Bernie Sanders draaide er niet omheen in zijn afscheidstoespraak. Dit is een strijd tegen een brutaal systeem van hebzucht door grote bedrijven / rijken / Wall Street / politieke elites en hun commerciële massamediabedrijven. In Groot-Brittannië heeft een historisch ongeziene mediahetze tegen Jeremy Corbyn hetzelfde aangetoond. Wie een sociale, eerlijke en menswaardige maatschappij wil verwezenlijken moet eigen communicatiekanalen ontwikkelen buiten de bestaande traditionele partijen om.
De politieke strijd van Jeremy Corbyn en Bernie Sanders in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten voor een ander maatschappijmodel kent naast gelijklopende kenmerken uiteraard ook verschillen. Deze analyse focust volledig op de aspecten van Corbyn en Sanders die vergelijkbaar zijn en op de lessen die progressieve krachten hieruit kunnen leren.
‘Links-radicaal’?
In tegenstelling tot wat Britse en Amerikaanse massamedia, commentatoren en politici voortdurend uitbazuinden – en daarin zeer getrouw werden gevolgd door de internationale massamedia – zijn Corbyn en Sanders allesbehalve ‘uitgesproken links’ of ‘socialistisch’. Corbyns programma was in de jaren 1960-70 gewoon de mainstream.
Zo heeft Corbyn nooit gepleit voor een inperking van privé-eigendom. Zijn ideeën voor hernationalisering van water, riolering, openbaar vervoer en gezondheidszorg bestaan concreet reeds tientallen jaren in talrijke Europese landen, die niet bepaald ‘linkse’ regeringen hebben.
Hetzelfde kan worden gezegd van Bernie Sanders. Zijn ‘uitgesproken linkse standpunten’ zijn niet meer dan wat in Scandinavische en West-Europese landen mainstream is. In de EU zou Sanders met zijn profiel een centrumpoliticus zijn binnen de sociaal-democratische partijen.
De ‘gematigde’ tegenkandidaten
Joe Biden staat voor het neoliberale status quo van voor Donald Trump. Hij is heel zijn politieke loopbaan sinds 1973 (47 jaar geleden, toen Richard Nixon nog president was) een rabiaat tegenstander geweest van openbare gezondheidszorg en stond volledig achter alle oorlogen die zijn land voerde, waarvoor hij de officiële motieven nooit in twijfel trok. Biden was in zijn jonge jaren een tegenstander van maatregelen voor positieve discriminatie van etnische minderheden, in hoofdzaak African-Americans.
Keir Starmer, de opvolger van Corbyn als voorzitter van Labour, betekent de terugkeer van het Blairisme en zijn soft-neoliberale programma. Starmer was een van de voornaamste krachten achter de poging in 2016 om Corbyn na één jaar reeds af te zetten als voorzitter. Hij en zijn Blairite kompanen in het parlement hebben met hun negatieve tegencampagne een overwinning van Corbyn bij de verkiezingen in 2017 verhinderd. Het dubbelzinnige standpunt over Brexit dat Corbyn in 2019 heeft genekt bij de verkiezingen was afgedwongen door Starmer en zijn medestanders. Antizionisme en steun voor Palestijnse mensenrechten zijn voor hem een vorm van antisemitisme. Het gevaar van een Britse eerste minister die meent dat Palestijnen dezelfde mensenrechten hebben als iedereen is daarmee van de baan.
Eigen fouten oorzaak falen?
Sanders en Corbyn zijn geen boven kritiek verheven politici. Ook zij maakten fouten, deden verkeerd (interpreteerbare) uitspraken. Wie hun fouten ziet als de enige reden voor hun nederlaag is eenzijdig blind. Boris Johnson en de Conservatieve Partij bieden genoeg stof in hun verleden en heden om hen zwaar aan te pakken. Dat gebeurde echter niet. Joe Biden (en Hillary Clinton) hebben een overvloed aan politieke lijken in de kast. Het werd nooit tegen hen gebruikt. In sterk contrast daarmee was de ijver om elke (al dan niet terechte) misstap – hoe klein en onbetekenend ook – van Corbyn en Sanders in de verf te zetten.
De vraag is niet of Corbyn en Sanders fouten maakten, de vraag is waarom even erge – meestal veel ergere – fouten van hun tegenstanders niet of nauwelijks in de media aan bod kwamen en hen nooit werden aangerekend.
Massamedia, geen ‘neutrale-objectieve’ waarnemers maar strakke ideologische filters
Wat Corbyn en Sanders eveneens gemeen hebben met elkaar is de bitsige hardnekkigheid waarmee de mainstream media hen bestreden hebben. De hetze tegen Sanders was ditmaal nog scherper dan in 2016. Toen was hij nog onbekend buiten zijn eigen staat Vermont en werd hij grotendeels doodgezwegen. In 2020 lag dat anders.
