De openbare omroep VRT geeft een overzicht van vorige oorlogsmisdaden sinds 1945 en stelt de vraag of Boetsja die lijst zal vervoegen, met de vermelding tussen haakjes (vermoedelijk). De selectie is volgens eigen zeggen van de VRT-redactie onvolledig. Die onvolledigheid is echter meer, ze is selectief onvolledig in een bepaalde richting. Een analyse.
De VRT begint zeer voorzichtig met zijn historisch overzicht: “Sommige oorlogsmidaden staan voor altijd in ons collectieve geheugen gegrift en dan met name de plaats waar ze plaatsvonden. Of dat ook bij Boetsja zo zal zijn, zullen we pas later weten… Het is nog te vroeg om wat in Boetsja gebeurd is in één adem te noemen met bijvoorbeeld Guernica, My Lai en Srebrenica.”
De redactie voegt er deze disclaimer aan toe: “(Dit is een selectie van de redactie, wetende dat dit allesbehalve de enige misdaden zijn uit de recente gschiedenis, nvdr.)”
Ik raad de lezers van deze analyse aan het betreffende VRT-overzicht eerst te lezen alvorens deze vrij lange analyse door te nemen.
Bondigheid en volledigheid gaan niet samen
Alle oorlogsmisdaden van de voorbije 100 jaar oplijsten kan onmogelijk in een kort artikel. Een selectie is bovendien altijd subjectief, gebeurt volgens bepaalde keuzecriteria, die al dan niet bewust gevolgd worden. Het is dus niet onredelijk van de VRT om dat in de inleiding van zijn overzicht te vermelden.
Ik heb een aantal kritische bemerkingen bij dit overzicht, die open zijn voor debat én wederwoord. We moeten ons eerst en vooral de vraag stellen waarom juist bepaalde oorlogsmisdaden “in ons collectief geheugen gegrift” zitten en andere niet. Sommige massamoorden zijn wel enigszins bekend maar voelen ‘wij’ niet aan als horende in deze lijst. Hoe komt dat?
Het is te eenvoudig om dat te herleiden tot de preselectie die door de grote persagentschappen wordt gemaakt. Zij zijn de primaire bron van de meeste mainstream media. Deze persagentschappen – vandaag zijn het er in overgrote mate nog slechts twee, Reuters en Associated Press (AP). Dit zijn westerse commerciële bedrijven.
Wat er in dit VRT-overzicht ontbreekt is hoe regeringen en media reageerden op het moment dat deze massamoorden zich voordeden.
Niet alleen massamoorden, ook andere tragische gebeurtenissen krijgen meer of minder aandacht naargelang zij zich in de omgeving (fysiek of mentaal) van de westerse wereld bevinden. Dat is grotendeels een onbewuste selectie, die wordt ingegeven door gevoelens van nabijheid en door de commerciële neiging om zich voornamelijk te richten op het koopkrachtige lezerspubliek in de VS en de EU.
Zo kan het dat namen als Sabra en Shatila of landen als Ethiopië en Colombia niet “in ons collectieve geheugen gegrift” zitten wanneer we aan massamoorden denken. Cijfermatig zijn er nochtans meer dan redenen genoeg om ze bij deze lijst te vermelden.
Guernica
De bombardementen van de Duitse Luftwaffe op het Spaans-Baskische stadje Guernica zijn een eminent voorbeeld van doelbewust gepleegde massamoord (voor de details, zie Op 26 april 1937 bombardeerde de Luftwaffe het stadje Guernica).
Het was de eerste toepassing van het systeem van tapijtbombardementen op stedelijk gebied, met de strategische bedoeling een rebellerende bevolking tot overgave te terroriseren. Dat was in 1937 nog een ‘innovatieve’ manier van oorlogvoeren, die de Duitsers en de geallieerden daarna ruim hebben toegepast tijdens de oorlog.
Kiest de VRT er terecht voor om Guernica als eerste voorbeeld te kiezen, er ontbreekt in het VRT-artikel over deze oorlogsmisdaad toch essentiële informatie. Eerst en vooral werd Duits opperbevelhebber van de Luftwaffe Herman Goering in Neurenberg wel berecht voor de misdaden tegen de mensheid, maar zijn bombardement van Guernica (en zijn bombardementen op Londen en andere Britse steden) was geen deel van de akte van beschuldiging.
De reden waarom die misdaden niet waren opgenomen werd openlijk in de rapporten van Neurenberg vermeld. Massabombardementen op burgerdoelwitten die geen enkel militair doel dienden werden ook (en uiteindelijk op het einde van de oorlog zelfs meer in aantal) toegepast door de geallieerde strijdkrachten, net als het torpederen van vrachtschepen met duikboten.
Bovendien mag men niet vergeten hoe de Europese landen, de VS en hun media in 1937 op het ogenblik van de feiten in Guernica reageerden. Het bestaande officiële wapenembargo tegen alle strijdende partijen in de Spaanse Burgeroorlog werd onverminderd verdergezet.
In de praktijk liet dat de militaire overmacht volledig aan Franco die immers het volledige wapenarsenaal van het leger kon inzetten tegen de amper bewapende milities van de democratische regering.
Bovendien deden de Europese landen – buiten wat verbale diplomatieke protesten – niets tegen de openlijk schending van dat wapenembargo door Duitsland en Italië (en kon dictator Franco rekenen op levering van brandstof uit de VS). Guernica werd genegeerd. Zó werd toen op deze massamoord gereageerd.
My Lai
Vandaag wordt My Lai erkend als massamoord – maar niet als een oorlogsmisdaad – begaan door de VS-strijdkrachten in Vietnam. Dat het “een van de ergste oorlogsmisdaden die Amerikaanse soldaten pleegden tijdens de Vietnamoorlog (1955-1975)” is een eufemisme.
Er zijn meerdere andere dorpen waar nog meer Vietnamezen werden afgemaakt voor en na My Lai. My Lai onderscheidde zich alleen door de korte periode – nauwelijks enkele uren – dat het bloedbad zich voordeed.
Waarom My Lai nu wel wordt erkend en al die andere slachtpartijen niet (en meestal niet eens bekend zijn) heeft redenen die bitter weinig met echte internationale verontwaardiging te maken hebben (voor meer details, zie 16 maart 1968: massamoord My Lai was routine, géén uitzondering).
De massamoord van My Lai was niet geheim. Ze werd door de aanwezige journalisten gezien als routine. Het schandaal brak pas 20 maanden later uit. My Lai werd nooit erkend als een massamoord. Er waren ook geen consequenties voor de daders, laat staan voor de VS.
Wat er in het VRT-overzicht (net als bij Guernica) ontbreekt is hoe de regeringen en de media daar toen op reageerden. Hoewel de Amerikaanse invasie (!) van Vietnam (zoek eens op waar in de Amerikaanse mainstream media tot vandaag deze oorlog een ‘invasie’ wordt genoemd) reeds in 1955 was begonnen, kregen de media in de VS er pas aandacht voor in 1964.
Voor de Vietnamezen zelf was de oorlog ondertussen al bezig sinds 1945 (en in feite ook daarvoor). Na de Japanse overgave poogde Frankrijk zijn kolonies Laos, Cambodja en Vietnam te heroveren op de Vietnamese onafhankelijkheidsstrijders.
Na de Franse nederlaag in 1954 in Dien Bien Phu namen de VS het van het door de oorlog verzwakte Frankrijk over. Frankrijk plooide zich terug op zijn Afrikaanse kolonies. De VS begonnen met eerst extreemrechtse doodseskaders te bewapenen en door militaire staatsgrepen te ondersteunen. Klassieke modus operandi.
In 1969 begon het protest tegen de oorlog in de VS zelf echter zo massaal te worden dat de regering begon te panikeren. Bovendien – en volledig los van de vredesbeweging – keerde de economische elite zich om heel andere redenen af van de oorlog, omdat hij ‘niet kon gewonnen worden’ en ‘teveel kostte’.
Het was in die veranderende sfeer tegen de oorlog dat de massamedia één van de vele massamoorden in Vietnam aandacht begonnen te geven. De slachting van My Lai was dan al meer dan een jaar voorbij, zonder dat er tot dan enige aandacht was aan gegeven.
Echter, deze massamoord was helemaal niet geheim. Het Amerikaans leger liet toen nog correspondenten van VS-media vrij rond lopen in het oorlogsgebied. Foto’s en filmopnames van slachtpartijen werden zelfs ruim verspreid, maar waren tot dan toe gekaderd als ‘hevig verzet van de Vietcong1‘.
De uitleg voor de slachtpartijen als My Lai was altijd dezelfde. Deze ‘terroristen’ verschuilden zich tussen de burgerbevolking die ze als schild gebruikten, wat de soldaten ‘verplichtte’ hele dorpen te vernietigen, zonder onderscheid.
Ronald L. Haeberle, de eigen fotograaf van het leger, had een groot deel van zijn negatieven over de slachting in My Lai niet eens bewaard, omdat hij meende dat ze toch niet zouden worden gebruikt. My Lai was immers gewoon een dag als vele anderen in de Amerikaanse oorlog in Vietnam.
Het duurde uiteindelijk 20 maanden voor My Lai toch frontpaginanieuws werd. Het leger zelf had er ondertussen nauwelijks aandacht aan besteed. Het was immers slechts een voorval in een lange rij.
Het is echter niet zo dat de legerleiding niets deed. Er werd wel degelijk opgetreden. Drie officieren die de slachtpartij hadden proberen te stoppen werden gebrandmerkt als laffe verraders en oneervol ontslagen. Pas in 1999, 31 jaar later, kregen ze eerherstel.
My Lai (en het andere dorp My Khe waar de slachtpartij plaatsgreep) was door het opperbevel tot ‘free fire zone’ verklaard. Dat liet de soldaten toe te schieten op ‘alles wat beweegt’. Wie wegliep of zich verborgen had gehouden was per definitie ‘schuldig’ en werd afgemaakt.
Toen de Amerikaanse soldaten My Lai binnenvielen deden ze daar wat ze al maanden deden: moorden, verkrachten, huizen verbranden met vrouwen en kinderen erin, mannen folteren en afmaken. Dat deden ze na het roken en spuiten van allerlei drugs die hun taak vergemakkelijkten. Wie zich afvraagt waarom zoveel VS-veteranen levenslang zware psychologische problemen hadden heeft hier zijn antwoord.
Maanden na de slachtpartij kreeg een jonge 31-jarige ambitieuze majoor van het bataljon dat de slachting aanrichtte de opdracht de zaak dan toch maar te onderzoeken. Hij weerlegde volledig de stelling dat er van arbitraire executies sprake zou zijn geweest.
Bovendien schreef hij in zijn eindrapport “In directe weerlegging van deze weergave (van wat in My Lai was gebeurd volgens de eerste berichten in de media) is het feit dat de relaties tussen de soldaten van de brigade en het Vietnamese volk uitstekend zijn.”
Majoor Colin Powell bracht het tot opperbevelhebber van het leger en was in 2003 de VS-minister van buitenlandse zaken die met de ‘onweerlegbare bewijzen van massavernietigingswapens’ de reden voor de oorlog tegen Irak gaf.
Tijdens een CNN-interview in 2004 verklaarde hij over My Lai “dat dit soort zaken nu eenmaal gebeuren in een oorlog”.
