Turks schrijver/journalist Ahmet Altan werd in 2018 aangehouden door het regime van president Erdogan en kreeg levenslang voor beweerde betrokkenheid bij de mislukte staatsgreep van 2016. Onder internationale druk kwam hij in april 2021 vrij. Van hem is nog maar één roman vertaald, ‘De secretaris (2001)’, die alleen tweedehands nog te vinden is. Zeer onterecht. Een aanrader.
De Turkse schrijver/journalist Ahmet Altan (°1950) werd op 18 februari 2018 tot levenslang veroordeeld voor beweerde betrokkenheid bij de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, zonder dat het gerecht enige moeite deed daar enig fysiek bewijs voor te leveren.
Vanuit de gevangenis schreef hij een aantal losse bedenkingen neer. Geen zelfbeklag, maar ontnuchterende vaststellingen van een man die weet dat hij “de wereld nooit meer zal zien”. Na een eerste periode van diepe depressie over het besef dat hij als 69-jarige in de slechte leefomstandigheden van de Turkse gevangenissen nooit nog zou vrijkomen, begon hij terug aan het enige wat hij goed kan: schrijven (zie “Ik zal de wereld nooit meer zien”. Aantekeningen uit een Turkse gevangenis).
Onder druk van een niet aflatende internationale steuncampagnes werd hij op 14 april 2021 vrijgelaten. Het is de derde maal dat hij vrijkomt na zijn oorspronkelijke veroordeling in 2016. Waakzaamheid blijft dus geboden (zie Turks journalist Ahmet Altan derde maal vrij, zal hij definitief “de wereld terug zien”?)
Ahmet’s vader Çetin Altan (1927-2015) was een bekende Turkse journalist en was vier jaar parlementslid voor de Turkse Arbeiderspartij TIP. Hij werd meer dan 300 maal voor de rechtbank gedaagd voor zijn artikels in de Turkse media en spendeerde twee jaar in de gevangenis.
Zijn broer Mehmet Altan (°1953) is eveneens journalist, auteur van 25 boeken en academicus. Ook hij kreeg levenslang op beschuldiging van deelname aan de mislukte staatsgreep van 2016. Hij werd vrijgelaten in afwachting van zijn proces in beroep dat nog moet starten.
Ahmet Altans boek Ik zal de wereld nooit meer zien was mijn eerste kennismaking met deze auteur. Na zijn vrijlating in april 2021 ging ik op zoek naar Nederlandse vertalingen van zijn boeken. Dat viel tegen. De enige vertaling die ik kon vinden is De Secretaris over een hoge ambtenaar aan het hof van de opperste sultan van het Ottomaanse Rijk1. Het boek verscheen in het Turks in 1997 en is het eerste deel van zijn Ottomaanse Kwartet waarvan het tweede deel in 1998 uitkwam en het derde in 2015.
Deze vertaling door Hanneke van der Heyden verscheen in 2001 bij Bert Bakker, nu opgenomen in uitgeverij Prometheus. Het boek is enkel nog tweedehands te vinden. Een van de beoordelingscriteria van een boek is hoe goed het de tand des tijds doorstaat. Wel, dat lukt De Secretaris volledig. Dit boek leest alsof het vandaag werd gepubliceerd.
Hikmet Bey is een veelbelovende jonge ambtenaar aan het hof van de sultan van het Ottomaanse Rijk ergens op het einde van de negentiende eeuw. Hij komt uit een gegoede familie, zijn vader was persoonlijk lijfarts van de sultan, en hij kijkt uit op een grote carrière die hem tot in de onmiddellijke nabijheid van de sultan zal brengen.
Van de revolutionaire ideeën van een aantal van zijn vrienden en collega’s moet hij aanvankelijk niet weten. Volgens hen is het Rijk gedoemd ten onder te gaan aan een combinatie van corruptie, decadentie en achterlijkheid. De nieuwe moderne staten zullen het Rijk overnemen als er niet wordt opgetreden. Bey doet echter niet wat hij hoort te doen: hen aangeven.
Ondertussen doet de sultan net dat wat zijn Rijk ten onder zal richten. Uit angst voor een staatsgreep stookt hij zijn raadgevers tegen elkaar op, laat hen soms executeren en plaatst overal zijn spionnen. Die zijn zo alomtegenwoordig dat het maatschappelijk leven tot stilstand komt. De hoofdstad van zijn Rijk raakt in verval. Bovendien bespioneren zijn spionnen ook elkaar, zodat de sultan stuurloos achterblijft en in een totaal paranoïde isolement van de realiteit leeft.
Samen met zijn vrouw Mehpare gaat Hikmet voor een aantal jaren naar Frankrijk. Daar maakt hij kennis met een heel andere levensstijl, een andere omgang met vrouwen, een open debatcultuur. Hoezeer hij die andere cultuur ook weet te appreciëren, hij lijdt onder de ontrouw van zijn eigen vrouw, die hij niet weet te verhinderen. Uiteindelijk sluit hij zich bij zijn terugkeer toch aan bij de opstandelingen die een grondwet willen afdwingen om de almacht van de sultan aan banden te leggen.
Hikmet Bey is tegelijk hoofdpersonage en verteller van zijn verhaal waarin hij over en weer gaat tussen nu en tientallen jaren terug. Het boek overloopt de Turkse geschiedenis rond de eeuwwisseling, in de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog die de onvermijdelijke ineenstorting van het Rijk zal veroorzaken. De tekenen van het verval zitten doorheen Bey’s verhaal verweven.
Tussendoor mijmert Bey over de zin van het leven en praat hij met Sjeik Efendi, die vreemd genoeg de eerste echtgenoot van zijn vrouw Mehpare was. De Secretaris is een bizar fascinerend verhaal, dat zeer vlot leest mede dankzij de uitstekende vertaling. Het grote aantal nevenpersonages dwingt de lezer wel altijd goed bij de les te blijven.
In het universum van boekrecensenten is een boek aanprijzen dat 20 jaar geleden werd gepubliceerd waarschijnlijk not done. Het zal me worst wezen. Dit is een prachtig boek dat verdient gelezen te worden. Jammer dus dat van Ahmet Altan niet meer Nederlandse vertalingen verschijnen, te beginnen met de volgende delen van zijn Ottomaanse Kwartet.
Ahmet Altan. De Secretaris, Bert Bakker-Prometheus, 2001, 317 pp. ISBN 978 0351 2265 9
Ahmet Altan. Ik zal de wereld nooit meer zien, De Bezige Bij, 2019, 205 pp. ISBN 978 9403 1444 05
Note:
1 In Nederland gebruikt men zoals in Duitsland de benaming Osmaanse Rijk, terwijl in Vlaanderen – om mij onbekende redenen – de Engels/Franse benaming Ottomaanse Rijk de voorkeur heeft. Beide zijn goed.