De lobby van de kernergie beperkt zich niet tot de ‘innovatie’ van SMR-minireactoren, maar wil het tevens voorstellen alsof kernafval slechts een probleem zou zijn naast andere, ‘even erg’ als afval van zonne- en windenergie. Niets is minder waar. Bovendien, het is géén kernenergie, het is atoomenergie. Dit is een pleidooi voor eerherstel van de juiste naam.
Tijdens het weekend van 22-23 oktober verscheen op deze website een reactie op het artikel ‘Kan kernenergie de wereld redden’ in De Standaard. Ik noemde dit artikel ‘een schoolvoorbeeld van indirecte lobbying via een ogenschijnlijk objectief verslag’. En: ‘Een objectieve titel had kunnen zijn: ‘Kan kernenergie de energiehonger van de westerse wereld redden’. Op de frontpagina werd het artikel aangekondigd met de suggestieve titel ‘En plots moet kernenergie de wereld redden’.
Op maandag 25 oktober opent de krant over hetzelfde onderwerp, met een frontpagina die kernenergie in een heel ander daglicht plaatst dan enkele dagen ervoor. Aanleiding is het rapport van de Gezondheidsraad dat over de hele lijn vernietigend is, kort voor het grote debat in de federale regering over de kernuitstap.
Het volledige rapport van de Gezondheidsraad ‘Nucleair risico, duurzame ontwikkeling en energietransitie’ vind je hier. Wat hier volgt zijn ‘citaten uit het krantenartikel’ met daarin ‘cursieve citaten uit het rapport’.
Kernuitstap heeft beperkte kostprijs
Kernenergie is ‘allerminst’ … ‘een ideaal en onproblematisch alternatief’. ‘Het risico op een ernstig ongeval is volgens de raad niet uitgesloten, zelfs niet in de beste kerncentrales’. ‘België is in dit opzicht bijzonder kwetsbaar wegens de kenmerken van de betrokken locaties: dicht bij grote steden en internationale verkeersaders’.
‘De centrale van Doel heeft … de grootste bevolkingsdichtheid van Europa in een cirkel van 100 tot 200 kilometer. Een incident zou Antwerpen en zijn haven stilleggen en de economie aanzienlijke schade toebrengen.’
Wat het kernafval betreft: ‘(d)aar is volgens de huidige stand van de kennis geen alternatief voor de diepe geologische berging. De Gezondheidsraad vindt dat uit ethisch oogpunt ‘moeilijk aanvaardbaar’, aangezien toekomstige generaties duizenden jaren lang met het afval worden opgezadeld, maar de alternatieven zijn nog slechter.’
De kleine SMR-reactoren (small modular reactor) zijn ‘geen oplossing voor de huidige keuzes, die België tegen 2035 moet maken’. ‘De Hoge Gezondheidsraad besluit ‘dat vanuit ethisch, milieu- en gezondheidsoogpunt niet kan worden gesteld dat kernsplijtingsenergie, zoals die momenteel wordt gebruikt, aan de beginselen van duurzame ontwikkeling voldoet’.
‘De Raad wijst erop dat volgens verschillende studies een uitstap uit de kernenergie mogelijk is voor België ’tegen een relatief beperkte kostprijs, ook in termen van CO2-impact’. Maar, zelfs ‘na de kernuitstap moet de ‘zware erfenis’ van de Belgische kernenergie beheerd worden’.
23 experts, 3 dissidenten
Deze studie werd uitgevoerd door een werkgroep van 23 experts in ‘nucleaire veiligheid en stralingsbescherming, toxicologen, filosofen en ingenieurs. Ze werken of hebben gewerkt voor het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), het NIRAS (de instelling die het radioactief afval in België beheert), het Federaal Planbureau, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek VITO en in veel gevallen voor een universiteit.’
Echter, 3 experts ‘die tot de pro-nucleaire hoek worden gerekend, gingen niet akkoord met het eindverslag en hebben uitdrukkelijk verzocht dat hun naam niet in de samenstelling van de werkgroep wordt vermeld’. Net als met de klimaatcrisis zelf worden de klassieke tegenstrategieën zo verdergezet.
