Auteur Jan Celie raakte met zijn boek ‘We worden er allemaal beter van – Meer verbondenheid en meer gelijkheid als remedie voor de depressiepandemie’ een gevoelige snaar bij ons publiek. Zijn boekrecensie bereikte in geen tijd 44.800 geïnteresseerde lezers. Reden genoeg om de auteur uit te nodigen voor een gesprek.
“De titel van mijn boek is positief, maar zegt op zich nog niet genoeg over het onderwerp. De ondertitel ‘Meer verbondenheid en meer gelijkheid als remedie voor de depressiepandemie’ is nogal lang, maar dat wou ik zo.”
Ik las het niet als een boek over depressie van individuele mensen, maar als een boek over een deprimerende maatschappij. Dit boek behandelt een deprimerend fenomeen, maar het is géén deprimerend boek, want het bekijkt de echte oorzaken en reikt oplossingen aan.
“Dat was de bedoeling. Ik heb het in twee delen geschreven. In het eerste deel behandel ik het probleem ‘depressie’, dat al enige tijd pandemische vormen aanneemt. De kans dat jij en ik ooit in een depressie terechtkomen is immers één op drie.”
“Erger nog, ik beargumenteer nauwgezet dat dit een grove onderschatting is van de werkelijke omvang van deze pandemie. Het is al berekend, wereldwijd gaat dit ons vanaf 2030 16,1 biljoen dollar kosten, een prognose op basis van de officiële cijfers, die dus een onderschatting zijn. Élk jaar opnieuw dus 16.100.000.000.000 dollar. Geen énkel ander gezondheidsprobleem komt nog maar in de buurt.”
“Er zijn nog ontelbaar veel meer mensen die aan depressie lijden maar nooit als dusdanig gediagnosticeerd worden, laat staan dat ze bij een dokter passeren voor eender wat, omdat ze geen of inadequate toegang hebben tot gezondheidshulp, of omdat in hun land depressie niet eens als een probleem erkend wordt.”
“Veel mensen ‘aanvaarden’ het lamentabele leven dat ze leiden, weten vaak niet eens dat er zoiets is als ‘depressie’. Het gaat dus over heel veel mensen op deze planeet, veel meer dan die één op drie.”
“Het centraal argument in het eerste deel van mijn boek is dat zolang we depressie zien als een probleem van individuele mensen – dat we aanpakken met medicatie of therapie – er geen enkele oplossing voor de depressiepandemie in zicht is.”
“Omdat de oorzaken vrijwel nooit uitsluitend individueel zijn, maar meestal overwegend maatschappelijk. Bovendien zijn ook quasi alle effectiviteitsstudies over antidepressiva en verschillende vormen van psychotherapie voor depressie op wetenschappelijk drijfzand gebaseerd.”
“Waarom? Enerzijds voldoen deze studies nooit aan de methodologische vereisten voor degelijk en betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek. Anderzijds zit daar ook – vooral met betrekking tot antidepressiva – een gigantisch verdienmodel achter.”
‘Bovenal bemin één markt’
“Je mag wat mij betreft de depressiepandemie ook ‘het grote maatschappelijke onbehagen’ noemen. Als we daar écht iets aan willen remediëren, dan gaan we dat totaal anders moeten aanpakken.
“In het tweede deel van mijn boek stel ik een diagnostische verschuiving voor: van diagnose van het individu naar een diagnose van onze laatmoderne maatschappij. In mijn kritische lezing wordt die maatschappij integraal aangestuurd door een nieuwe en zegevierende religie: de Heilige Markt. De neoliberale maatschappelijke organisatievorm dus, waarbij ik doorheen het tweede deel van mij boek beargumenteer dat we nog nooit zo gelovig zijn geweest.”
“Daar ligt ook de reden van het volledig uiteenvallen van alle verbindende constructies in onze maatschappij, omwille van een fundamentele vervreemding van wat het is ‘mens te zijn’ én door de almaar toenemende ongelijkheid. Dit is een mondiaal probleem dat Vlaanderen of Nederland volledig overstijgt.”
