Een studie van de Britse berichtgeving over Labour en anti-semitisme stelt “systematisch falen” vast. Onjuiste berichtgeving werd het meest begaan door de Guardian, openbare omroep BBC en de tabloid Sun. Britse academici gesteund door Noam Chomsky en Yanis Varoufakis eisen aandacht voor deze vaststellingen.
De Media Reform Coalition (MRC) is een initiatief van academici aan de University of London sinds september 2011. Ze werd opgericht naar aanleiding van een mediaschandaal. Kranten van de Murdochgroep hadden de gsm van een vermist meisje gehackt en er zelf boodschappen op geplaatst in de hoop zo een of andere sensationele scoop te produceren. Het meisje bleek echter reeds verkracht en vermoord, zodat de politie bleef denken dat ze nog in leven was. Murdoch zag zich verplicht zijn krant News of the World volledig op te doeken. Een parlementaire onderzoekscommissie zou strenge wetten formuleren maar bleef tandeloos. Dit zette een aantal academici aan om MRC op te richten. MRC brengt sindsdien onderzoekers en organisaties samen voor media-analyse.
Zomer 2018
Het MRC- onderzoek spitste zich toe op de zomerperiode van 2018, toen de hetze rond anti-semitisme in Labour zijn hoogtepunt bereikte. Wat zij vaststelden was een patroon van onjuistheden, verdraaiingen, selectief bronnengebruik, weglaten van essentiële context, verhinderen van recht op antwoord, verkeerde quoteringen of gedeeltelijke quoteringen zonder context, een overweldigend onevenwicht in de keuze van bronmateriaal, valse beweringen door journalisten of door bronnen die door journalisten niet werden uitgezocht, gedubbelcheckt of kritisch bevraagd. Er was volgens het onderzoeksteam sprake van “systematisch falen van de berichtgeving”.
Het onderzoeksteam ontkent niet dat er incidenten zijn geweest met leden van Labour die anti-semitische uitspraken deden, waaronder enkelen met functies in het partij-apparaat. Bovendien stelt het team dat het in een competitieve mediamarkt normaal is dat journalisten af en toe fouten kunnen maken. Zij stelden echter vast dat in dit specifieke geval de tekortkomingen in de berichtgeving over Jeremy Corbyn, Labour en anti-semitisme te talrijk zijn om van toevallige of begrijpelijke fouten te spreken. Het aantal vastgestelde feiten is daarvoor te groot.
In 250 berichten en artikels van mainstream tv-nieuws en op online-platformen van kranten stelden zij 95 duidelijke voorbeelden vast van misleidende of onjuiste berichtgeving. Twee derde van alle nieuwssegmenten op tv bevatten minstens één fout in de berichtgeving of een belangrijke verdraaiing.
Het onderzoeksteam stelde onder meer vast:
- verschillende berichten over een controversiële post van Jeremy Corbyn op sociale media verzwegen dat het over een post ging van zes jaar geleden; een aantal van die berichten suggereerde een gevoel van actuele hoogdringendheid zonder enige vermelding van de historische context;
- meerdere journalisten die het Labour-rapport over anti-semitisme van 2016 volgden quoteerden een activist verkeerd, door de context van zijn volledige commentaar te verzwijgen, ook al was de volledige video van de persvoorstelling beschikbaar, waar de activist zijn commentaar uitsprak;
- de berichtgeving over de herziening van de gedragscode van Labour tijdens de zomer van 2018 liet meestal elke kritische analyse achterwege van de ‘werkdefinitie’ van anti-semitisme die door de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) wordt voorgesteld en gaf die definitie verkeerd weer als consensueel en universeel aanvaard;
Over deze IHRA-definitie werd essentiële informatie totaal verzwegen:
- de IHRA omvat vertegenwoordigers uit 31 landen, maar slechts zes daarvan hebben de IHRA-definitie aanvaard;
- slechts één derde van de lokale Labour-districtsraden heeft geantwoord op de vraag om de IHRA-definitie over te nemen en daarvan hebben er meerdere de definitie niet aanvaard;
- meerdere gerespecteerde organisaties hebben afstand genomen van de IHRA-definitie waaronder het EU-Agentschap voor Fundamentele Mensenrechten, de London School of Economics en de School of Oriental and African Studies;
- mainstream academici en juristen zijn overwegend kritisch over de IHRA-definitie, waaronder vier leidinggevende Britse strafpleiters.
Dat hier wel degelijk sprake is van selectieve vooringenomenheid blijkt uit het feit dat in dezelfde periode Conservatief eerste minister Theresa May lovend sprak tegen haar Maleisische collega, die zichzelf openlijk beschrijft als anti-semiet, zonder dat dit enige aandacht kreeg. Uitingen van racisme, anti-semitisme en islamofobie door prominente leden van de Conservatieve Partij werden daarentegen nauwelijks becommentarieerd in diezelfde periode. Dit gaf de foute indruk dat anti-semitisme een exclusief probleem zou zijn van Labour.
Het onderzoek besluit: “Er was geen sprake van een anomalie: bijna alle problemen vastgesteld in de kadering en de bronnen van de berichten bevoordelen een specifiek en steeds herhaald narratief: dat Labour was of bezig is verloren te worden aan extremisten, racisten en extreem-links. Een aantal van de meest agressieve verdedigers van dit narratief werden routineus geportretteerd door journalisten als slachtoffers van agressie door de top van de partij.”
Open brief
Een aantal Britse academici stellen in een open brief, mee ondertekend door Noam Chomsky, Brian Eno, Yanis Varoufakis en Ken Loach en door vertegenwoordigers van de Jewish Voice for Labour, dat het “volledig verantwoord en noodzakelijk is voor de grote nieuwsorganisaties om te berichten over de gruwel van anti-semitisme, maar verkeerd om het voor te stellen als een probleem dat specifiek is voor Labour.”
“Wij geloven dat de Britse media hebben gefaald door hun publiek gebrekkige berichtgeving te verschaffen, die heeft bijgedragen tot een onverdiende heksenjacht tegen de leider van Labour en die de aandacht van de publieke opinie heeft afgeleid van anti-semitisme op andere plaatsen, zoals bij extreem-rechts dat overal in Europa toeneemt.”
MRC ijvert voor een volledige hervorming van de Britse media. In geen enkel ander Europees land is de machtsconcentratie zo groot. Slechts drie bedrijven controleren 71 procent van alle nationale kranten. Vijf bedrijven controleren 81 procent van alle regionale kranten, terwijl 56 kleine uitgevers het met de overige 19 procent moeten stellen.
Bronnen:
- Flawed reporting on antisemitism claims against the Labour party
- New MRC research finds inaccuracies and distortions in media coverage of antisemitism and the Labour Party
- Who owns the UK media?
- Het volledige MRC-onderzoeksrapport en de samenvatting