad of andere auteurs zoals Noam Chomsky, William Blum, Michael Parenti, John Pilger, Robert Fisk e.a., kan slechts op twee manieren op dit boek reageren: met ongeloof of verbijstering.
Ofwel is dit een leugenboek van A tot Z en leg je Imperialisme voor Beginners weg om nooit meer te bekijken, terug naar de veilige haven van de grote media en de mooie principes van het buitenlands beleid van de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, de EU-lidstaten en hun bondgenoten in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO).
Maar, wat als zelfs maar een klein deeltje van dit verhaal klopt? Wel, sceptici kunnen op zoek gaan naar meer informatie.
In de inleiding legt Prashad zijn werkwijze uit. Zijn bronnen zijn de eigen rapporten van de VS-overheid, de CIA-publicaties, de Amerikaanse media. Wie diep genoeg gaat graven ziet een patroon. De officiële redenen voor oorlog of andere vormen van inmenging in andere landen komen nooit overeen met de echte motieven … Het is niet nieuw. Andere imperia deden het de VS voor.
In deze Nederlandse vertaling publiceert Vijay Prashad de droge lijst bronnen niet: daarvoor kan je terecht bij zijn oorspronkelijke boek Washington Bullets van 2020, waarvan Imperialisme voor Beginners de Nederlandse vertaling is. Die lijst maakt het Engelse boek één derde dikker.
Een vast ingrediënt van het officiële narratief is dat de VS de eerste wereldmacht zouden zijn die niet uit eigenbelang handelen, géén imperium. Die ontkenning van slechte intenties hebben de VS alvast gemeen met alle imperia die hen voorafgingen, van Dzjengis Khan over Alexander de Grote, via het Romeinse en het Ottomaanse Rijk, het Oostenrijks-Hongaars imperium, tot het Britse/Franse koloniale imperium en Duitsland onder Hitler.
Net als zijn nakomeling neoliberalisme is het hedendaags imperialisme een ideologie die zijn eigen bestaan ontkent. Die ontkenning is er zelfs een essentieel hoofdbestanddeel van. “De angst om als een imperialistische grootmacht te worden aangezien loopt als een rode draad doorheen Washingtons veroveringsgeschiedenis”.
Ten gronde doen de VS – eerder de politiek-economische elites die er de werkelijke macht hebben – niet anders dan wat pakweg België in koloniaal Congo deed: de beschaving brengen, de strijd tegen de slavernij, tegen het goddeloze communisme, het land ‘ontwikkelen’. Sinds het einde van de (eerste) Koude Oorlog zijn de nieuwe vijanden: het terrorisme en de ‘war on drugs‘.
Wie dieper graaft zoals Amerikaans historicus Howard Zinn deed, ziet die lijn doorgaan tot het ontstaan zelf van de VS: de ‘bevrijdingsoorlog’ tegen de Britse Kroon, de verovering van de Far West, de uitroeiing van de oorspronkelijke bewoners en de annexatie van een derde van het Mexicaanse grondgebied gingen telkens weer gepaard met lovenswaardige retoriek: beschaving, lotsbestemming, bescherming van het leven (van witte Amerikanen) …
Een vlot leesbare cursus
Het gebeurt niet dikwijls maar in dit geval is het wel zo: de Nederlandse titel is beter dan de Engelse. Dit boek is een cursus ‘Introductie tot het buitenlands beleid van de VS’. Niet de ronkende verklaringen, de perscommuniqué’s, de mainstream reportages, maar de feiten zelf worden kritisch onder het vergrootglas gehouden.
Voor een nieuwkomer is dit een berg informatie, maar ook voor wie ‘imperialisme’ reeds een vertrouwd begrip is – en dan hoofdzakelijk de VS-versie van het hedendaags imperialisme – is dit boek een uitstekende samenvatting.
Op de achterflap staat een bitterzoet grapje dat iedereen in Latijns-Amerika kent. “Waarom werd nog nooit een staatsgreep gepleegd in de VS? Omdat daar geen Amerikaanse ambassade is.”
Moorden op politieke leiders, steun aan militaire staatsgrepen, opleiding in foltertechnieken – excuseer, ‘ondervragingstechnieken’ voor politie en leger, financiële steun voor pro-westerse politici, ondermijning van verkiezingscampagnes, inzet van de media in het besmeuren van ‘foute’ kandidaten … Het arsenaal en de ervaring van het Central Intelligence Agency (CIA), de buitenlandse inlichtingendienst van de VS, zijn enorm. ‘Inlichtingendiensten’ suggereert een droge administratieve instelling die noteert, rapporteert, analyseert, adviseert. De CIA is dat ook, maar zoveel meer.
Mainstream critici van het buitenlands beleid van de VS wijzen dikwijls op het onsamenhangende beleid van de VS: steun aan democratisch verzet (al dan niet oprecht of gemanipuleerd) in het ene land, steun aan brutale regimes in het andere land. Zij vergissen zich.
Het buitenlands beleid van de VS is sinds 1945 onder president Harry Truman tot en met presidenten Donald Trump en Joe Biden zeer consistent en samenhangend: steun aan eender welk regime dat aan ‘onze’ kant’ staat, agressie, blokkade voor wie tegen ons is. Wie die twee principes toepast, stelt een zeer rechtlijnig beleid vast, over alle presidenten heen. Verschillen in retoriek, stijl, aanpak, tactische keuzes zijn er zeker. De essentie blijft dezelfde.
