‘De brandstichter’, een Tsjechoslowaaks dorpje aan de Duitse grens in 1935

Het stadje Tábor in Zuid-Bohemen (niet het fictieve stadje in dit boek). Foto: Rudolf Kukačka/Public Domain

FacebooktwitterFacebooktwitter

Toen Tsjechoslowaaks auteur Egon Hostovský in 1935 zijn roman ‘De Brandstichter’ schreef over een dorpje in Bohemen aan de Duitse grens, wist hij nog niet dat hij als Jood vier jaar later zou vluchten. In een rustig dorpje waar het leven goed is – zou moeten zijn – sluimeren roddels, naijver, vooroordelen en achterdocht.

ouche bedelaars rond – het wordt nergens gezegd in het boek, maar waarschijnlijk zijn het Roma. Lokale bewoners drinken bier in het lokale café De Zilveren Duif.

Kroegbaas Simon kijkt zwijgend toe op twee opstandige pubers en een ongelukkige vrouw. Zij verlangt in hun, door hun families gearrangeerde, huwelijk naar een ander bestaan. Simon kan ondertussen de prietpraat van zijn stamgasten maar matig appreciëren.

Zijn zoon en dochter hunkeren naar de liefde van hun ouders die gevangen zitten in hun koude ongelukkige huwelijk. Een dichter uit de grote stad (Praag) die er enige tijd op kamers verblijft kan zijn minachting voor zoveel provinciale bekrompenheid nauwelijks verbergen.

En dan brandt een boerderij af. Ongeval of brandstichting? Wie is de dader? Roddels, vooroordelen die al lang sluimerden komen bovendrijven. Is de dader niet die Duitser die in de kroeg dronken stond te lallen in belabberd Tsjechisch, zijn het de Joden, of die bedelaars?

Het moet wel één van hen zijn, want anders is het één van ons en dat zou toch vreselijk zijn. Achterdocht neemt het dorpse leven over, terwijl nog meer huizen en boerderijen afbranden.

Er lopen veel thema’s door elkaar in dit korte verhaal, dat niet onder een noemer te vatten valt. Het opsporen van de dader – de daders? – is niet de hoofdzaak. Wat de branden mentaal veroorzaken, daar gaat dit verhaal over. Oude ruzies laaien weer op, nieuwe ontstaan, iedereen verdenkt iedereen.

Welkom in de verstikkende atmosfeer van een klein gemoedelijk dorpje, waar iedereen iedereen kent – of toch niet? Tussendoor wordt de zoon van de kroegbaas verliefd op een weesmeisje dat komt logeren en zijn zus valt voor de dichter. Waar ze echt naar verlangen is ontsnappen uit de verstikking van hun gezin en van hun dorp.

Ze weten niet dat ondertussen in hun buurland een tot Duitser genaturaliseerde Oostenrijker van plan is hun regio te annexeren en nog andere plannen heeft met al wie niet in zijn zuivere Arische verhaal past.

Wij lezen dit boek negentig jaar later mét die historische kennis, wat het boek een andere gelaagdheid geeft dan toen het pas werd gepubliceerd. Maar zelfs los van die context is dit een mooi boekje om lezen.

We vergeten te snel dat ook vertalers een verdienste hebben aan de waarde van boeken. Deze vertaling bevestigt dat Egon Hostovský er in 1936 terecht de Tsjechoslowaakse staatsprijs voor kreeg.

De brandstichter van auteur Egon Hostovský is geen whodunit-verhaal. Geen spoiler als ik hier zeg dat de dader niet wordt gevat. Daar gaat dit immers niet over.

Er is tussen de verstikkende sfeer in Zbečnov ook plaats voor wat humor en sarcasme, voor mijmeringen van de kinderen, hun moeder en van de andere dorpsbewoners. Dit is een aangenaam lezend verhaal over een onaangenaam dorpje.

 

Egon Hostovský. ‘De Brandstichter’. Zirimiri, Amsterdam, 2024, 205 pp. ISBN 978 9490 0422 57 – vertaling Edgar de Bruin.

Egon Hostovský (1908-1973) was Tsjechisch journalist en auteur. Als jonge diplomaat was hij in Den Haag toen Duitsland Tsjechoslowakije bezette. Als Jood verkoos hij te vluchten naar Portugal en later naar de VS. Zijn vader en zusters stierven in de nazi-concentratiekampen. De Brandstichter (1935) werd zijn doorbraak als schrijver, het was dan reeds zijn zevende roman. Hij kreeg er de Tsjechoslowaakse Staatsprijs voor. Er zouden nog 21 boeken volgen, het laatste na zijn overlijden in 1973. Hostovský bleef heel zijn leven in het Tsjechisch schrijven.

Zirimiri is Baskisch voor ‘motregen’. Deze kleine uitgeverij brengt sinds 2009 minder bekende literatuur uit als kleine, verfrissende druppels. Eerder verschenen van Zirimiri de recensies Park Life van de Japanse schrijver Shuishi Yoshida, Lentetuin van de Japanse schrijfster Tomoka Shibasaki en Aardbei en chocola van Cubaans schrijver Senel Paz.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *