Weinig aandacht voor regionale verkiezingen in Venezuela

Vier van de vijf verkozen gouverneurs van de oppositie legden op 23 oktober 2017 de eed af voor de Grondwetgevende Vergadering

Vier van de vijf verkozen gouverneurs van de oppositie legden op 23 oktober 2017 de eed af voor de Grondwetgevende Vergadering (foto Asamblea Nacional Constituyente)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Wie de berichtgeving over Venezuela de voorbije jaren heeft gevolgd verwacht elk ogenblik de val van een ‘regime’ dat verkiezingen manipuleert. Vreemd dus dat de regionale verkiezingen van 15 oktober 2017, gewonnen door dat ‘regime’, zo weinig commentaren uitlokken. Wat is er aan de hand?

Zowat alle peilingen voorspelden een ruime overwinning van de rechtse oppositie bij de regionale verkiezingen van 15 oktober 2017. Het uiteindelijke resultaat zag er heel anders uit. De PSUV, de partij van president Maduro, behaalde met ruime meerderheden 18 van de 23 gouverneurszetels en evenveel meerderheden in de deelstaatparlementen. In vijf deelstaten behaalde de rechtse oppositie de overwinning.

De oppositie reageerde verdeeld op deze uitslag. Een aantal toppolitici veroordeelden de verkiezingsresultaten onmiddellijk als frauduleus. Een groot aantal van de gouverneurskandidaten van de oppositie erkende echter zijn nederlaag. De nationale leiding van de oppositie riep op de eedaflegging voor de Grondwettelijke Vergadering (zie verder) te boycotten, maar vier van de vijf gouverneurs van de nationale oppositie legden toch de eed af voor deze instelling.

Retoriek en realiteit, niet altijd overlappend

Dat er heel wat misloopt in Venezuela en dat huidig links president Nicolás Maduro niet hoog scoort in de populariteitspolls werd reeds in vorige artikels op deze website toegelicht (Zie ons Dossier over Venezuela). De rechtse oppositiepartijen, verenigd in de Mesa de la Unidad Democrática (MUD, noemt zich ook Unidad – Eenheid), voert sinds de parlementsverkiezingen van 6 december 2015, een onafgebroken strijd om hem af te zetten. Die verkiezingen werden toen door de rechtse oppositie tegen Maduro gewonnen. Bij straatprotesten zijn sindsdien reeds meer dan 200 doden gevallen. Die doden zouden volgens de oppositie volledig te wijten zijn aan brutale politierepressie.

Uittredend gouverneur Henri Falcon van de deelstaat Lara erkent zijn nederlaag
Uittredend gouverneur Henri Falcon van de deelstaat Lara erkent zijn nederlaag (venezuelanalysis.com)

De stelling van president Maduro en zijn ministers dat Venezuela het slachtoffer is van een economische boycot door de VS (en in minder belangrijke mate door Canada, Groot-Brittannië en Spanje), van een economische lockout door grote Venezolaanse bedrijven en van de lage olieprijzen wordt door de oppositie afgedaan als leugens en uitvluchten.

Verkiezingen worden volgens de oppositie in Venezuela ook massaal gemanipuleerd door het ‘regime’. Volgens hen is het dus niet te verwonderen dat de regionale verkiezingen (verkiezingen van gouverneurs en deelstaatparlementen) van 15 oktober 2017 door het ‘regime’ werden gewonnen.

Het regime censureert en controleert bovendien de media en geeft een volledig vertekend beeld weer van wat in het land gaande is. Dat maakt een eerlijke verkiezingscampagne onmogelijk.

Tot daar in een notendop het narratief dat de buitenlandse (en Belgische) media overnemen van de politieke opposanten van Maduro en van de Venezolaanse media die aan de kant van de oppositie staan. Een vergelijking met de realiteit ter plaatse geeft echter aan dat een en ander behoorlijk genuanceerd mag worden.

Perscensuur?

Dat president Maduro een strakke controle uitoefent over de openbare media klopt zeker. De omzetting van die realiteit naar de veralgemenende stelling van ‘controle en censuur over alle media’ doorstaat de test van de feitelijkheid niet.

In Venezuela is meer dan 80 procent van alle mediabereik van de Venezolaanse bevolking (internet, tv, radio, kranten, voor tv is het privé-overwicht nog groter, rond 90 procent) volledig in handen van rijke oligarchieën en grote mediabedrijven. Die staan volledig achter de oppositie. Beweren dat er geen persvrijheid zou zijn in Venezuela is met andere woorden niet waar. (Zie Repressie vrije meningsuiting in Venezuela: mythe en realiteit).

Sinds Hugo Chávez voor het eerst werd verkozen tot president op 6 december 1998 werden in Venezuela meer dan twintig nationale en regionale verkiezingen en twee referenda gehouden. Die werden steeds met een nipte tot ruime meerderheid gewonnen door Chávez of zijn medestanders, op één uitzondering na. Chávez verloor op 2 december 2007 een referendum voor een wijziging van de grondwet met 50,65 procent tegenstemmen, na een campagne waar hij zich intensief voor had ingezet. Hoewel zijn verlies zeer nipt was, erkende hij onmiddellijk zijn nederlaag.