Tijdens het eerste debat tussen de Democratische kandidaten was de vijandige vooringenomenheid van de moderatoren van de zender MSNBC – de meest ‘liberale’ van alle grote zenders – zo flagrant dat andere media zich verplicht zagen er afstand van te nemen. Sanders werd voortdurend aangevallen op de ‘onbetaalbaarheid’ van zijn Medicare For All met tendentieuze vragen.
Tijdens de volgende debatten werd de vraag naar zijn betaalbaarheid nog 24 maal herhaald, waarbij telkens de commentaar kwam dat hij de belastingen voor de middenklasse zou opdrijven om zijn plannen te financieren. Daarentegen werd tijdens geen enkel debat aan de andere kandidaten gevraagd hoe zijn hun steun voor het militair apparaat zouden betalen en hoe zij de oorlogen van hun land dachten te financieren.
Tijdens de commerciële onderbrekingen werd reclame uitgezonden van privébedrijven voor gezondheidszorg die de argumenten van Sanders aanvielen met negatieve commentaren. Cijfers en statistieken werden verdraaid, geïnterpreteerd, telkens in zijn nadeel.
Hoe maak je van een uitgesproken antiracist een antisemiet?
Over de vijf jaar lange bashing van Corbyn in de Britse media werd op deze website al meermaals geschreven. Met de openbare zender BBC en de krant The Guardian op kop, slaagden zij er in van de meest principiële antiracist in de Britse politiek van de voorbije 40 jaar een ‘antisemiet’ te maken.
Die hetze werd heel even onderbroken in de zes weken voor de Britse verkiezingen van 2017. Britse wetten schrijven voor dat de media in verkiezingsperiodes evenwichtig alle deelnemende partijen aan bod moeten laten komen. Miljoenen Britten konden toen heel even zien waar Corbyn echt voor stond. In amper zeven weken maakte hij vervolgens een achterstand van 17 procent in de peilingen goed.
Dat is een fout die de Britse media geen tweede keer zouden maken. In 2019 veegde zelfs de BBC alle regels van onpartijdigheid flagrant aan zijn laars, met het programma BBC Newsnight als speerpunt. Ditzelfde programma klopt zich nu op de borst met ‘kritische’ uitzendingen over het beleid van de conservatieve regering van Boris Johnson en komt nu zelf met uitspraken waarvoor ze Corbyn vijf jaar lang hebben aangevallen. Stoer. Met Boris Johnson aan het roer moeten de Britse media alvast niet vrezen voor een gerechtelijk onderzoek van de manier waarop de media zich de voorbije verkiezingsperiode gedroegen.
Wie denkt dat het hier gaat om malafide journalisten in een voor het overige degelijke medialandschap vergist zich. Er is geen grote samenzwering van gelijkgestemde individuen. Dit is een systemisch probleem. De commerciële massamedia zijn niet in staat ideeën uit te dragen die ingaan tegen het status quo van het huidige economische bestel. Kritiek beperkt zich tot ‘heftige aanvallen’ die netjes binnen de marge blijven.
Een samenzwering kan je nog ontmaskeren, slechte journalisten kan je zelfs aanklagen. Wat hier gebeurt, is echter van een totaal andere orde. Je kan van commerciële massamedia (waar ik ook de gecommercialiseerde openbare media toe reken) gewoon niet verwachten dat zij van hun kijkers-lezers-luisteraars bewuste en degelijk geïnformeerde burgers maken die het platte zielloze consumentisme in vraag zouden stellen. Je kan net zo goed pogen van een leeuw een vegetariër te maken. Het volstaat de weekendbijlagen van de kranten te lezen en de entertainende praatprogramma’s op tv. Wie zich graag ontspant na een zware dagtaak komt er aan zijn trekken. Wie er degelijke informatie van verwacht heeft alleen maar kostbare tijd verspild.
Tegenstand eigen partijapparaat: liever verliezen dan te winnen met deze kandidaat
Nog iets dat Sanders en Corbyn met elkaar gemeenschappelijk hebben, is de bitsigheid waarmee het eigen partijapparaat alles in stelling heeft gebracht om de kandidaat in eigen rangen te saboteren. In 2016 kwam dat pijnlijk naar buiten toen WikiLeaks e-mails lekte tussen het campagneteam van Hillary Clinton en het partijbestuur DNC van de Democraten.
Wat in een normaal functionerende democratie een schandaal van formaat zou geworden zijn en tot de val van de betrokken dader Hillary Clinton zou leiden, werd vlot omgezet in een ‘Russisch’ schandaal. Alle media-aandacht ging naar de Russische inmenging, niet naar de flagrante verkiezingsfraude van de Democraten tegen Sanders. In 2020 werden dezelfde mechanismen in stelling gebracht om zijn kandidatuur te ondermijnen.
