De socialistische vakbond ABVV voerde een symbolische actie aan de Zuidertoren te Brussel, beter bekend als de ‘Pensioentoren’. Het ABVV klaagt de besparingen aan die door de federale regering worden gepland of reeds werden beslist. “De mensen die het langst hebben gewerkt, reeds voor hun 20 jaar, krijgen al de kleinste pensioenen en moeten nu nog het meest inleveren”.
Op 24 en 25 oktober organiseert federaal minister van pensioenen Daniel Bacquelaine (MR) een colloquium over de hervorming van de pensioenen, waar geen enkele werknemer mag aan deelnemen. Als reactie op deze eenzijdige aanpak van de minister organiseerde de socialistische vakbond ABVV twee acties om het huidige regeringsbeleid aan te klagen.
De eerste actie ging door aan de deuren van de Zuidertoren recht tegenover het station van Brussel-Zuid. De meeste mensen kennen dat gebouw als de Pensioentoren omdat daar de diensten van het ministerie gevestigd zijn die de pensioenen berekenen en uitkeren. Jean-François Tamellini, federaal secretaris van het ABVV, en Celien Vanmoerkerke, adviseur op de federale studiedienst van het ABVV, spraken de militanten toe, terwijl zij pamfletten uitdeelden aan de toestromende ambtenaren van de pensioenadministratie.
Zij herinnerden iedereen eraan dat het dit jaar vijftig jaar geleden is dat het huidige pensioenstelsel van repartitie werd ingevoerd. In 1967 was het systeem van kapitalisatie failliet en werd het vervangen door het huidige systeem1. De huidige regering wil nu terugkeren naar dat oude systeem.
“Minister van pensioenfondsen”
“Minister Bacquelaine is in feite minister van pensioenfondsen, niet van pensioenen”, volgens Tamelinni. Hij wees bovendien op de ironie van een systeem waarbij de mensen die het langst werken de laagste pensioen krijgen. “Mensen die reeds voor hun 20ste jaar beginnen werken krijgen de de laagste pensioenen. Deze mensen worden gestraft omdat ze zo jong zijn begonnen met werken. Deze minister wil terug naar een failliet systeem, failliet voor werkende mensen, niet voor de kapitaalbezitters.”
Deze stelling klopt met de demografische feiten. Mensen met een hogere opleiding beginnen veel later te werken, krijgen daar hogere lonen voor, blijven langer gezond, trekken hogere pensioenen en kunnen daar met een betere levensverwachting ook langer van genieten. Werknemers die jong beginnen werken hebben meestal fysiek zwaardere taken, gemiddeld hebben zij een gezonde leeftijdsverwachting van 64 jaar. Met andere woorden, weinigen van hen gaan met pensioen als ze nog gezond zijn.
“Daar wil de regering nu nog twee jaar bijdoen”, merkte Vanmoerkerke op, “het is ook geen toeval dat deze regering wil morrelen aan de pensioenen van de overheidsambtenaren. Overheidsambtenaren hebben nog een redelijk pensioen. Dat vindt deze regering een slecht voorbeeld, dus willen ze ook dat veranderen. De regering wil 100 miljoen euro besparen, maar doet dat door vooral de kleintjes aan te pakken. Dat zijn geen cijfers, maar mensen voor wie elke euro telt.”
De regering maakt ondertussen nog steeds geen werk van een duidelijke bepaling van zwaar en belastend werk. De Belgische pensioenen zijn gemiddeld 1.101 euro voor mannen, 763 euro voor vrouwen, wat lager is dan het armoederisico dat 1.115 euro per maand bedraagt.
Het ABVV eist een minimumpensioen van 1.500 euro voor iedereen. Dat kan door andere inkomstenbronnen aan te spreken die door deze regering ongemoeid worden gelaten. Billijke belasting op kapitaal door middel van een vermogensbelasting (“een echte, niet dat wat deze regering voorstelt”), een meerwaardebelasting en een heffing op financiële transacties. Bovendien kunnen miljoenen euro’s ‘bespaard’ worden door een degelijke bestrijding van belastingfraude en een andere aanpak van belastingontwijking. Het ABVV meent dat dit “geloofwaardige en haalbare alternatieven” zijn.
Na de actie aan de Pensioentoren trok een delegatie naar het parlement. In de Commissie Sociale Zaken van de Kamer van Volksvertegenwoordigers wordt een regeringsvoorstel besproken om de pensioenwetgeving nog verder te hervormen in negatieve zin voor de gepensioneerden.
1 In het systeem van repartitie komt het er in grote lijnen op neer dat de sociale bijdragen van werkende personen van deze maand gebruikt worden voor de uitbetaling van de pensioenen van gepensioneerden van volgende maand; bij een systeem van kapitalisatie worden de sociale bijdragen voor de pensioenen van de werknemers in een fonds gestort, waarmee later hun pensioenen worden uitbetaald.