“Ik hoor dan vaak: ‘Ach, in Europa valt het eigenlijk nog wel mee met die ongelijkheidscijfers’. Neen, het valt tegen omwille van twee redenen. Ten eerste, ook in Europa stijgt de ongelijkheid gemiddeld beschouwd en ze zal dat ook blijven doen. Ten tweede, heeft men het omtrent ongelijkheid steeds over inkomensongelijkheid.”
“Experten wijzen echter vooral vermogensongelijkheid aan als hét probleem en die is (ook in Europa) waanzinnig groot. Ook de onfaire fiscaliteit en regelgeving die ermee gepaard gaat (in het voordeel van vermogen) is – als je dat rationeel beschouwd vanuit eender welk ethisch perspectief – eenvoudigweg onbegrijpelijk.”
Meer gelijkheid verbindt mensen
“Nogal wat mensen die ondertussen mijn boek gelezen hebben zijn met mij een gesprek aangegaan. Tot mijn verbazing waren dat vaak ook mensen die ik in het boek ‘hanen’ noem, mensen met macht en met invloed, uit het politieke en zakelijke milieu. Die voelden zich aangesproken door dat idee in de titel ‘We worden er allemaal beter van’. Dus ook zij.”
“Meer verbondenheid en meer gelijkheid – lokaal en wereldwijd – creëert meer welbevinden voor iedereen, wat ook je inkomen is, van een groot vermogen tot een leefloon. Er zijn zeer veel betrouwbare en valide studies die dat aantonen. Ik noem het ‘verbindende gelijkheid’.”
“Ik krijg uiteraard ook veel positieve commentaren uit de sociale sectoren die hier mee bezig zijn, maar dus ook uit sectoren waarvan je dat niet direct zou verwachten, waar men dus ook aanvoelt dat er iets moet gebeuren willen we van deze wereld een betere plek maken voor onze kinderen en kleinkinderen.”
“Veel lezers vinden mijn argumenten bijzonder goed, strak wetenschappelijk onderbouwd én in een begrijpelijke taal geschreven. Dat was ook mijn bedoeling”
“Ook welgestelde burgers die zich door mijn boek aangesproken voelen stellen zich dus veel vragen over ons fiscaal systeem (ook al werkt dat systeem volledig in hun voordeel), over het feit dat arbeid zwaar wordt belast, terwijl vermogen en zelfs winst op vermogen bijna volledig ontsnapt aan fiscale solidariteit.”
“Ze zijn misschien een minderheid, maar ik ben daar niet zo zeker van want betrouwbaar onderzoek toont dat 85% van de mensheid voor meer verbindende gelijkheid/gelijkwaardigheid is. Dat is zonder meer een heel erg hoopvol idee.”
“Ook onder de welgestelde burgers zijn er grote aantallen depressieve mensen, maar ze hebben allerhande financiële vluchtroutes om hun depressie te ontkennen of er van weg te vluchten. Ze leven meestal lange tijd in ontkenning, in een ‘haanwaan’. Vroeg of laat barst die bubbel echter.”
Het is natuurlijk een onderwerp dat mensen wat afschrikt. ‘Wil ik dit wel weten? Wil ik hier wel over nadenken? Veel mensen missen ook een doel, iets om voor te gaan tegen al het negatieve nieuws in, door sociale betrokkenheid, wat jij ‘verbondenheid’ noemt.
“Ik heb dit boek niet geschreven om mensen die lijden aan depressieve gevoelens en gedachten te ‘genezen’.”
“Mijn boek is in die zin geen ‘therapeutisch boek’, maar wat ik wél doe voor hen is duidelijk maken dat ze echt niet alleen zijn met hun probleem, want er zijn heel veel mensen die zich vandaag niet goed in hun vel voelen. Eigenlijk zijn onze depressieve gevoelens en gedachten bij wijze van spreken ‘de normaalste zaak van de wereld’.”
“Ik verwoord het zo: we leven in een depressogene alleenleving’ (in tegenstelling tot een samenleving), een maatschappelijke organisatievorm dus die mensen depressief máákt.”
“De commentaar over het boek die mij het meest aangenaam treft is dat veel lezers vinden dat mijn argumenten om dit aan te tonen bijzonder goed en strak wetenschappelijk onderbouwd zijn én in een begrijpelijke taal. Dat was namelijk ook mijn bedoeling.”
“Ik ontwikkel geen persoonlijke redeneringen, geen links of rechts argument. Mijn boek is gebaseerd op honderden degelijke wetenschappelijke studies en boeken van experten uit heel erg diverse wetenschappelijke disciplines.”
“De overkoepelende conclusie daarvan is onmiskenbaar: de voorbije veertig jaar heeft het economisch systeem onze wereld quasi onleefbaar gemaakt.”
“Niet toevallig zijn de twee landen met het hoogste aantal depressies – van de landen die onderzocht werden en waar depressie als medisch fenomeen erkend wordt, de geïndustrialiseerde landen – de VS en Groot-Brittannië, tevens de twee landen waar de voorbije veertig jaar het hardst is ingehakt op de sociale welvaartsstaat en op de gezondheidszorg.”
“Je hebt dat ook in Australië en Nieuw-Zeeland. De cijfers voor depressie liggen véél lager in landen met meer verbindende gelijkheid, zoals Japan, Zweden, Finland of Noorwegen. Het gaat over enorme verschillen. Het gaat ook over veel minder maatschappelijke kosten.”
Men begint in die landen nu zelfs al te spreken over antidepressiva voor kinderen in de lagere school. Waanzinnig!
“Inderdaad, maar in vrijwel alle Afrikaanse landen is de toestand voor kinderen nóg erger. De sociale welvaartsstaat bestaat er niet, er is géén overheidshulp.”
“Alle kinderen in oorlogsgebieden bijvoorbeeld (Gaza, Oekraïne, …), die gaan verder moeten met gigantische depressies na alles wat ze hebben meegemaakt, gezien, gevoeld. Die geraken daar zonder hulp nooit uit, maar net zij gaan waarschijnlijk nooit behandeld worden.”
“Dan heb je nog de depressogene impact van armoede. Twee derden van de wereld leeft nog altijd in armoede. Tien procent van de wereldbevolking leeft in extreme armoede.[1] Die leven in primitieve survival modus.”
Wat is eigenlijk de voornaamste reden waarom je dit boek schreef?
“Mijn boek is gebaseerd op kritische wetenschappelijke kennis, komende uit heel diverse wetenschappelijke vakgebieden. Die kennis bestaat eigenlijk al enkele jaren, maar wordt veelal angstvallig verzwegen of geridiculiseerd, vrijwel steeds op basis van ideologische argumenten of op basis van allerlei belangen. De brede bevolking is dus niet op de hoogte omdat die kennis niet doorsijpelt.”
“Natuurlijk ook omdat wetenschappers zich meestal niet uitdrukken in begrijpbare taal, wat ik met mijn boek wél probeer te doen. Dat is de ultieme reden waarom ik We worden er allemaal beter van absoluut wou schrijven.”
“Ik heb die vertaalslag – van wetenschappelijk schrijven naar schrijven voor breed publiek – ook moeten leren. Professor Paul Verhaeghe heeft mij daarin zeer goed geholpen, alles omzetten in begrijpbare taal voor de geïnteresseerde leek.”
“Let wel, ik hoor van velen dat het lezen van mijn boek hier en daar een inspanning vraagt, maar ik wissel dan ook af met frivole verhalen en metaforen, met humor.”
“Zo omschrijf ik onze maatschappij reeds in hoofdstuk 1 als een kippenhok met voornamelijk drie soorten kippen: kale kippen, kippen zonder kop en hanen die steeds koning kraaien. Die grappige metafoor komt doorheen het boek vaak terug en vele lezers kunnen die verbeelding blijkbaar wel smaken.”