Toen in 2013 zijn overlevingskansen door uitgezaaide kanker uitgeput waren duidde Chávez kort voor zijn overlijden Nicolás Maduro aan als zijn opvolger. Maduro ontbreekt echter het charisma en het oratorisch talent van zijn illustere voorganger. Hij won ondanks die morele steun de presidentsverkiezingen van 14 april 2013 met slechts een zeer nipte voorsprong van 50,60 procent. De kandidaat van de rechtse oppositie Henrique Capriles weigerde de uitslag te erkennen en doet dat vier jaar later nog altijd niet.

Fair en transparant verkiezingssysteem?

De logische vraag die men zich bij dit alles kan stellen is of het verkiezingssysteem in Venezuela faire, transparante en eerlijke verkiezingen mogelijk maakt. Chávez is zelf voor het eerst verkozen geraakt in december 1998 op basis van het bestaande kiessysteem. Hij had toen nog geen enkele regeringsmacht, laat staan medestanders in de ministeries en het overheidsapparaat. Hij heeft daarna zelf meerdere wijzigingen aan dat systeem toegevoegd. Zitten er in dat nieuwe systeem mechanismen die toelaten aan de regeringspartijen om resultaten (al dan niet bij voorbaat) te manipuleren?

Jimmy Carter: “Het is niet omdat men de politieke keuzes van een overwinnaar niet goed vindt dat men dan zomaar de verkiezingen als niet legitiem mag veroordelen”.

Daar zijn reeds talloze internationale studies en rapporten over geschreven door buitenlandse experten en instellingen. Meest bekend is het Carter Institute van voormalig Amerikaans president Jimmy Carter (1977-1981). Zijn instituut legt zich toe op monitoring van verkiezingen wereldwijd, ook in Venezuela. Zijn analyse is glashelder: “Venezuela heeft een van de meest moderne verkiezingssystemen ter wereld, beter dan dat van mijn eigen land. Het is niet omdat men de politieke keuzes van een overwinnaar niet goed vindt dat men dan maar de verkiezingen als niet legitiem mag veroordelen.”

Het huidige verkiezingssysteem van Venezuela is volledig electronisch maar met een 100 procent papieren reproductie. Elke burger gaat electronisch stemmen met zijn identiteitskaart en krijgt een uitprint van zijn uitgebrachte stem. Onmiddellijk opnieuw stemmen als de uitprint verkeerd is, kan altijd. Ook de kiesbureaus zelf bewaren papieren kopieën, zodat alle uitgebrachte stemmen bij betwisting kunnen worden geverifieerd.

Zijn faire kiescampagnes mogelijk in Venezuela?

Verkiezingen zijn uiteraard meer dan alleen een technische kwestie op de dag van de verkiezingen. De berichtgeving voorafgaand aan de verkiezingen, de campagnes, de toegang van kandidaten tot de media zijn een belangrijk onderdeel van de legitimiteit van verkiezingen. Hoe vrij de toegang tot de media in Venezuela is, werd hierboven al vermeld.

Meer dan 80 procent van alle mediabereik is in handen van privé-mediabedrijven, die bijna allen volledig of voor het grootste gedeelte aan de kant van de oppositie staan. Overheidsmedia (onder controle van het ‘regime’) zijn wettelijk verplicht evenwichtige tijd te gunnen aan beide kanten, maar de kadering van het algemene nieuws is op de overheidsmedia duidelijk pro-regering (zoals bij de meeste overheidsmedia in de wereld, zie bijvoorbeeld “De BBC of de mythe van een openbare dienst”, en de VRT?). De privé-media daarentegen hebben in Venezuela geen enkele wettelijke verplichting tot evenwichtigheid.

Het ‘regime’ van president Maduro heeft de parlementsverkiezingen van 6 december 2015 verloren. Dat was niet zozeer te wijten aan een afname van de stemmen voor de partij van Maduro maar aan de veel grotere opkomst dan vroeger van oppositiekiezers. Er is geen stemplicht in Venezuela. De totale opkomst lag in 2015 (74,17 procent) 8 procent hoger dan in 2010 (66,45 procent). Maduro was er niet in geslaagd zijn kiezers te enthousiasmeren, wat de verenigde oppositie wel kon.

Grondwettelijke Vergadering

Dat president Maduro sindsdien het parlement grotendeels omzeilt, onder meer met de verkiezing van een Grondwetgevende Assemblee (een procedure die de Grondwet toelaat) en met volmachten regeert, is zijn manier om die politieke nederlaag te neutraliseren. Toch nogmaals op wijzen dat het politieke systeem van Venezuela reeds lang voor de verkiezing van Hugo Chávez in december 1998 de meeste regeringsmacht bij de president legt en niet bij het parlement, naar het Franse presidentiële model dat ook in de meeste andere Latijns-Amerikaanse landen van kracht is.

