VTM-nieuws
Volgens het VTM-nieuws was zelfverklaard interim-president Juan Guaidó de ‘uitdager van Maduro tijdens de vorige presidentsverkiezingen in 2018’.
Dat was hij niet.
Hij was een in de rest van het land totaal onbekend lid van het nationaal parlement sinds 2011, toen hij als eerste plaatsvervanger een ontslagnemend parlementslid verving in Vargas, een van de kleinste deelstaten van Venezuela. Hij is al evenmin leider van ‘de’ oppositie, maar voorzitter van de partij Voluntad Popular (VP, ‘volkswil’). Sinds begin 2018 is hij voorzitter van de federale Kamer van Volksvertegenwoordigers (er is geen senaat) namens de MUD, de vereniging van rechtse partijen waar de VP een deel van is. Guaidó houdt in feite de stoel warm van Leopoldo Lopez, de echte man achter de schermen, die in huisarrest zit voor zijn aandeel in gewelddadige rellen in 2014-2015.
De enige uitdagers van Nicolás Maduro bij de presidentsverkiezingen van 20 mei 2018 waren Henri Falcón, een opportunist die meermaals heeft geswitcht tussen Chávez en de rechtse oppositie (en door hen werd geboycot) die 20,9 procent van de stemmen behaalde. Javier Bertucci behaalde 10,82 procent en Reinaldo Quijada, voormalig Chavista die brak met Maduro en opkwam onder de leuze El Cambio (de verandering) een schamele 0,39 procent.
Qua percentages was Maduro dus inderdaad afgetekend winnaar, maar een blik op de cijfers toont aan hoe zwak zijn resultaat echt was. Hij haalde in 2018 bijna 2 miljoen stemmen minder dan zijn tegenstrever Capriles in 2014 had behaald en zeer nipt had verloren tegen Maduro. Capriles had dit keer kunnen winnen, maar was geen kandidaat. Alle peilingen voor de verkiezingen van mei 2018 waren unaniem, hij heeft geen meerderheid van de bevolking meer achter zich (waarom de oppositie zich toen niet achter één kandidaat schaarde en de verkiezingen boycotte zie Nogmaals: verontwaardiging over Venezuela heeft niets met strijd voor democratie te maken).
Quo vadis, VRT
De VRT plaatste bij haar item over protesten van de rechtse oppositie beelden van de pro-regeringsmanifestaties. Dat kan een gewone vergissing zijn tussen al het binnenkomende beeldmateriaal, maar het bleef tekenend dat de openbare zender in zijn bericht verzweeg dat er ook pro-Maduro-betogingen waren. De eenzijdige berichtgeving van de VRT over Venezuela dateert niet van gisteren (zie ¿Qué pasa VRT? Waarom lakei van Venezolaanse oppositie?).
De Morgen
De Morgen klasseert Maduro’s voorganger Hugo Chávez al jaren als ‘dictator’. Om dat te kunnen doen moet de krant negeren dat volgens alle internationale waarnemers – waaronder voormalig VS-president Jimmy Carter – Venezuela een van de meest faire en transparante verkiezingssystemen heeft ter wereld.
Maar goed, verkiezingen zijn meer dan een technische aangelegenheid. Kandidaten moeten ook de kans krijgen om zich kenbaar te maken, via de media, via meetings, manifestaties e.d. Het klopt dat president Chávez de openbare media volledig onder zijn controle had. Veel moeite moest hij daar niet voor doen, gewoon die bestaande macht overnemen van zijn voorgangers. Het klopt al evenzeer dat hij het bereik van de media ‘onder zijn controle’ heeft vergroot. De cijfers verschillen, maar in twintig jaar is de ‘dictatuur’ er in geslaagd het bereik van de overheidsmedia uit te breiden van ongeveer 12 tot 20 procent. De rest van al het mediabereik na twintig jaar ‘dictatuur’ is nog steeds stevig in handen van de oligarchie, die ook tijdens deze diepe crisis niets van haar rijkdom heeft ingeboet.
Heeft Chávez dan niet een van de grootste tv-zenders uit de ether gehaald in 2004? Hij heeft inderdaad de uitzendlicentie via antenne van Globovision niet meer verlengd. Die zender zendt nog steeds uit via internet en kabel (waar net als hier het grootste bereik te vinden is). In westerse democratieën zou dat inderdaad onaanvaardbaar zijn. Daar zou een zender die openlijk de kant koos van een militaire staatsgreep in 2002, beelden selecteerde om de indruk te geven dat chavisten op tegenbetogers schoten en op voorhand opgenomen verklaringen uitzond van generaals die ‘de volksopstand’ steunden, niet na twee jaar en niet alleen voor de zendlicentie maar onmiddellijk en volledig gesloten worden. Bovendien, van de meer dan dertien verkiezingen die sinds Chávez’ eerste verkiezing in 1999 werden gehouden heeft hij er ook twee verloren. In 2017 verloor president Maduro zijn meerderheid in het parlement. ‘Dictatuur’.
De Standaard
De Standaard zet zijn lijn van selectieve desinformatie verder in het artikel ‘Maduro wil niet weten van verkiezingen‘ van maandag 28 januari. Studenten politieke wetenschappen konden in deze krant op 8 april 2013 al lezen dat de mislukte staatsgreep van 11-12 april 2002 geen twee dagen zou hebben geduurd maar twee maanden en geen staatsgreep zou zijn geweest maar een tijdelijke terugtocht (het artikel is sinds enige tijd niet meer terug te vinden in het De Standaard-archief, zie De Standaard, Venezuela en fact checking).
Eigenaardig genoeg is deze conservatieve krant meestal iets genuanceerder dan de linkse De Morgen als het over Venezuela gaat. Zo bevestigt de krant op 28 januari dat de stap van Juan Guaidó om zichzelf interim-president te benoemen ‘duidelijk op voorhand overlegd’ was tussen de VS en Guaidó. Ook de snelheid waarmee Canada en ‘een handvol Latijns-Amerikaanse landen’ hem erkenden wijst daar op. Wie daar niet bij werd betrokken was de Europese Unie.
In de EU werd allesbehalve eendrachtig gereageerd. Spanje, Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk pleegden na deze recente evolutie eenzijdig overleg zonder de andere EU-lidstaten, maar erkennen Guaidó nog niet. Zij eisen eerst dat Maduro binnen acht dagen nieuwe verkiezingen aankondigt. Een wat holle eis gezien de VS en anderen hem al erkend hebben en zelfs Trump die eis niet had gesteld. Hij rept nergens over verkiezingen.
Verder herhaalt de krant het bekende mantra. “Critici wijzen er op dat die (verkiezingen) er vorig jaar al waren en dat ze, georganiseerd door de ‘chavisten’ nooit eerlijk zouden kunnen verlopen’. Helemaal uit de bocht gaat de krant vervolgens met een vergelijking van Maduro met Pinochet, de man die op 11 september 1973 een verkozen president vermoordde, nadat het land door een economische boycot van de VS in chaos was gestort. Klinkt bekend.
Onderhandelingen
Er zou ‘veel scepsis’ zijn ‘over het nut van de gesprekken die Maduro voorstelt’. Spaans oud-premier Zapatero leidde vorige gesprekken tussen de oppositie en de president ‘zonder veel succes’. De krant vergeet daarbij te vermelden dat Zapatero de schuld voor die mislukking volledig in het kamp van de oppositiepartijen legde, nadat die één dag voor de ondertekening van een akkoord weigerden hun handtekening te zetten.
Desondanks vervulde president Maduro onmiddellijk de voornaamste eis die de oppositie al twee jaar herhaalde: vervroegde verkiezingen. Hij schoof de voorziene datum van oktober 2018 vooruit naar april, de datum voorzien in het onderhandelde akkoord. De oppositie eiste daarop, niet gestoord door enige consistentie, uitstel ‘wegens tijdgebrek’. Maduro verzette daarop de datum naar mei. De oppositie besloot echter niet deel te nemen, deels omdat ze toch geen eenheidskandidaat kon vooruitschuiven. Capriles was altijd al een betwiste eenheidskandidaat, die meer onder druk van de VS dan uit overtuiging naar voor was geschoven ten koste van Leopoldo Lopez, die zelfs door de VS als te voortvarend werd gezien (voor de redenen voor de boycot Nogmaals: verontwaardiging over Venezuela heeft niets met strijd voor democratie te maken).
Hoe valt deze unanimiteit qua desinformatie te verklaren? Deels is het gewoon onwetendheid en desinteresse van redacties, die hoogstens in clichés over Latijns-Amerika denken, deels is het de eenzijdige (want comfortabel voorgekauwde) informatie van internationale persagentschappen, die op hun beurt hun gegevens halen bij de grote commerciële mediabedrijven in Venezuela. Het is ook de drang naar eenvoudig nieuws, wit-zwart, goed-slecht, korte quotes. Het zit echter veel dieper, systemisch.
Dat een krant zonder blozen kan schrijven dat het spijtig is dat deze crisis “in essentie over de strijd voor democratie en tegen een dictatuur zou moeten gaan” zegt alles. Dat probleem is er blijkbaar niet in Honduras, El Salvador, Paraguay en vooral Venezuela’s buurland Colombia. En al evenmin in Egypte, Bahrein en Saoedi-Arabië.
De generatie van de Caracazo
Maduro heeft dan wel geen meerderheid van de bevolking achter zich, dat hij desondanks kan blijven, is te wijten aan twee feiten: een zeer groot deel van de kiezers, die hij heeft verloren sinds de dood van Chávez, moeten het al evenmin van de rechtse oppositie hebben. Die kennen ze nog van voor 1999, dit zijn de politieke erfgenamen van de Caracazo van 1989 (zie Wie en wat zit er achter de ‘crisis’ in Venezuela?).
Zij moeten al zeker niets hebben van de voorstellen die Guaidó lanceerde kort na zijn ‘eedaflegging’: privatisering van zowat alle overheidsdiensten en afschaffing van alle sociale programma’s. Om het allemaal nog ingewikkelder te maken, zelfs binnen de radicaal rechtse oppositie is niet iedereen onverdeeld gelukkig met deze al te openlijke inmenging van de VS.
De Standaard erkent dat de gezant die Trump heeft benoemd, Elliot Abrams, een allesbehalve cleane reputatie heeft. Als toemaatje staat een bericht van Reuters, het persagentschap dat al meer tendentieuze, niet door bewijzen ondersteunde, berichten over Venezuela de wereld instuurde. Wie zomaar gelooft dat Maduro Russische huurlingen nodig zou hebben om zich te beschermen toont aan dat hij niets begrijpt of weet van de redenen waarom het leger de president nog steeds voluit steunt.
De tijden zijn veranderd. In de jaren 1950 vielen de VS Latijns-Amerikaanse landen gewoon binnen om de regering van hun keuze op te leggen, in de jaren 1970-1980 kon dat niet meer rechtstreeks en was ondersteuning van bevriende militairen en doodseskaders de modus operandi. De VS proberen in Venezuela terug de oude recepten van 1973 in Chili toe te passen. De Venezolaanse bevolking ondervindt de gevolgen, maar het wil maar niet lukken.
Voorlopig toch niet. Wordt vervolgd.