“Dat maakt het ook herkenbaar. Ik heb dat doelbewust gedaan. Je moet een materie zoals depressie introduceren. Zo heb ik het boek aangevat: ernstige reflecties gecombineerd met humor en verbeelding. Af en toe een soort hersenmassage zeg maar, voor het hier en daar weinig vrolijke verhaal dat ik breng.”
“Veel lezers zijn aan het eind ook aangenaam verrast: meer verbondenheid en meer gelijkheid als remedie, als oplossing. Ongelijkheid op tal van niveaus en het gebrek aan samenhorigheid zijn de echte oorzaken van de depressiepandemie, van vele andere psychische stoornissen en van allerlei grote gezondheids- én maatschappelijke problemen. En daar hebben we dus anno 2024 een karrenvracht aan betrouwbaar en valide wetenschappelijk bewijs voor.”
De heersende kippenfabel van de hanen die steeds koning kraaien maakt ons ziek?
“Inderdaad, ik wil doorheen het boek uitleggen aan de lezers dat wij vandaag leven in een maatschappelijke context die volledig tegengesteld is aan wie we ‘zijn’ als menselijke soort.”
“Antropologen en gedragsecologen bijvoorbeeld bevestigen dat de mens als soort steeds floreerde in maatschappijen waar wederkerig altruïsme de voornaamste gedragsregel was. De heersende kippenfabel vandaag gaat daar wars tegen in: ‘ieder voor zich’ en ‘follow the money’ zijn vandaag dé gedragsregels.”
“Sociale cohesie is vandaag bijna zo goed als verdwenen. Onze huidige maatschappelijke organisatievorm nodigt in essentie vooral uit om allemaal op ons eigen eilandje te gaan wonen, vrijwel uitsluitend nog omringd door onze verwanten.”
“Hyperindividualistisch dus, afgunstig ook van wat we in de verte zien gebeuren op de andere eilandjes. Competitiviteit en asociale arrogantie zijn daardoor de norm. We leiden een leven dat volledig haaks staat op wie wij zijn als soort.”
“Veel mensen stellen zich – terecht volgens mij – vragen over de zin van ‘een leven op eilandjes’. We vereenzamen en eenzaamheid is uiteraard een belangrijke trigger voor depressie. Het is zelfs zo dat jarenlange eenzaamheid, weinig sociale contacten, een minimum aan sociale interactie, een grotere impact heeft op je levensverwachting dan welvaartsziekten als roken of slechte eetgewoontes.”
“Gelukkig zit er ook veel hoop in het boek, vooral naar het einde toe. We zijn verre van machteloos. Waarom dat zo is leg ik grondig uit doorheen het voorlaatste hoofdstuk. Bovendien is de evolutie naar een maatschappij waarin verbondenheid en meer gelijkheid centraal staan – van alleenleving opnieuw naar samenleving dus – hoegenaamd niet zo moeilijk als de hanen wel eens beweren.”
“We kunnen véél impact hebben door ons te groeperen, door positieve druk uit te oefenen op politieke elites en marktelites, door opnieuw vertrouwen te hebben in elkaar binnen onze dagdagelijkse contexten, door verbeeldend redeneren, ver weg van het status quo denken. Dat is allemaal een stuk makkelijker dan we doorgaans denken en ik verzeker eenieder: we zouden daar allemaal ook (veel) beter van worden.”
Lees hier de recensie van het boek: Oplossing depressiepandemie begint met erkenning van zijn échte oorzaken.
Jan Celie. We worden er allemaal beter van – Meer verbondenheid en meer gelijkheid als remedie tegen de depressiepandemie. Horizon, Amsterdam/Antwerpen, 2023, 368 pp. ISBN 978 9464 1042 88 (met een voorwoord van Paul Verhaeghe).
Note:
[1] De VN hanteert een aantal criteria om het onderscheid te maken tussen verschillende gradaties van armoede. Extreme armoede komt er op neer dat je niet weet of je binnen de komende 24 uur eten en drinken zal vinden, laat staan, voedzaam en gezond eten. Met andere woorden, 1 op 10 mensen op aarde staat ‘s morgens op zonder te weten of er die dag zal gegeten worden of niet.