Donald Trump werd niet geapprecieerd door de elite, te brutaal, te lomp, onbeleefd, ondiplomatiek. Trump slaagde er in de wereld te doen vergeten dat nauwelijks acht jaar voor hem ene George W. Bush nog de slechtste president ooit van de VS werd genoemd.
Het buitenlands beleid van de VS wordt sinds 1945 (en in feite reeds lang daarvoor) gedreven door twee leidmotieven: het behoud van economische en militaire overmacht over de rest van de wereld en het neerslaan van elke poging die dat streven in de weg staat. Bekijk het buitenlands beleid van de VS door die filters en wat je vindt is een zeer logisch en consequent gevolgd beleid. Strategieën en tactiek kunnen verschillen. Republikeinse presidenten staan voor een meer openlijke uiting van hun intenties, Democratische presidenten houden zich meer aan diplomatisch taalgebruik.
Toen Trumps minister van Buitenlandse Zaken Mike Pompeo openlijk verklaarde dat de sancties tegen Venezuela gingen over de controle van ‘onze’ aardolie, voor de toekomstige winsten van ‘onze ‘ petroleumbedrijven, zei hij gewoon de waarheid. Daar houdt de elite in Washington niet zo van. Strijd voor democratie en mensenrechten hoort het argument te zijn.
Vijay Prashad begint bij de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, overloopt de geschiedenis van de Volkenbond tijdens het interbellum tussen WOI en WOII, de interne rapporten van de veiligheidsadviseurs van opeenvolgende Amerikaanse presidenten.
Staatsgrepen en politieke moorden tegen politieke leiders van de pas onafhankelijk geworden Afrikaanse staten en hun vervanging door welwillende militaire dictators volgen elkaar op. De staatsgrepen tegen de eerste democratische regering van Iran (!) in 1953 en tegen de democratische regering van Guatemala in 1958 brachten decennia van gruwel voor de bevolking.
Tot de val van de sjah in 1979 beschouwde Amnesty International Iran als het meest wreedaardige regime op aarde. In verhouding tot de grootte van zijn bevolking werd in Guatemala de grootste naoorlogse genocide gepleegd onder een moordend regime dat meer dan dertig jaar lang in stand werd gehouden met gulle steun uit de VS.
Over al die decennia heen konden de opeenvolgende VS-regeringen rekenen op de welwillende medewerking van de media en van de filmindustrie voor de verspreiding van de mythe van de goede Amerikaan versus de slechte vijand, die toevallig altijd een niet-witte huidskleur had.
De lijst is lang
Toch is dit geen deprimerende literatuur. Je hoort of leest er nauwelijks over in de grote media maar de VS en de NAVO hebben meer dan eens in het zand gebeten. De vernederende aftocht in Afghanistan is er het meest recente voorbeeld van, maar zeker niet het enige. Vijay Prashad geeft meerdere voorbeelden van succesvol verzet.
Het resultaat van 20 jaar oorlog tegen de weerloze bevolking van Afghanistan heeft de weg vrijgemaakt voor de meest fanatieke reactionaire verzetsorganisaties. Een zoveelste les die de geschiedenis reeds zo dikwijls heeft aangetoond: bezetting en repressie overtuigt niemand, integendeel, de meest fanatieke elementen in de maatschappij zijn immers altijd de eersten om tot gewapend verzet over te gaan. De Afghaanse bevolking wacht een nieuwe hel: niet langer de angst voor dagelijkse drone-aanvallen van de VS maar inlandse terreur.
De zogenaamde vergeldingsactie van de VS tegen de zelfmoordaanslagen aan de luchthaven van Kaboel kon de morele afgang van het VS-imperium niet treffender samenvatten: de beweerde aanstokers van de aanslagen bleken een familie te zijn met meerdere kleine kinderen. Geen ronkende voorpagina’s, geen hoofdpunt op het nieuws, geen verontwaardigde opiniestukken van de bekende gezichten … De verantwoordelijkheid van het VS-imperium voor deze afloop is verpletterend.
Er staat nog zoveel meer in dit boek, teveel om hier samen te vatten. Wie de echte drijfveren van het Amerikaanse beleid tegenover Israël, Haïti, Venezuela, Afghanistan en de rest van de wereld wil begrijpen, vindt hier zijn/haar gading.
Vijay Prashad. Imperialisme voor beginners – De CIA naar coups en naar politieke moorden, EPO, Antwerpen, 2021, 236 pp (voorwoord Evo Morales). ISBN 978 94 6267 320 5
Vijay Prashad is een Indiase historicus, redacteur en journalist. Hij is een auteur en hoofdcorrespondent bij het Independent Media Institute, hoofdredacteur van LeftWord Books en directeur van het Tricontinental Institute for Social Research. Hij is bezoekend lesgever aan het Chongyang Institute for Financial Studies, Renmin University of China en heeft meer dan 20 boeken geschreven, waaronder The Darker Nations en The Poorer Nations. Zijn recentste boek is Washington Bullets, met een introductie van Evo Morales Ayma, voormalig president van Bolivia, dat nu verschijnt in Nederlandse vertaling. Zie ook meerdere vertaalde artikels van Vijay Prashad op deze website.
Vijay Prashad is op 11-12 september in Oostende en neemt er deel aan meerdere activiteiten tijdens Manifiesta, het jaarlijkse zomerfestival van de PVDA.
Tip: wie na lectuur van dit boek meer wil weten, vindt een nuttige leeslijst vooraan op de binnenflap, met o.a. vertalingen van de Amerikaanse auteurs William Blum, Michael Parenti, Noam Chomsky en Howard Zinn en werk van eigen bodem door Ludo De Brabander.