Emancipatie van Bilal Ben Abdelkarim antwoord op extreemrechts populisme

Bilal Ben Abdelkarim (l) met Dyab Abu Jahjah. Foto: nieuwwij.nl

FacebooktwitterFacebooktwitter

Marokkaans-Nederlander Bilal Ben Abdelkarim verwerpt in ‘Van dankbaar naar strijdbaar – Emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme’ de valse keuze tussen ‘slachtofferschap’ en ‘assimileren’ en kiest voor emancipatie. Zijn boek is tevens een eerherstel voor de Arabisch-Europese Liga (AEL) die een generatie inspireerde om zelfbewust het heft in eigen handen te nemen.

De Marokkaanse[1] migratie in Nederland en België vertoont veel gelijkenissen – de zoektocht naar een beter leven, het universele gegeven waar ieder mens naar verlangt. Er zijn wel wat verschillen maar de essentie is voor Belgen en Nederlanders met Marokkaanse roots identiek.

Ik ben in een Vlaams dorp[2] net buiten Brussel opgegroeid in de jaren 1960 waar Marokkanen en Turken nog onbekend waren. Thuis hoorden we alleen racistische dingen over Congolezen, die er wel meer waren rond het Africa Museum daar. In diezelfde periode begonnen jonge Marokkanen de stap te zetten naar Europa.

Uitgaan in Brussel deden we met tram 44, waar we vrouwen helemaal in het zwart gekleed en met een hoofddoek zagen opstappen. We waren zo onwetend dat we eerst dachten dat het nonnen waren. Zodra we beter wisten, vonden we dat niet bepaald een probleem. Rare mensen, meer dachten we er niet van.

Zij hadden het echter allesbehalve gemakkelijk en zoals ik pas veel later inzag, gedroegen ze zich zeer onderdanig.

Al hadden we het wél kunnen weten, we ‘wisten’ niet dat de Brusselse metro door hen werd gebouwd. Bovendien deden ze ook het zware werk in de Limburgse en Waalse steenkoolmijnen (waar ze Spanjaarden, Italianen, Polen en Oekraïeners van de eerste migratiegolf na de Tweede Wereldoorlog vervingen).

15-16 jaar was ik voor ik doorhad dat ‘bXXgnXXle’ , wat we overnamen van Franstalige Brusselaars, een grof scheldwoord is. Ik heb nog steeds geen idee wat de aanleiding was, maar rond die periode begon het me te dagen dat de verhalen die ik in mijn dorp, in de familie, op straat over al die ‘vreemden’ hoorde niet klopten. Ik was zeker niet de enige die er kritisch over begon te denken (en het was toen allemaal nog vaag en vrij paternalistisch), maar op school waren we in geen geval een meerderheid.

Verhalen zeggen zoveel meer dan de meest doorwrochte sociologische analyses, maar niets evenaart mensen persoonlijk te leren kennen, te beginnen met mijn tijd als arbeider op de luchthaven in de jaren 1970.

Daar leerde ik Marokkanen en Turken kennen als gewone normale mensen, het hele spectrum van eikels tot warmhartige solidaire collega’s.

Mocronado’s keren terug naar hun geboorteplaats in Marokko: “De dieren waren onze verwarming” (4:25):

De tijden zijn veranderd, maar in orde is het nog altijd niet. En in recente jaren gaat het zelfs terug achteruit. Zoals Bilal terecht opmerkt werd  9/11 een historische breuklijn.

Meer en meer nieuwe Belgen en Nederlanders worden weliswaar BV’s en BN’s, soms juist omdat ze nog wat ‘vreemd’ zijn (wat we dan sympathiek horen te vinden), maar evengoed los van die roots, gewoon omwille van wat ze zijn: schrijvers, acteurs, nieuwslezers, journalisten.

Ook Bilal Ben Abdelkarim vindt het prima dat steeds meer mensen die eruitzien zoals hij erkenning krijgen, bijvoorbeeld als burgemeester of profvoetballer. Toch heeft hij daar een wrang gevoel bij. Alsof andere medemensen die onopgemerkt blijven en gewoon een waardig leven leiden nog altijd niet goed genoeg zouden zijn.

Mohammed Abdelkrim El Khattabi (1882-1963). Foto: Public Domain

Bilal is fier over zijn roots. Terecht. Zijn grootvader heeft waarschijnlijk meegestreden met de legendarische Riffijnse leider Abdelkrim El Khattabi en verplichte legerdienst vervuld in het Spaanse koloniale bezettingsleger.

Lees daarover het zeer leerrijke boek Abdelkrim El Khattabi – de Riffijnse Republiek van M’hammed El Abdouni. Vandaar dat zijn vader koos voor de familienaam Ben Abdelkarim[3].

Die fierheid gaat voor Bilal perfect samen met Nederlandse burgerzin. Hij is blij met de kansen die hij in zijn geboorteland krijgt, ‘net zo blij als autochtonen’. Maar racisme is er nog steeds, dikwijls onderhuids, nauwelijks merkbaar, zelfs onzichtbaar voor de niet-oplettende autochtoon.

“We konden het niet altijd bewijzen, maar je wist het wanneer je de CITO-toets (een eindtoets) op de basisschool beter had gemaakt dan je Nederlandse klasgenoten maar een lager schooladvies kreeg dan zij.”

Bilal vertelt hoe de generatie van zijn ouders met discriminatie omging, door niet op te vallen, door te ondergaan en door hard te werken voor de kinderen. Die kinderen denken er vandaag anders over.

De Mocro Wereld: Het ontstaan (16:39):

Zij nemen de vooroordelen niet langer. Hun toegenomen zelfbewustzijn werd echter hard aangepakt na 9/11. Alle reeds bestaande clichés werden terug uitvergroot. Criminele Marokkanen – die er ook waren – waren crimineel “omdat ze Marokkaan waren”. Voor ‘Nederlandse’ criminelen werd naar hun verleden gekeken, naar armoede, mishandeling thuis.

Gevat citaat daarover van Simon Carmiggelt[4]: “Ik voel me zo trots deel uit te maken van een volk dat zich principieel keert tegen ieder racisme – mits het voorkomt in een ander werelddeel.”

Belgische Marokkanen komen meer uit de Rif dan hun Nederlandse broeders en zusters. Ik leer in dit boek dat je hen Amazigh hoort te noemen, niet ‘Berbers’.

Nederlander Moubarak Boussoufa, geboren in Amsterdam (1984), profvoetballer bij KAA Gent en RSC Anderlecht, 13 jaar interlander voor Marokko. Foto: Kirili Venediktov/CC BY-SA 3:0

Dit is een overtuigend verhaal over hoe het is om jonge Nederlandse Marokkaan te zijn na 9/11. Bilal kijkt daarvoor ook bij de Belgische zuiderburen. Zo is een groot deel van zijn boek gewijd aan de in Antwerpen opgerichte Arabisch-Europese Liga (AEL) en zijn voornaamste leider Dyab Abu Jahjah.

Historische vergelijkingen zijn altijd oppervlakkig, maar het verhaal van de demonisering, de poging tot criminalisering en de uiteindelijke ondergang van de AEL toont gelijklopende analogieën met de geschiedenis van de Black Panthers in de VS.

‘Assertieve Arabieren?!’

Met de AEL werd zelfvoldaan Vlaanderen (het was een hoofdzakelijk Vlaamse beweging, in Brussel en Wallonië is het nooit wat geworden) voor het eerst geconfronteerd met zelfbewuste ‘allochtonen’ die assertief het woord namen. Zij kenden de wet en ondergingen niet langer lijdzaam de dagelijkse politierepressie.

Abu Jahjah werd toen opgepakt voor ‘ophitsing’. Eerste minister Guy Verhofstadt viel hem aan in de plenaire zitting van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Hij was kop van jut in alle Vlaamse media. “Later bleek er inderdaad sprake te zijn van ophitsing, maar dan door de (Belgische) overheid. Het was een patroon.”

“Later bleek er sprake te zijn van ophitsing, door de (Belgische) overheid, het was een patroon”

Bilal wijt een heel hoofdstuk aan het ontstaan van de AEL. Hij citeert daarvoor uit de boeken Abu Jahjah, nieuwlichter of oplichter (2004) van Mohammed Benzakour en Wie is bang voor moslims? Aantekeningen over Abu Jahjah, etnocentrisme en islamofobie (2004) van Ludo De Witte (moeilijk te vinden, maar nog steeds aanraders).

Bilal’s boek gaat dieper in op de context van de AEL in Vlaanderen en op de pogingen ook een Nederlandse AEL op te richten. Hij licht ook uitgebreid het politieke programma van de beweging toe dat drie pijlers omvatte: werk, onderwijs, huisvesting. Niet toevallig de drie domeinen waar racistische discriminatie zich nog steeds het hardst laat voelen.

Uiteindelijk is de AEL als beweging ten onder gegaan door de hetze van overheid, media en politiek, wat op zijn beurt interne strubbelingen veroorzaakte. Persoonlijke ambities en naijver speelden zeker ook een rol.  De partij of organisatie die daar geen last van heeft moet nog uitgevonden worden.

Voor de buitenwereld was elk gerucht over (echte en verzonnen) interne disputen in de AEL voer voor het zelfvervullende argument “Zie je wel dat we gelijk hebben”. Deze hetze had gevolgen: “In België werden mensen ontslagen omdat ze lid waren van de AEL, ook al was op hun werkprestaties niets aan te merken”.

Ook Nederlandse commentatoren zakten door de morele bodem van elementair journalistiek fatsoen. Een columnist van De Telegraaf vergeleek de AEL met “nazihorden en de Hitlerjugend”.

Een beweging met een erfenis

Bilal doet met zijn boek iets wat veel eerder had moeten gebeuren, nog meer in Vlaanderen dan in Nederland. Hij ging op onderzoek naar de morele nalatenschap van de AEL. In het hoofdstuk ‘Visie en filosofie’ gaat Bilal dieper in op het gedachtengoed van de AEL.