Luitenant Calley, bevelvoerend officier ter plaatse in My Lai, werd drie jaar na de feiten als enige voor de krijgsraad gebracht, aanvankelijk tot levenslang veroordeeld, waarvan hij 3,5 jaar in huisarrest – niet in de gevangenis – doorbracht tot hij volledige kwijtschelding kreeg van president Nixon.
Hij werd bovendien enkel vervolgd voor de moord op de 20 personen in My Lai waarvan bewezen was dat hij ze persoonlijk had afgemaakt, niet voor de naar schatting 347 tot 504 moorden die de soldaten onder zijn bevel hadden begaan. Geen enkele van deze soldaten werd ooit vervolgd.
In de wijde regio rond de dorpen My Lai en My Khe werden in dezelfde periode 70 procent van alle dorpen volledig vernietigd. Het aantal gedode Vietnamezen in die regio alleen werd op 50.000 geschat.
Srebrenica
De twee hoofdverantwoordelijken van de massamoord van Srebrenica in Bosnië-Herzegovina werden in Den Haag door het speciaal daarvoor opgericht Internationaal Strafhof voor Voormalig Joegoslavië tot levenslang veroordeeld. Hun verantwoordelijkheid was boven alle twijfel verheven.
Of bepaalde NAVO-acties ook oorlogsmisdaden of massamoorden waren heeft het Strafhof voor ex-Joegoslavië nooit uitgemaakt. Het Hof weigerde klachten daarover in overweging te nemen, onder meer omdat de NAVO ze zelf had onderzocht en beslist dat er geen sprake was van misdaden. Het Hof vond dat voldoende grond om geen onderzoek te starten.
Zij protesteerden tijdens hun rechtszaak en bij hun vonnis niet zozeer tegen dat vonnis maar tegen de onevenwichtige aanpak van het Strafhof. Hoe schuldig ze zelf ook waren, ze klaagden aan dat vele andere oorlogsmisdadigers in de ex-Joegoslavische staten nooit werden vervolgd en tot vandaag vrij rondlopen. Deze laatsten hebben met elkaar gemeen dat ze aan de kant van de NAVO stonden tijdens de burgeroorlog.
Het Strafhof weigerde een klacht van de Servische regering te behandelen voor onderzoek van de NAVO-bombardementen op dorpen, voor luchtaanvallen op autokaravanen met vluchtelingen en op passagierstreinen en voor het bombardement op de openbare omroep in Belgrado. Het Hof heeft elk onderzoek daarover geweigerd.
Of die NAVO-acties al dan niet ook oorlogsmisdaden waren heeft het Hof dus nooit uitgemaakt. Het Hof weigerde de klacht te aanvaarden. Een van de argumenten was dat eigen onderzoek van de NAVO al had uitgemaakt dat van oorlogsmisdaden geen sprake was.
Halabja
De aanval met zenuwgas op het Iraaks-Koerdisch dorp Halabja op 16 maart 1988 hoort zeker in het lijstje thuis van gruwelijkste massamoorden sinds 1945. Het totaal aantal doden zal nooit bekend zijn maar wordt rond 5.000 geschat.
Het regime van Saddam Hoessein was daarvoor al jaren berucht voor zijn brutale repressie van de minste vorm van politieke dissidentie.
Wat in het VRT-overzicht weeral ontbreekt is de context dat Saddam Hoessein tijdens het plegen van deze massamoord met chemische wapens een goede bondgenoot was van het Westen.
Hij kreeg toen van Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS ruime logistieke steun om zijn oorlog vol te houden tegen het veel grotere maar technologisch zeer zwakke leger van buurland Iran.
Irak was Iran binnengevallen in 1980, een jaar nadat in dat laatste land het regime van de sjah was ten val gebracht en de VS en het Westen daarmee hun voornaamste bondgenoot in het Midden-Oosten verloren aan het nieuwe regime van de ayatollahs.
Wat in het VRT-overzicht ontbreekt is de context dat Saddam Hoessein tijdens het plegen van de massamoord in Halabja met chemische wapens een goede bondgenoot was van het Westen en dat de veroordeling als massamoord drie jaar op zich liet wachten toen Saddam Hoessein van vriend in vijand was veranderd.
Zonder die buitenlandse steun zou Irak die oorlog nooit begonnen hebben. Tijdens de acht jaar van de oorlog beging zijn regime ontelbare oorlogsmisdaden tegen Iraanse soldaten, tegen de Iraanse bevolking in het grensgebied en tegen de opstandige gebieden in eigen land, in hoofdzaak in Iraaks Koerdistan.
Die chemische aanval op het Iraaks-Koerdische dorp Halabja kon zijn regime uitvoeren dankzij de technologie die Saddam Hoessein had weten te bekomen, in Frankrijk en de VS, maar vooral in Groot-Brittannië, waarbij onder meer een Nederlands zakenman betrokken was.
Toen het nieuws van de massaslachting met gifgas bekend werd wees de wereld aanvankelijk naar Iran als waarschijnlijke dader.
Irak werd drie jaar later van vriend tot vijand verklaard voor zijn inval in buurland Koeweit. Dan pas werd die gifgasaanval alsnog een bewijs van het duivelse karakter van deze nieuwe Hitler.
Nauwelijks enkele maanden eerder – toen de feiten van Halabja al lang bekend waren en nauwelijks aan bod kwamen in de mainstream media – kreeg hij nog bezoek van Franse en Amerikaanse parlementaire delegaties die kwamen lobbyen voor vette handelscontracten.
De Britse eerste minister Tony Blair verzette zich tegen de erkenning van de gifaanval op Halabja als ‘misdaad tegen de mensheid’. Groot-Brittannië was later ook heel actief in de VN om de kwalificatie van genocide in Rwanda tegen te houden.
Saddam Hoessein werd in 2006 geëxecuteerd, maar niet voor de gifgasaanval in Halabja. De westerse betrokkenheid bij de levering van de grondstoffen én de inspanningen die toen werden gedaan om deze massamoord te verdoezelen lagen blijkbaar toch wat te gevoelig.
Hij werd veroordeeld voor één geïsoleerd feit uit zijn lang palmares van misdaden tegen de mensheid: de moord op 150 Iraakse sjiieten. Die slachtpartij werd op het ogenblik van de feiten in 1982 eveneens met de mantel der liefde toegedekt door zijn westerse bondgenoten.
Afrika
Het VRT-overzicht sluit af met een reeks oorlogsmisdaden in Afrika en Syrië: Darfoer in Soedan, Sierra Leone/Liberia en de Syrische stad Aleppo. Alleen de Liberiaanse ex-president werd berecht voor de massamoord van zijn troepen in buurland Sierra Leone.
Over de oorlogsmisdaden in Syrië somt het overzicht de rebellengroepen, het Russisch en het Syrische leger op als daders. Dat deze twee laatste organisaties oorlogsmisdaden begingen lijdt geen twijfel.
In deze vuile oorlogen (alsof er ‘nette’ oorlogen zouden bestaan) worden oorlogsmisdaden altijd gepleegd door alle betrokken partijen. De Standaard is de enige die diep verborgen in een artikel reeds vermeldde dat de Oekraiense strijdkrachten ‘waarschijnlijk’ ook oorlogsmisdaden begaan.
Het VRT-overzicht vergeet er bij te vermelden dat de rebellengroepen in Syrië, die eveneens oorlogsmisdaden beginnen, ruim steun kregen van de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk.
Zoals dat altijd gaat bij deze vuile oorlogen (alsof er ‘nette’ oorlogen zouden bestaan) worden oorlogsmisdaden altijd gepleegd door alle betrokken partijen. Voor zover ik kon nagaan is De Standaard tot nu het enige Belgische medium dat diep verborgen in een artikel reeds vermeldde dat de Oekraiense strijdkrachten ‘waarschijnlijk’ ook oorlogsmisdaden begaan.
Vermoedelijke daders zijn vooral de soldaten van het extreemrechtse Azov-bataljon. Dat hoeft niet te verwonderen. Zij waren verantwoordelijk voor de overgrote meerderheid van de schendingen van de Minsk-akkoorden die een wapenstilstand aan de frontlijn in de Donbass hadden vastgelegd, zoals vastgesteld door de OVSE van 2014 tot nu – tot de organisatie door de oorlog verplicht werd te vertrekken.
Drones en clusterbommen
Het VRT-overzicht vermeldt dat oorlogsmisdaden ook gepleegd kunnen worden over een lange periode en over een groot gebied. In dit overzicht mogen dus de talrijke slachtpartijen een eervolle vermelding krijgen die onder presidenten George W. Bush, Barack Obama en Donald Trump werden aangericht met drones op huwelijksfeesten en begrafenissen in Pakistan, Afghanistan en Jemen (het waren ‘verdachte concentraties van personen’).
Met de door Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS geleverde clusterbommen heeft de Saoedische luchtmacht in Jemen sinds 2014 ruim bijgedragen tot de 337.000 doden die deze oorlog al heeft gekost.
Ook vergeten in dit overzicht is de bomaanslag op een hospitaal in de Afghaanse stad Kunduz, waar Artsen Zonder Grenzen actief waren. Bij een luchtaanval op het hospitaal vielen 42 doden.
Zoals bij alle betwistbare acties van westerse legers wachtten de mainstream media toen met een beoordeling op het ‘nader onderzoek’. Dat onderzoek wordt steevast door de betrokken troepen zelf gedaan.
Als we dezelfde werkmethode voor mogelijke oorlogsmisdaden van onze eigen bondgenoten nu in Boetsja volgen, moeten we toelaten dat Rusland zelf een onderzoek uitvoert over de gebeurtenissen én horen we de besluiten van hun onderzoek onmiddellijk te erkennen. Daarenboven, in geen geval mogen we dan aanvaarden dat sancties worden getroffen voor duidelijke bewijzen geleverd werden.
En Boetsja dan?
Deze analyse weerlegt op geen enkele manier de stelling dat het Russisch leger oorlogsmisdaden heeft begaan in Oekraïne. Nogmaals, in oorlogen worden altijd oorlogsmisdaden begaan, dus ook nu. Dat deze vanzelfsprekendheid hier moet bevestigd worden toont aan hoe verziekt de situatie is.
Veel relevanter dan deze VRT-analyse zou een historisch overzicht zijn van hoe onze regeringen en onze media in het verleden omgingen met oorlogsmisdaden, hoe ze daar op het ogenblik zelf van de feiten op reageerden, welke conclusies ze daar toen over trokken en hoe ze daar nu op terugkijken.
Sprekend is het voorbeeld van de ‘genocide’ van 1999 in Kosovo die de aanleiding werd voor de NAVO-oorlog tegen Servië. Er was sprake van meer dan 500.000 doden (op een bevolking van ongeveer 3 miljoen mensen), een cijfer dat in alle mainstream media werd gereproduceerd en het NAVO-offensief rechtvaardigde.
Na de korte oorlog werd een onderzoek gedaan door een team van Spaanse pathologen onder leiding van de OVSE (zie De OVSE, het alternatief voor de NAVO). Zij kwamen tot een totaalcijfer tussen 4.500 en 5000 doden – wat voor alle duidelijkheid nog altijd een verschrikkelijk cijfer is – met de slachtoffers ongeveer gelijk verdeeld over Servische en Albanese Kosovaren.
Deze analyse weerlegt niet dat het Russisch leger oorlogsmisdaden begaat in Oekraïne. In oorlogen worden altijd oorlogsmisdaden begaan door alle betrokken partijen, dus ook nu.
Bovendien stelde de OVSE in zijn eindrapport dat de overgrote meerderheid van die doden waren gevallen na het begin van de NAVO-bombardementen, niet ervoor. De OVSE stelde dat de repressie door de Servische politie en het leger tegen de etnisch Albanese meerderheid in Kosovo voor de oorlog weliswaar zeer brutaal was, maar van genocide was geen sprake.
Er werden vervolgens tijdens de NAVO-bombardementen meerdere oorlogsmisdaden gepleegd bij tientallen aanslagen waar zowel Servische als Albanese soldaten en militieleden zich schuldig aan maakten. Vervolging van de Kosovo-Albanese daders laat 23 jaar nog steeds op zich wachten.
Oorlogsmisdaden dienen universeel op dezelfde manier beoordeeld te worden, waar en door wie ze worden gepleegd, wat ook de omstandigheden mogen zijn. Deze commentaar op dit VRT-overzicht toont dat er van een universele aanpak nooit sprake is geweest.
De VS zijn het enige land ter wereld dat een wet heeft die het leger toestaat naar Den Haag te gaan om elke Amerikaanse soldaat die door een ander land naar het Strafhof zou worden gezonden op beschuldiging van oorlogsmisdaden militair te ontzetten.
Integendeel, als oorlogsmisdaden van onszelf en/of onze bondgenoten al worden erkend, dan is dat pas jaren later en zonder concrete gevolgen.
Het kan niet de bedoeling zijn dat de oorlogsmisdaden in Oekraïne een gelijkaardige aanpak zoals My Lai krijgen naargelang de kleur van de daders. Ik kan daar op hopen, maar ik betwijfel of dat het geval zal zijn.
Het recht om Nederland binnen te vallen
Wat het bestraffen van oorlogsmisdadigers betreft moet dit nog gezegd worden. Het Internationaal Strafhof in Den Haag kan alleen daders berechten uit landen die het gezag van het Hof met een verdrag hebben erkend.
De VS en Rusland erkennen de jurisdictie van het Strafhof niet. De vraag of president Poetin ooit voor dat Hof zal verschijnen is met andere woorden academisch.
De VS zijn het enige land ter wereld dat nog een stap verder gaat. In 2002 tekende president George W . Bush de American Servicemembers Protection Act. Die wet laat de president toe het leger naar Den Haag te sturen om elke Amerikaanse soldaat die door een ander land naar het Strafhof zou worden gezonden op beschuldiging van oorlogsmisdaden militair te ontzetten.
De VS en Rusland erkennen de jurisdictie van het Strafhof niet. De vraag of president Poetin ooit voor dat Hof zal verschijnen is met andere woorden academisch. De VS kan die eis dus ook niet stellen.
De VS zijn tevens het enige land ter wereld dat volledige immuniteit voor strafvervolging eist voor zijn soldaten alvorens ze aan VN-missies deelnemen.
Met andere woorden, wanneer we het over oorlogsmisdaden hebben moeten we in het achterhoofd houden dat de VS de enige internationale rechtsinstelling die oorlogsmisdaden kan berechten niet erkent en zelfs dreigt met militaire interventie in Den Haag, waar het Strafhof zetelt.
Grondig onderzoek
Tenslotte zijn er de feiten zelf. Grondig pathologisch en forensisch onderzoek moet uitmaken wat er werkelijk is gebeurd. Er blijven immers grote vragen.
De terugtrekking van de Russische troepen ten noorden van Kiev op 30 maart was de allereerste concrete uitvoering van de afspraken die tijdens de onderhandelingen in Turkije waren gemaakt. Rusland wil zijn troepen hergroeperen in het oosten en het zuiden. Dat is geen geheim. De legertop zegt dat openlijk.
De Russische bevelvoerders zijn waarschijnlijk meedogenloos, maar ze zijn niet dom. Zij hadden er geen enkel belang bij om dergelijke misdaden net nu te begaan met het achterlaten van zoveel sporen. Maar goed, het kan nog altijd waar zijn. Bevellijnen zijn in oorlogsgebied nooit duidelijk.
