Bertrand Russell (1872-1970), nog steeds de beroemdste Britse filosoof, won in 1950 de Nobelprijs Literatuur. Naast briljant academicus, onderzoeker en auteur was hij vredesactivist. In 1970 schreef hij zijn laatste tekst, net voor zijn overlijden, met een aanklacht tegen het zionisme, die leest alsof hij vandaag werd geschreven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog steunde Bertrand Russell nog de ‘juiste oorlog’ van de VS tegen nazi-Duitsland, maar hij bekritiseerde diezelfde VS vanaf 1955 voor de oorlog tegen Vietnam. Hij bestreed daarnaast zowel het interne totalitaire karakter van de Sovjet-Unie als het agressieve imperialisme van de VS in de rest van de wereld.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog verloor hij zijn baan aan de universiteit wegens openlijk verzet tegen de Britse deelname aan de oorlog. Voor dit vredesactivisme belandde hij tevens in de gevangenis, omdat hij weigerde een boete van £100 (£6000 nu, €6910) te betalen. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij zijn boek Introduction to Mathematical Philosophy.
Na de oorlog kreeg hij zijn baan bij het Trinity College in Cambridge terug met excuses van de bestuursraad, die toegaf dat ze hem op basis van valse argumenten hadden ontslagen. Hij kreeg later ook een positie in de London School of Economics en de University of Chicago.
Hij was een frequent deelnemer aan praatprogramma’s op de radio. In 1943, tijdens de Tweede Wereldoorlog, sprak hij zijn sympathie uit voor het zionisme: “In een gevaarlijke en grotendeels vijandige wereld is het essentieel dat Joden een land hebben dat van hen is, een of andere regio waar ze geen vijanden hebben, een staat die belichaamt wat hun cultuur zo specifiek maakt.”
Na de Tweede Wereldoorlog werd hij een uitgesproken tegenstander van de oorlogen van de VS in Korea en Vietnam en van de Britse oorlogen in het Midden-Oosten, Afrika en Azië (om de controle over hun kolonies te herstellen). In 1961 werd hij op 89-jarige leeftijd een week opgesloten voor zijn deelname aan een anti-nucleaire demonstratie in Londen.
In 1966 richtte hij samen met Jean-Paul Sartre en andere intellectuelen de Russell Vietnam War Crimes Tribunal op, om de oorlogsmisdaden van de VS in Vietnam aan te klagen. De huidige Russell Tribunals zijn daar een opvolging van, over oorlogsmisdaden in Vietnam, Kashmir en het Russell Tribunal in Palestine.
Een van zijn allerlaatste daden van politieke dissidentie was de brief die hij enkele dagen voor zijn overlijden op 2 februari 1970 richtte aan een conferentie in Egypte, waar hij wegens zijn gezondheidsproblemen niet aanwezig kon zijn. Zijn brief werd daar voorgelezen één dag na zijn overlijden. Dit is de integrale tekst van deze brief, die leest alsof hij nu tijdens de slachtpartij in Gaza werd geschreven:
Brief van Bertrand Russell, voorgelezen op 3 februari 1970:
“De laatste fase van de niet-verklaarde oorlog in het Midden-Oosten is gebaseerd op een diepe misrekening. De bombardementen tot diep in Egyptisch gebied zullen de burgerbevolking niet tot overgave bewegen, maar zullen hun vastberadenheid om weerstand te bieden alleen maar doen toenemen.”
“Dit is de les van alle luchtbombardementen. De Vietnamezen die jaren van Amerikaanse zware bombardementen hebben doorstaan, hebben niet gereageerd met capitulatie maar met het neerschieten van meer vijandelijke vliegtuigen.”
“In 1940 weerstonden mijn Britse landgenoten Hitlers bombardementen met ongekende eenheid en vastberadenheid. Om deze reden zullen de huidige Israëlische aanvallen falen in hun wezenlijke doel, maar tegelijkertijd moeten ze krachtig veroordeeld worden in de hele wereld.”
“De ontwikkeling van de crisis in het Midden-Oosten is zowel gevaarlijk als leerzaam. Al meer dan 20 jaar1 breidt Israël zich gewapenderhand uit. Na elke fase van deze expansie heeft Israël telkens opnieuw een beroep gedaan op de ‘rede’ en ‘onderhandelingen’ voorgesteld.