Er is over dit alles zogezegd geen wetenschappelijke unanimiteit. Hoe efficiënt deze strategie is was de voorbije jaren te merken aan de ‘debatten’ in de media, tussen voor- en tegenstanders van de mens als oorzaak van de klimaatcrisis. De wetenschappelijke consensus hierover is 99 procent. Toch werden voortdurend voor- en tegenstanders en één tegen één aan het publiek voorgesteld – wat de bedoeling van deze strategie was. Als ontkennen niet meer kan, schakelt men over op twijfel zaaien.
Een vergelijkende analyse die feiten en cijfers accuraat op een rijtje zet, handig bruikbaar als overzicht
Kortom, De Standaard publiceert een vernietigend oordeel over het toekomstpotentieel van de kernenergie. ‘Met dit advies hebben minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) en de voorstanders van de kernuitstap een bijkomend argument in handen’.
Drie gelijkaardige afvalproblemen?
Op de binnenpagina’s volgt een overzicht, dat zich echter niet beperkt tot de problematiek van het kernafval. In drie even grote kolommen met bijhorende foto wordt de kwestie van het kernafval naast de afvalproblematiek van zonnepanelen en windmolens geplaatst.
In drie kolommen wordt de specifieke afval onder vier subtitels besproken: ‘Om hoeveel afval gaat het?’, ‘Is het recycleerbaar?’, ‘Wat doen we ermee?’ en ‘Kostprijs’. Het is een vergelijkende analyse die feiten en cijfers accuraat op een rijtje zet, handig bruikbaar als overzicht.
En toch wringt dit. Eerst en vooral is er de intro boven het artikel: ‘In het gepassioneerde debat over de kernuitstap duikt telkens weer de discussie over het afval op: kernafval, maar ook het afval van afgedankte windmolens en zonnepanelen. Wat doen we daarmee?’
Dit is framing. De discussie over het afval van afgedankte windmolens en zonnepanelen maakt géén deel uit van ‘het gepassioneerde debat over de kernuitstap’. Integendeel, dit is de kernlobby die poogt zijn afvalprobleem in het bredere debat van de groene energietransitie te trekken.
Er is een enorm verschil in de aard van de geproduceerde afvalvervuiling en van de impact over de jaren heen. Oude zonnecellen en versleten molenwieken moeten geen duizenden jaren diep in de grond worden begraven. Er is reeds veel recyclage mogelijk. Die is nog verre van volledig, maar in ieder geval is dit probleem van een totaal andere aard.
Afval van zonnepanelen en van windmolens moet uiteraard aangepakt worden. Voor zonnepanelen betalen gebruikers nu reeds een bijdrage voor de financiering van de recyclage, lang voor de grote problemen zich stellen. De kernenergiesector heeft daarentegen tientallen jaren geweigerd om ernstig na te denken over de aanpak van het kernafval en heeft bedongen nooit zelf de volledige factuur te moeten betalen.
Het verwerken van molenwieken tot fietsstallingen, dwarsliggers voor sporen of betonmengsels is maar een tijdelijke oplossing in afwachting van een degelijke aanpak, maar in ieder geval, het gebeurt nu reeds. Radioactief afval verwerken tot fietsstallingen is te gek voor woorden, maar door de vergelijking zo te stellen, merk je hoe absurd het is om kernafval zomaar één van drie ‘gelijkaardige’ problemen te noemen.
Er ontbreekt daarnaast op de frontpagina van De Standaard essentiële informatie. Dit rapport van de Gezondheidsraad is slechts een bevestiging van wat milieubewegingen en activisten reeds tientallen jaren stellen. Het zegt niets nieuws, het geeft alleen een bijkomende wetenschappelijke fundering aan feitenmateriaal dat reeds lang bekend is.
Deze feiten werden jarenlang door de sector doodgezwegen, geridiculiseerd, ontkend, tegengesproken. Met zwaar lobbywerk blijft de sector tot vandaag twijfels zaaien als laatste verdedigingslijn. Drie ‘experts’ worden alvast in stelling gebracht, interviews, deelname aan ‘debatten’ verzekerd.
‘Het grootste deel van de CO2-uitstoot is niet afkomstig van de elektriciteitsproductie (amper 14 procent van het totaal).’