Zoals met eender welke partij of organisatie lees ik daar dingen waar ik het niet mee eens ben, veel waar ik het wel mee eens ben en ideeën die ik begrijp vanuit hun context, maar daarom niet altijd deel – zoals dat hoort in een respectvol democratisch bestel.

“Het idee dat niet alles is begonnen in Europa is voor veel mensen niet te bevatten”

Dit boek is tevens een historische terugblik. We worden er aan herinnerd dat onze zo geprezen Verlichting veel te danken heeft aan de islam.

Bilal daarover: “Wanneer iemand mij ‘westers’ en ‘goed geïntegreerd’ noemt vanwege mijn ruimdenkendheid en open blik, laat ik altijd graag weten dat mijn ideeën ook geïnspireerd zijn door de islam en grote islamitische denkers. Zij waren namelijk ‘westers’ en ‘geïntegreerd’ toen het Westen door het Oosten nog als het rijk der barbaren werd gezien[5]. Het idee dat niet alles is begonnen in Europa is voor veel mensen niet te bevatten.”

Ibn Rushd. Fresco Andrea Bonaiuto/Public Domain

De filosoof Ibn Rushd (hier bekend als Averroes) schreef over de gelijkheid van man en vrouw in de twaalfde eeuw. Filosoof Al-Farabi noemde filosofie superieur aan religie in de tiende eeuw.

Logo HRF

Er staat nog veel meer in dit informatieve boek, dat eerherstel en erkenning biedt aan de AEL en aan Dyab Abu Jahjah. Die laatste heeft ook fouten gemaakt, niets menselijks is hem vreemd.

Je moet het niet over alles met hem eens zijn om zijn baanbrekend werk voor het zelfbewustzijn van vele nieuwe Belgen en Nederlanders te erkennen. Met zijn Hind Rajab Foundation (HRF) heeft hij een nieuwe roeping gevonden[6]. (sla bij het googlen naar de Hind Rajab Foundation de eerste post over, dat is een neppost van de Israëlische hasbara).

Ik herneem als afsluiter de lovende woorden van Anja Meulenbelt: “Een analytisch sterk en persoonlijk doorleefd boek over hoe het gaat met drie generaties moslimmigranten  in onze Lage Landen.”

 

Bilal Ben Abdelkarim. Van dankbaar naar strijdbaar – Emancipatie als antwoord op extreemrechts populisme. Mazirel, Zutphen, 2024, 195 pp. ISBN 978 9464 5633 99

Je vindt in Bilal’s boek tips voor nog meer boeken. Een aantal heb ik al gelezen (zie de recensies hieronder), andere staan nu op mijn aankooplijst, zoals De gast uit het Rifgebergte (2021) van Khalid Mourigh, Amarok (2022) van Mounhim Tahtahi, de roman Het huis van de moskee (2005) van Kader Abdollah en Mijn ontelbare identiteiten (2020) van Sinan Çankaya.

Voor meer informatie raadt Bilal nog de IslamOmroep en boekenuitgeverij ’t Kennishuys aan.

Zie ook deze recensies van literatuur uit de Maghreb:

‘Hongerjaren’ is 43 jaar later nog steeds literatuur van wereldniveau – Mohammed Choukri

Yemma’, stilleven van een moeder – Mohammed Benzakour

De kliniek – pareltje van Noord-Afrikaanse literatuur – Ahmed Bouanani

De geschiedenis van mijn leven’ opdat het niet zou vergeten worden – Fadhma Aïth Mansour Amrouche

Sta op en leef, vader – Said El Haji

‘Vijf mythen over islamofobie’ kort en krachtig ontwapend – Martijn de Koning

Notes:

[1] Ik heb het hier over Marokkaanse medeburgers, maar dit geldt uiteraard evengoed voor Turken en andere naoorlogse migratiegroepen. In Brussel, Luik (Liège) en Bergen (Mons) zijn daar bijvoorbeeld ook Tunesiërs en Algerijnen bij. Ik heb geen idee of die er ook zijn in Nederland.

[2] Tervuren is sindsdien geëvolueerd van een klein landelijk dorpje naar een grote residentiële middenklasse-gemeente net buiten de Brusselse agglomeratie.

[3] Ben = zoon. De a werd er door een ambtenaar verkeerd bijgevoegd. Abdelkrim werd Abdelkarim.

[4] Mooi dat jongen mensen als Bilal hem nog kennen. Simon Carmiggelt (1913-1987) schrijver, journalist en dichter, vooral bekend van zijn cursiefjes in de Nederlandse krant Het Parool en in het Belgisch weekblad Humo.  Met zijn korte, melancholische en humoristische observaties – dikwijls vanuit een tafeltje in een café – over het dagelijks leven was hij een geliefde chroniqueur van de Nederlandse samenleving.

[5] Het standaardwerk daarover is Amin Maalouf. Rovers, Christenhonden, Vrouwenschenners – De kruistochten in Arabische kronieken (1992) (eigen voetnoot bij dit citaat).

[6] Zie ons interview Dyab Abu Jahjah: “Bedreigingen Israël stoppen de Hind Rajab Foundation niet”

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *