In een gemeenschappelijke persmededeling roepen de vier vakbondssectoren van het ABVV en de ACV op om wapentransporten bestemd voor Israël tegen te houden. Zij weigeren bij te dragen aan het vermoorden van onschuldige slachtoffers en roepen op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren. België heeft een taaie traditie van medeplichtige wapenleveringen aan de eerste de beste koper uit eender welk regime.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront van de ABVV-sector der Algemene Centrales (AC-ABVV), de Bond van Bedienden, Technici en Kaderleden (BBTK-ABVV), de ACV-sector voor bedienden (ACV-Puls) en de ACV-sector voor werknemers in de transport- en communicatiesectoren (ACV-Transcom) roept zijn leden op om de afhandeling te weigeren van militair materiaal bestemd voor Israël. Zij sluiten zich aan bij de wereldwijde roep om een onmiddellijke wapenstilstand.
“Terwijl er een genocide aan de gang is in Palestina zien de werknemers op de verschillende luchthavens in België wapens richting oorlogsgebied vertrekken. Het laden en lossen van deze wapens draagt bij aan het voorzien van organisaties om onschuldige mensen te vermoorden.”
“Wij, de verschillenden vakbonden éctief in de sector van de grondafhandeling, roepen onze leden op om geen vluchten meer af te handelen die militair materiaal verschepen naar Palestina/Israël zoals er ook duidelijke afspraken waren in het begin van het conflict met Rusland en Oekraïne.”
“We roepen dan ook op tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en we vragen aan de Belgische regeringen om consequent te zijn en niet te tolereren dat er wapentransporten via de Belgische luchthavens passeren. Als vakbonden verklaren wij ons solidair met zij die actievoeren voor vrede.”
België, draaischijf voor wapens met een zeer taaie traditie
Wat nu gebeurt roept bij mezelf wrange herinneringen op aan een ver verleden toen ik in mijn jonge jaren (in 1980-82) vorkliftbestuurder was in Brucargo, de toen splinternieuwe vrachtafdeling van de luchthaven van Zaventem.
We laadden daar toen tijdens de oorlog tussen Irak en Iran vrachtwagens af die dozen handpistolen en bijhorende kogels bevatten met als bestemming op de Airway Bill THR (Teheran) en BGD (Bagdad), in dezelfde vrachtwagens, niet eens in afzonderlijke leveringen.
De strijdvaardigheid om dat aan te klagen hadden we niet. Dat we slechts tijdelijke arbeidscontracten hadden was uiteraard een deel van onze overwegingen en het idee om foto’s te maken en op het internet te verspreiden bestond niet.
Ik herinner me ook een gevoel van schouderophalende passiviteit – of noem het een gevoel van machteloosheid – bij mezelf en de collega’s. We moesten toen bijvoorbeeld niet door de douane gecontroleerde gele vaten met ruwe kobalterts uit Congo (toen nog Zaïre) afladen of containers vullen met Brusselse luxe-goederen bestemd voor Afrikaanse dictators als Mobutu en Idi Amin.
Ook daarom, niets dan bewondering en respect voor de werkende mensen die het nu wel aandurven om moorddadige wapenhandel tegen te houden.
België leverde inderdaad heel lucratief en zonder scrupules handwapens aan beide partijen in de oorlog tussen Iran en Irak (1980-1988). Terwijl we deze dozen op de vluchtcontainers overlaadden verklaarde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Leo Tindemans (CVP, nu de CD&V) lukraak dat België aan geen van beide landen wapens leverde.
België heeft nooit deel gehad aan de militaire alliantie onder leiding van de VS en stond officieel aan de kant van de Iraakse dictator Saddam Hoessein, die toen nog een zeer geliefkoosde bondgenoot was, met ondermeer de tot dan grootste lening ooit van staat tot staat door de VS.
Dat hinderde de Belgische regering niet om ook wapens te leveren aan het officieel verfoeide Iran van de Ayatollahs in Teheran, die toen nog maar een drietal jaren de macht hadden en nog zeer onzeker waren over hun toekomst. De Belgische wapenleveringen waren er met andere woorden zeer welgekomen.