Door opiniërende informatie die kernenergie nog een kans geven te publiceren, naast andere informatie die het tegendeel stelt, werken de media mee aan deze strategie van de twijfel. Ogenschijnlijk zijn ze ‘neutraal en objectief’. Dat is echter niet zo. Ze blijven zo kernenergie immers voorstellen als een mogelijkheid tussen andere. De feiten zijn echter de volgende: kernenergie heeft géén argumenten, heeft er nooit gehad en hoort te verdwijnen, als we de klimaatcrisis ernstig nemen.
Het probleem is het gehele economische systeem
De Gezondheidsraad heeft in zijn rapport nog meer gezegd dan wat in het artikel van De Standaard staat. Federaal minister van Klimaat, Milieu en Duurzame Ontwikkeling Zakia Khattabi (Ecolo) wijst in haar persmededeling op besluiten van de Gezondheidsraad die fundamentele vragen stellen over het economisch systeem waarin we leven.
‘… aanvaarden dat het paradigma van onbeperkte groei ter discussie wordt gesteld.’
De Hoge Gezondheidsraad herinnert er aan dat ‘het grootste deel van de CO2-uitstoot niet afkomstig is van de elektriciteitsproductie (amper 14 procent van het totaal), maar van de verwarming van gebouwen (vooral in de tertiaire sector), het vervoer en het gebruik van fossiele brandstoffen in de zware industrie en de verwerkende industrie, en dat in deze sectoren de nodige inspanningen zullen moeten worden geleverd en meer selectieve investeringen worden gedaan. Meer in het bijzonder, vervoer alleen al veroorzaakt bijna een kwart van de totale uitstoot van broeikasgassen. Landbouwpraktijken en de intensieve veeteelt (…) spelen een aanzienlijke rol bij de productie van broeikasgassen’.
De minister sluit zich aan bij de conclusie van het rapport, waarin benadrukt wordt dat energietransitie alleen mogelijk zal zijn ‘door, in een geest van kritische moderniteit en billijkheid, te aanvaarden dat het paradigma van onbeperkte groei ter discussie wordt gesteld; door op individueel en collectief niveau processen van innovatie in het beheer van het openbaar goed te ontwikkelen; en door na te denken over een nieuw economisch paradigma dat niet gekoppeld is aan consumptie, alsook over creatieve processen van sociaal billijke en positieve heruitvinding van levensstijlen’.
De Gezondheidsraad zegt hier niet meer of niet minder dan dat het hele economische systeem in vraag moet worden gesteld. Dit is in feite de voornaamste conclusie van het hele rapport. Het gaat niet langer over morrelen en fine-tunen van het bestaande systeem. Het systeem zélf is verkeerd.
My name is Atoom, Atoomenergie
Een lezer van ons vorig artikel, die zelf internationaal erkend expert is qua energietransitie, sloot zich in een reactie bij deze analyse aan en wees op een niet te verwaarlozen onderdeel van de propaganda die de sector inzet.
De beslissing om de naam atoomenergie te veranderen in ‘kernenergie’ werd door de sector genomen.
Ooit werd kernenergie nog ‘atoomenergie’ genoemd. Er waren atoomcentrales, atoombommen op Hiroshima en Nagasaki en er was atoomafval. Op 1 januari 1958 werd niet alleen de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS), voorloper van de huidige EU, opgericht, maar ook de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (EURATOM).
De energie van atoomcentrales wordt opgewekt door de splitsing van de kern – de nucleus – van atomen. De term ‘atoom’ werd te gevoelig, te chemisch, te controversieel, te gevaarlijk. De beslissing om voortaan de meer neutraal, onschuldige omschrijving ‘kernenergie’ te gaan gebruiken werd door de sector genomen.
‘Kern’ is een veel vager begrip dan ‘atoom’. Het slaat op zoveel andere zaken, je drukt iets kernachtig uit, het kernkabinet (‘de kern’) komt elke week samen, men komt in een debat tot de kern van het probleem.
Tot in de jaren 1970 waren atoomenergie, atoombommen, atoomwapens, atoomduikboten, atoomafval, atoomcentrales de geijkte namen.
My name is Atoom, Atoomenergie en mijn afval is de kern van mijn probleem.
Daarom dit pleidooi om voortaan terug de oude, accurate en in feite meer objectieve naam ‘atoomenergie’ te gebruiken.