De ontslagnemende regering ‘in lopende zaken’ van Israël toont geen enkele intentie om de repressie van de bezetting van de Palestijnse gebieden te versoepelen. Een humanitaire ramp dreigt in de eerste plaats voor Gaza, dat door de WHO reeds als onleefbaar werd beschouwd voor de corona-pandemie. De bezetter weigert in te zien dat dit drama zich onvermijdelijk ook tegen de bevolking van Israël zal keren. Virussen erkennen immers geen grenzen, geen ideologie, geen religie. Toch gaat de repressie van de bezetting gewoon door. De klok tikt voor het onvermijdelijke …
Op donderdag 26 maart 2020 om 7:30 uur ’s morgens is een eenheid van het Israëlisch bezettingsleger1 op de Westelijke Jordaanoever met een bulldozer en twee vrachtwagens met kranen in het dorp Khirbet Ibziq in het noorden van de Jordaanvallei toegekomen. Zij namen onmiddellijk alle palen en zeildoeken in beslag die daar waren opgestapeld voor de bouw van acht tenten. Twee daarvan waren bestemd voor een veldkliniek, vier voor noodwoningen voor Palestijnse gezinnen die uit hun huizen waren gezet door het bezettingsleger en twee voor een moskee.
De bezettingstroepen braken tevens een klein gebouw af dat daar reeds twee jaar staat en namen daaruit de stroomgenerator en de voorraad zand en cement mee. Vier paletten met betonplaten voor de bodem van de tenten werden meegenomen en vier andere werden ter plaatse vernietigd.
De hele operatie was op zich een routineklus voor het bezettingsleger, dat op regelmatige basis huizen, stallen, schoolgebouwen, waterpompen en lokale medische posten afbreekt, wegens ‘geen geldige bouwvergunning’. Dikwijls vragen de Palestijnse bewoners die vergunning niet eens aan, omdat ze in meer dan 95 procent van de gevallen toch geweigerd worden.
‘Geen bouwvergunning’
En zelfs als een vergunning wordt toegekend, volgt er toch afbraak, omdat een of ander detail niet conform zou zijn, of omdat er redenen van militaire veiligheid worden ingeroepen om een toegestane bouwvergunning terug in te trekken. Die intrekking wordt medegedeeld op het moment van de afbraak. Wat ook regelmatig gebeurt, is dat een bevel tot ontruiming ergens in de buurt wordt neergelegd, zonder een lokale Palestijnse verantwoordelijke te verwittigen.
In schril contrast daarmee staat de vlotheid en snelheid waarmee bouwvergunningen van Israëlische kolonisten worden goedgekeurd én de traagheid waarmee bouwovertredingen van kolonisten worden aangepakt. Die krijgen na lange juridische procedures meestal een regularisatie. Af en toe wordt weliswaar een koloniale structuur toch afgebroken – na meerdere waarschuwingen – als die ingaat tegen de militaire veiligheidsbelangen van het bezettingsleger.
Op die manier geeft Israël zichzelf een fictioneel wettelijk kader dat alle acties van het bezettingsleger goedpraat. De bezetting is echter internationaal rechterlijk volledig onwettig, de ‘juridische’ maatregelen van de bezetter gaan lijnrecht in tegen de Conventies van Genève, die nauwkeurig bepalen wat een bezettende macht wel en niet mag en moet doen.
De ‘wetten’ van het bezettingsleger in Palestina zijn het equivalent van een huishoudelijk reglement, opgesteld en afgedwongen door een dief die je woning steelt en daarna bepaalt of en hoe de oorspronkelijke eigenaars en bewoners er mogen blijven wonen.
Dat de Israëlische bezetter ook tijdens de wereldwijde Corona-pandemie gewoon met deze praktijk doorgaat, toont hoe geradicaliseerd het regeringsbeleid in Israël is. Door jarenlange allianties met extreem-rechts is Benjamin Netanyahu er in geslaagd de langst zetelende eerste minister van Israël te zijn, maar de prijs die Israël daarvoor betaalt, dreigt nu enorm te worden.
Coronavirus erkent geen checkpoints of muren
Het zionistisch beleid van de regering van Israël is nu zover geradicaliseerd dat het enorme risico op besmetting van de eigen bevolking, soldaten en cipiers, niet eens in overweging wordt genomen om de praktijk van de bezetting enigszins te herzien of te versoepelen.
De bezetting heeft de ontwikkeling van degelijke medische faciliteiten in de Palestijnse gebieden reeds tientallen jaren verhinderd. Nu dreigt deze situatie zich tegen de bezetter te keren. Een besmettelijk virus erkent immers geen grenzen, geen ideologieën, geen raciale suprematie, geen religieuze dogma’s.
Israël is verantwoordelijk voor de gezondheid van vijf miljoen Palestijnen, niet alleen vanuit puur humanitaire principes, maar ook uit zelfbehoud. Het is voor elke nuchtere toeschouwer overduidelijk dat een humanitaire ramp dreigt op de Westelijke Jordaanoever en nog meer in Gaza. Gaza werd door de VN-Wereldgezondheidsorganisatie WHO reeds in 2015 verklaard tot een onbewoonbaar gebied, waar een humanitaire ramp dreigt vanaf 2020 – een evaluatie voorafgaand aan de corona-pandemie.
De vaststelling dat Israël de corona-pandemie niet kan tegenhouden aan de checkpoints zal er onvermijdelijk komen. Het gruwelijke drama is dat het op dat ogenblik grotendeels te laat zal zijn voor de Palestijnse bevolking in de bezette gebieden, voor Israeli’s – Joodse en Palestijnse – en voor de Israëlische kolonisten, voor de soldaten, voor de cipiers …
Dit artikel is volledig gebaseerd op een bericht van de Joods-Israëlische organisatie B’Tselem (voluit: The ISraeli Information Center for Human Rights in de Occupied Territories) During the Coronavirus crisis, Israel confiscates tents designated for clinic in the Northern West Bank aangevuld met eigen commentaar.
Note:
1 De officiële titel van het bezettingsleger en zijn administratie op de Westelijke Jordaanoever is Civil Administration, een Orwelliaanse omschrijving van een volledig militair apparaat.