De economische volmachten die president Maduro sinds 2015 gebruikt gaan bovendien minder ver dan bijvoorbeeld de volmachten die de Belgische regering van eerste minister Wilfried Martens in de loden jaren 1980 inzette om het Belgische parlement te omzeilen.

In Frankrijk hebben meerdere presidenten geregeerd met een parlementaire minderheid achter zich. President Hollande heeft gelijkaardige volmachten gebruikt als Maduro. Macron doet nu nog meer van hetzelfde. Met een populariteitsscore van iets meer dan 20 procent scoort president Maduro bar slecht, maar dat is nog altijd meer dan de score van 7 à 8 procent die Hollande nog haalde op het einde van zijn mandaat.

‘Peilingen’ als campagnemethode

Peilingen zijn in Venezuela altijd al zeer onbetrouwbaar geweest. De eerste overwinning van Chávez in december 1998 was niet voorspeld. Opiniepeilingen worden in Venezuela georganiseerd door de media zelf, die contracten sluiten met gespecialiseerde bedrijven. Die blijken zo goed als nooit betrouwbaar te zijn. Zogenaamde peilingsresultaten verschijnen om de haverklap en zijn vooral een propaganda-instrument in de aanloop naar de verkiezingen.

Die peilingen voorspelden allen ook nu voor de regionale verkiezingen een kleine tot grote overwinning voor de oppositie. Het tegendeel bleek waar te zijn. Veel kiezers keerden terug naar de PSUV van Maduro of bleven niet meer thuis op de verkiezingsdag.

Zoals hierboven al vermeld, heeft de leiding van de MUD de verkiezingen veroordeeld als frauduleus. Daarvoor haalt de MUD echter weinig concrete elementen aan. De internationale waarnemers beoordeelden ook nu weer de verkiezingen als fair en transparant. Bovendien erkenden meerdere MUD-kandidaat-gouverneurs elk afzonderlijk wél de legitimiteit van hun nederlaag. Vier verkozen gouverneurs van de oppositie legden daarenboven de eed af voor de Grondwettelijke Assemblee, hoewel de nationale leiding van de MUD had opgeroepen die Assemblee als niet-legitiem te boycotten.

Verdeelde oppositie

Dat de oppositiepartijen verenigd in de MUD na de regionale verkiezingen geen eensgezind standpunt innemen valt niet te verwonderen. De MUD is slechts gecreëerd na enorme druk en financiële hulp van de VS. In Washington zag men sinds de eerste overwinning van Hugo Chávez met lede ogen hoe de rechtse partijen (die tot 1998 altijd de macht hadden gehad) meer bezig waren met elkaar aan te vallen dan met een bundeling van krachten.

Henrique Capriles
Henrique Capriles (WikiMedia Commons)

Henrique Capriles, presidentskandidaat van de MUD in 2013 (die toen nipt van Maduro verloor), was nooit een echte eenheidskandidaat. Hij heeft nu bovendien beslist de MUD te verlaten zolang Henry Ramos, zijn grootste rivaal voor het leiderschap, er nog deel van uitmaakt. Ook Leopoldo López, de z Leopoldo López elfverklaarde held van het verzet tegen de dictatuur van Maduro, is een zeer betwiste, controversiële figuur binnen de oppositie.

Dat de onverwachte overwinning van het ‘regime’ bij deze regionale verkiezingen zo weinig commotie en aandacht uitlokt in het buitenland heeft alles te maken met wat hierboven werd beschreven. President Maduro is er tegen alle voorspellingen in toch in geslaagd een meerderheid van de bevolking terug voor zich te winnen. Hij heeft vier maanden gewelddadig protest weten te keren met zijn initiatief voor een Grondwettelijke Vergadering.

Zonder twijfel hebben veel kiezers ook voor zijn PSUV gekozen uit verlangen naar stabiliteit na deze rumoerige periode. De rechtse oppositie heeft ondertussen echter veel van zijn geloofwaardigheid verloren. Dat maakt dat buitenlandse commentatoren moeten vaststellen dat ze verkeerd gegokt hebben op een val van het ‘regime’.

Presidentsverkiezingen 2018

Daarmee is president Maduro nog altijd niet zeker dat hij de komende presidentsverkiezingen in 2018 zal winnen. Veel Venezolanen beseffen wel dat de rechtse oppositie staat voor een terugkeer naar het Venezuela van voor 1998, zonder gratis onderwijs en gezondheidszorg. Tegelijk zien zij ook hoe de economie in elkaar stuikt.

De cijfers van Venezolanen die naar Colombia vertrekken worden in de buitenlandse media weliswaar zwaar overtrokken, maar het feit is er wel: waar vroeger Colombianen naar Venezuela migreerden voor een beter leven is dat nu volledig omgekeerd.

De uitslag van 2018 is onvoorspelbaar. Maduro staat weliswaar zeer zwak, maar de rechtse oppositie is intern verdeeld en niet geloofwaardig als alternatief. Dit is geen scenario voor de terugkeer van politieke, sociale en economische stabiliteit voor de Venezolaanse bevolking.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.