Er zijn in ieder geval een aantal andere vragen die moeten worden uitgeklaard:
- Waarom sprak de burgemeester van Boetsja op 31 maart, één dag na het vertrek van de Russische troepen, van een grootse overwinning, zonder één woord te zeggen over de meer dan 400 doden op straat? En als hij dat die eerste dag nog niet wist, waarom zweeg hij er vervolgens nog drie dagen over?
- Waarom zei een volksvertegenwoordiger van de partij van president Zelensky de dag erna op 1 april geen woord over dode slachtoffers op straat in Boetjsa, terwijl hij zich daar liet fotograferen met Oekraiense soldaten in de straten van Boetsja?
- Wat deden leden van een extreemrechtse militie in de straten van Boetsja op 2 april, waar ze zelf foto’s van op de sociale media over deelden? Wat bedoelden zij met de ‘zuiveringsoperatie’ van Russische collaborateurs die ze daar uitvoerden?
- Waarom verschenen uiteindelijk de eerste foto’s van de doden op straat pas op 3 april?
Volgens de NYT zijn er satellietbeelden die zouden aantonen dat de doden er al vier dagen lagen, maar de juiste datum van die beelden is onduidelijk. Waarom niet de meest onweerlegbare bewijzen tonen, namelijk satellietbeelden van de straten mét de lijken, terwijl de Russische tanks zich terugtrekken uit diezelfde straten?
Niets sluit uit dat de getoonde lichamen wel degelijk door Russische soldaten werden gedood, daar of ergens anders. Maar bewezen is dat voorlopig nog niet. Het enige wat wel zeker vastligt is dat de VS en de meeste NAVO-landen omwille van Boetsja onmiddellijk aandringen op escalatie van het geweld, door de levering van nog meer wapens, met andere woorden, op het uitschakelen van verdere onderhandelingen in Turkije.
Nog meer wapens zonder dat de NAVO-legers zelf worden ingezet betekent een verlenging van deze oorlog, met nog meer doden, nog meer vluchtelingen. Hoe erg de feiten ook zijn, alleen een onderhandelde oplossing die begint met een wapenstilstand kan deze oorlog beëindigen.
Coda: oorlogsmisdaden in Irak
Niet vermeld in dit overzicht: in 2010 werden de bewijzen uitgebracht van oorlogsmisdaden door Amerikaanse soldaten in Irak. De journalist die daar voor verantwoordelijk was zit op dit ogenblik in vreselijke omstandigheden te wachten op uitlevering aan de VS, waar hem een levenslange gevangenisstraf wacht.
De oorlogsmisdaden die hij uitgebracht heeft worden nog steeds niet onderzocht. Dat journalisten bij een overzicht van oorlogsmisdadeb niet eens Julian Assange vermelden toont hoe diep het probleem zit (zie VN-expert schrijft volledig dossier over Julian Assange: “Journalisten, dit gaat over u”).
De onwil om te erkennen dat oorlogsmisdaden even erg zijn en even hard moeten worden aangepakt als wij of onze bondgenoten ze begaan zit diep ingebakken in het dna van de mainstream media. Of is het de angst dat hen hetzelfde lot wacht als hun collega die hen er van weerhoudt hun taak naar behoren te vervullen?
Het vijfde principe van de oorlogspropaganda van Anne Morelli gaat als volgt: “De vijand begaat bewust wreedheden, wij onopzettelijke blunders.” Dit VRT-overzicht is een treffende toepassing van dit principe (zie Anne Morelli over oorlogspropaganda: “Twijfel altijd, over wat men ons opdringt én over wat we er zelf over menen te weten”).
Note:
1 De Zuid-Vietnamese guerrilla tegen de Amerikaanse bezetting.