“Dit is de traditionele rol van de imperialistische macht, omdat die met zo min mogelijk moeite wil consolideren wat ze al met geweld heeft veroverd. Elke nieuwe verovering wordt de nieuwe basis van voorgestelde onderhandelingen vanuit een positie van overmacht, die het onrecht van de vorige agressie negeren.”
“Wat Israël vandaag doet, kan niet worden goedgepraat en je beroepen op de verschrikkingen van het verleden om die van het heden te rechtvaardigen, is grove hypocrisie.”
“De agressie van Israël moet worden veroordeeld, niet alleen omdat geen enkele staat het recht heeft om buitenlands grondgebied te annexeren, maar ook omdat elke uitbreiding een experiment is om te ontdekken hoeveel meer agressie de wereld zal tolereren.”
“De honderdduizenden vluchtelingen die Palestina omringen, werden onlangs door de Washingtonse journalist I.F. Stone2 omschreven als “de morele molensteen om de nek van het wereldwijde Jodendom”.Veel van de vluchtelingen zijn nu al ver in het derde decennium van hun precaire bestaan in tijdelijke nederzettingen.”
“De tragedie van het volk van Palestina is dat hun land door een buitenlandse mogendheid werd “geschonken” aan een ander volk voor de oprichting van een nieuwe staat. Het resultaat was dat vele honderdduizenden onschuldige mensen permanent dakloos werden. Met elk nieuw conflict is hun aantal toegenomen.”
“Hoe lang is de wereld nog bereid om dit spektakel van moedwillige wreedheid te verdragen? Het is overduidelijk dat de vluchtelingen alle recht hebben op het thuisland waar ze uit verdreven zijn, en de ontkenning van dit recht is de kern van het voortdurende conflict.”
“Geen enkel volk ter wereld zou accepteren om massaal uit hun eigen land verdreven te worden. Hoe kan iemand van het Palestijnse volk verlangen om een straf te accepteren die niemand anders zou tolereren? Een permanente rechtvaardige regeling voor de vluchtelingen in hun thuisland is een essentieel onderdeel van elke echte regeling in het Midden-Oosten.”
“Er wordt ons vaak verteld dat we sympathie moeten hebben voor Israël vanwege het lijden van de Joden in Europa door toedoen van de nazi’s. Ik zie in deze suggestie geen reden om lijden te laten voortduren.”
“Rechtvaardigheid vereist dat de eerste stap naar een regeling een Israëlische terugtrekking moet zijn uit alle gebieden die in juni 1967 werden bezet”
“Wat Israël vandaag doet, kan niet worden goedgepraat en je beroepen op de verschrikkingen van het verleden om die van het heden te rechtvaardigen, is grove hypocrisie. Niet alleen veroordeelt Israël een groot aantal vluchtelingen tot ellende. Niet alleen zijn veel Arabieren onder de bezetting veroordeeld tot militaire overheersing, maar Israël veroordeelt ook de Arabische naties, die nog maar kort geleden uit hun koloniale status zijn geraakt, tot voortdurende verarming omdat militaire eisen voorrang krijgen op hun nationale ontwikkeling.”
“Iedereen die een einde wil maken aan het bloedvergieten in het Midden-Oosten moet ervoor zorgen dat een regeling niet de kiem legt voor een toekomstig conflict. Rechtvaardigheid vereist dat de eerste stap naar een regeling een Israëlische terugtrekking moet zijn uit alle gebieden die in juni 1967 werden bezet.”
“Er is een nieuwe wereldcampagne nodig om de lankmoedige mensen in het Midden-Oosten recht te doen wedervaren.”
Vertaling van de brief: Lode Vanoost
Notes:
1 In 1970 is de staat Israël bijna 21 jaar oud.
2 De Joods-Amerikaan I.F. Stone (1907-1989), kind van Russische immigranten, was een onafhankelijk VS-onderzoeksjournalist die als een van de weinige journalisten in de VS reeds in de jaren 1930 het imperialisme van zijn land in het buitenland veroordeelde, net als het institutioneel racisme in eigen land en de onrechtvaardige sociale structuren. Hij was een van de eersten om de leugens aan te klagen van de VS-regering waarmee ze de oorlog in Vietnam begonnen. Tijdens zijn leven werd hij daarvoor zwaar beklad en gemarginaliseerd. Zowat 100 procent van al zijn toen controversiële bevindingen zijn waar gebleken. Zie de film All Governments Lie – Truth, Deception and the Spirit of I.F. Stone.