Bpost krijgt een nieuwe baas. Jean-Paul Van Avermaet werkte bij het bewakingsbedrijf G4S en daarvoor in de food- en restauratiesector. Hij zou een “man van het terrein” zijn, dixit De Standaard. Deze man staat echter voor een identieke verderzetting van het sociale afbraakbeleid van zijn voorgangers, wat in neoliberaal jargon ‘voorbereiding op de werking van de vrije markt’ heet.
Op zijn voorpagina van donderdag 7 november kondigt De Standaard de nieuwe CEO van bpost aan met een vraagstelling: “Kan nieuwe CEO Jean-Paul Van Avermaet bpost rechttrekken?” Deze titel suggereert twee zaken. Bpost loopt nu ‘scheef’ en over de juiste richting waar het naar toe moet bestaat geen twijfel. De vraag is alleen of de nieuwe baas het kan.
Onbekend maakt bemind
Jean-Paul Van Avermaet is een nobele onbekende buiten zijn eigen bedrijfssectoren. Zelfs François Corneels, voorzitter van de raad van bestuur van bpost, geeft toe dat hij de man niet kent. Dat belet hem niet om zeer snel te kunnen beoordelen dat hij “de juiste kwaliteiten in termen van people’s management en leiderschap” heeft.
Het bedrijf G4S noemt zichzelf een veiligheidsbedrijf, maar een meer neutrale omschrijving is ‘bewakingsbedrijf’ omdat ze objectiever weergeeft wat dit bedrijf doet. G4S is een van de vele bewakingsbedrijven die als kool gegroeid zijn over de voorbije dertig jaar, sinds steeds meer regeringen hun eigen verantwoordelijkheid om zelf de veiligheid van hun bevolking te garanderen hebben afgestoten. In deftige hedendaagse newspeak heet dit ‘liberalisering’ of iets concreter ‘privatisering’.
G4S bestaat al lang voor het neoliberalisme de wereld overspoelde, maar kende pas vanaf dan zijn spectaculaire groei. Ooit begonnen in 1901 als het Deense bedrijf København Frederiksberg Nattevagt (nattevagt = nachtwacht) werd het later Falck. In 2000 smolt Falck samen met Group 4 tot Group 4 Falck en in 2002 kwam het Amerikaanse Wackenhut Corporation er nog bij.
G4S is nu het grootste privé-bewakingsbedrijf ter wereld. Het bedrijf heeft meer dan 540.000 mensen in dienst in 90 landen, één derde daarvan in Aziatische landen. G4S was onder meer verantwoordelijk voor de concentratiekampen van vluchtelingen die de Australische overheid op het eiland Manus in Papoea-Niew-Guinea opzette (waarover Iraans-Koerdische vluchteling Behrouz Boochani het boek Alleen de bergen zijn mijn vrienden schreef).
Gebruik van privé-bedrijven als G4S voor taken die feitelijk door de overheid moeten worden gegarandeerd, wordt altijd met hetzelfde argument verdedigd. De meest ingezette redenering is dat privé-bedrijven dat veel goedkoper kunnen en als privé-bedrijven leveren ze vanzelfsprekend kwaliteit. G4S is dus niet alleen een bedrijf dat handig weet in te spelen op de neoliberale politiek. Het bedrijf heeft er alle belang bij dat dit beleid doorgaat en zet daar dan ook middelen voor in om te lobbyen voor dat eigenbelang.
Die redenering van hierboven klopt. Op een bepaalde manier. Je moet er wel aan toevoegen hoe die bedrijven daar in slagen. Dat doen ze met twee methodes. Eerst en vooral bieden bedrijven als G4S veel slechtere loon- en werkvoorwaarden dan overheidsdiensten. Daarbovenop weten ze te besparen op allerlei diensten door steeds zeer snel en ‘creatief ‘– sneller dan overheidsdiensten – in te spelen op goedkopere productiemethodes, zodra die beschikbaar zijn.
Enkele voorbeelden uit de praktijk
In Groot-Brittannië, het Europese land dat het verst gevorderd is in de privatisering van de gevangenissen, zag de conservatieve regering van Theresa May zich verplicht HM Birmingham Prison terug te nationaliseren, nadat de Britse hoofdinspecteur voor het gevangeniswezen daar ‘het ergste wat ik ooit gezien heb’ in zijn rapport had gezet.
Bewakers van G4S worden met de regelmaat van de klok beschuldigd van racisme en geweld door gedetineerde immigranten zonder verblijfstatus en van wangedrag door bewakers op luchthavens. G4S kreeg het contract voor de beveiliging van de Olympische Spelen van 2012 in Groot-Brittannië, maar moest toch beroep doen op de politie om het aan te kunnen. In alle vestingen ter wereld maakt het bedrijf maximaal gebruik van tijdelijke contracten zonder enige zekerheid van verlenging en lage tot onbestaande ploegpremies.
Zoals de Britse regering wel meer doet, krijgt ook G4S contracten met gegarandeerde winstmarges – een wel zeer originele invulling van het begrip ‘competitieve vrije markt’. De contracten van G4S voor het beheren van detentiecentra voor illegale migranten garanderen het bedrijf op papier 6,8 procent winst, maar dankzij allerlei fiscale voordelen blijkt die winst meestal tussen de 20 en 30 procent te liggen, een marge waar bedrijven in de echte concurrentiële markt maar kunnen van dromen.
G4S moest wel een contract voor het bestuur van een detentiecentrum voor delinquente minderjarigen teruggeven wegens teveel klachten over misbruik en geweld tegen de jongeren door het personeel. G4S had ook geen ethische bezwaren om de bewaking van gevangenen in Israël en in de bezette Palestijnse gebieden over te nemen van de bezettende overheid, om checkpoints en koloniale nederzettingen in de bezette gebieden te bewaken.
Na jarenlange druk van de BDS-beweging besloot het bedrijf zijn activiteiten in 2016 stop te zetten, wat door de regering van Israël als een zeer slecht precedent werd veroordeeld. Het bedrijf stopte niet uit morele overwegingen, maar omdat zijn betrokkenheid bij de apartheid in Israël en bij de bezetting van de Palestijnse gebieden slecht werd bevonden voor de winstcijfers.
Sterke competitie
De Public Eye on Davos was tussen 2000 en 2015 een jaarlijks event van ngo’s als protest tegen het World Economic Forum in Davos. Tussen 2005 en 2015 kenden de deelnemende ngo’s elk jaar een prijs toe voor het slechtste bedrijf ter wereld. In 2013 was G4S een van de vier genomineerden, maar moest het bedrijf de duimen leggen voor het financieel bedrijf Goldman Sachs en petroleumgigant Shell. De competitie is hard op dit niveau.
Van Avermaet was verantwoordelijk voor 20.000 medewerkers van dit bedrijf in vier landen. Volgens De Standaard is hij “een man van het terrein. Hij komt nuchter over en zal niet snel betrapt worden op grote uitspraken.”
In de politieke cenakels van de federale regeringspartijen is het besef stilaan doorgedrongen dat de brutale en hooghartige neoliberale retoriek van CEO’s à la Marc Descheemaecker contraproductief werkt. Ook de eisen van Johnny Thys voor een verloning in de miljoenen euro’s – met als opdracht de lonen van al zijn werknemers te verlagen – heeft te veel mensen de ogen geopend over de realiteit van deze ‘supermanagers’. Dergelijke eerlijke aanpak is niet meer zo gewenst.
Meer en meer gaan de neoliberale partijen op zoek naar kandidaten die weliswaar het identieke beleid van hun voorgangers verderzetten maar het niet nodig vinden met de regelmaat van de klok “grote uitspraken” in de media te doen. Managers als Sophie Dutordoir bij de NMBS en nu Jean-Paul Van Avermaet bij bpost staan voor continuïteit van hetzelfde neoliberale afbraakbeleid van de openbare diensten, maar doen dat op de achtergrond, tonen ‘begrip’ voor de zorgen van het personeel, waarna ze net hetzelfde doen als hun voorgangers: sociale inleveringen voor de werknemers, gegarandeerde dividenden voor de aandeelhouders.
Van Avermaet heeft tevens “al bewezen met vakbonden overweg te kunnen”, waarmee wordt bedoeld dat de vakbonden, na veertig jaar onafgebroken antisociaal beleid wanhopig op zoek zijn naar behoud van werkgelegenheid en menswaardige lonen voor hun mensen en daarom de ultimatums vlotter aanvaarden van een discrete manager als deze man.
Politieke lafheid
Van Avermaet moet de vakbonden overtuigen om “mee te gaan in de noodzakelijke herstructureringen”, die vanzelfsprekend zijn en die niet verder moeten worden uitgelegd. Steeds weer blijkt wat daarmee echt wordt bedoeld: ontslagen, geen vervanging van gepensioneerden, loonsverlaging, minder contractuele garanties voor nieuwe werknemers …
De man was ook even kandidaat om CEO te worden van de NMBS. Daar haakte hij op af, omdat hij de verloning “een probleem” vond. Met andere woorden, een man die als opdracht heeft mensen te ontslaan, lagere lonen op te leggen en slechtere arbeidsvoorwaarden wil meer voor zichzelf.
In feite mag men managers als Van Avermaet niets verwijten. Zij hebben bewezen waar ze voor staan en hoeven niet overtuigd te worden van wat hun echte opdracht is. Zij zijn geen willoze handpoppen van de regering, integendeel, zij werden en worden geselecteerd omdat zij volledig van het neoliberale gedachtengoed doordrongen zijn en uit zichzelf reeds met volle overtuiging doen wat van hen verlangd wordt.
De politieke praktijk om steeds meer overheidsdiensten onder leiding te brengen van duurbetaalde topmanagers uit de privésector getuigt van lafheid, lafheid om zelf openlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor de politieke beslissing om een zoveelste sociaal bloedbad aan te richten en om de sociale rol van de overheid verder te vernietigen.
Of de nieuwe manager van bpost “tussen de mensen staat”, “nuchter” is, “een man van het terrein” of “niet snel zal betrapt worden op grote uitspraken”, het maakt niets uit. Jean-Paul Van Avermaet zal het neoliberale beleid van zijn voorgangers onverminderd verderzetten.
Note:
Deze opinie is een commentaar op het artikel Nieuwe Bpost-baas is man van het terrein in De Standaard van donderdag 7 november.