Die ‘Russische inmenging’ in de verkiezingen van de VS heeft met het ‘structureel antisemitisme’ van Labour onder Corbyn gemeen dat ze volledig op perceptie en herhaling is gebaseerd, niet op concrete bewijzen. Ook in 2019 doken ‘berichten’ op dat ‘de Russen’ de Britse verkiezingen wilden beïnvloeden. Daar is na de overwinning van de Conservatieven geen woord meer aan vuil gemaakt. Slotsom: als de verkeerde kandidaat wint is dat de schuld van de Russen, als de juiste kandidaat wint is er geen vuiltje aan de lucht.
Antizionisme = antisemitisme?
Niets toont de hardnekkige vooringenomenheid van de Britse mainstream media tegen alles wat ingaat tegen de neoliberale status quo als de ijver waarmee elk mogelijk incident werd uitgemolken om Corbyn en Labour onder zijn leiding weg te zetten als antisemitisch.
De Brits-Joodse dichter Michael Rosen vatte het gevat samen in deze uitspraak: “Als je antisemitisme bestrijdt in Labour maar niet in de Conservatieve Partij, dan bestrijd je niet antisemitisme maar Labour.” Voor verdere informatie over die campagne verwijs ik naar de talrijke artikels hierover op deze website (zie ook de leessuggesties onder het artikel).
Goede ideeën val je aan door ze verkeerd voor te stellen
Er is niets verkeerd aan de politieke programma’s die Corbyn en Sanders verdedigden. Alle peilingen in de VS wijzen uit dat reeds sinds de jaren 1970 een grote meerderheid van de bevolking voorstander is van een één-betaler-systeem van openbare gezondheidszorg en de oorlogen in het buitenland principieel verwerpt.
Waarom dat niet blijkt uit de verkiezingsresultaten? Zoals hierboven al uitgelegd, kan dat door de burgers niet te informeren waar de partijen en politici werkelijk voor staan, door alle aandacht toe te spitsen op nevenproblemen: migranten, het homohuwelijk, abortus. Peilingen zijn een staalkaart van de volledige bevolking. De helft van de Amerikaanse bevolking neemt echter nooit deel aan verkiezingen.
Zo kan het dat een politicus die een hele carrière heeft gebouwd op het inperken van sociale rechten en het tegenhouden van elk initiatief voor een hoger minimumloon zichzelf in beeld kan zetten met een imago van de gewone Joe Sixpack, zelfs van een ‘vakbondsman’, zoals Joe Biden.
In Groot-Brittannië is al jaren een meerderheid voor het hernationaliseren van water, rioleringen, energie en openbaar vervoer. Een sprekend voorbeeld van de verdringing van deze standpunten was de politieke reclame die de Conservatieven maakten, waarin ze arme Britten wijsmaakten dat Corbyn hun voedselbank zou afschaffen en hun belastingen zou verhogen.
Wat Corbyn echt deed was aanklagen dat er voedselbanken moeten bestaan in een land dat zo rijk is. Belastingen verhogen ging hij zeker doen, voor gefortuneerde Britten en grote bedrijven, niet voor de gewone Brit. Zo kon het dat op de dag van de verkiezingen op de BBC onder meer een kort straatinterview verscheen waarin een gemarginaliseerde Britse vrouw zei dat ze voor de Conservatieve Partij had gestemd “want Corbyn ging mijn voedselbank afpakken”.
De VS en Groot-Brittannië hebben verder met elkaar gemeen dat ze verkiezingen organiseren op werkdagen, zonder stemplicht en met een systeem van ‘first-past-the-post’, twee systemen die ontworpen zijn om nieuwe opkomende ideeën in de kiem te smoren.
Lessen voor de toekomst van de progressieve strijd
Labour en de Democratische Partij zijn intern niet hervormbaar. Wat de VS nodig heeft, is een sociale partij buiten het huidige duopolie. Net zo met Labour. Na vijf jaar interne strijd en een anticampagne, is de interne orde van het verwerpelijke Blairisme hersteld. Stilaan moet die vraag ook gesteld worden over de sociaal-democratische partijen in Europa. Zijn ze nog hervormbaar?
Het kan niet langer worden ontkend: progressieve ideeën, partijen en politici die de status quo in vraag stellen komen niet eerlijk en evenwichtig aan bod in de grote massamedia. De logische vraag die er op volgt is deze: steken alle progressieve bewegingen niet best al hun energie in eigen media, niet alleen via internet. Alle energie die nu verloren wordt aan de mainstream is toch verloren moeite.
Hoop in bange dagen
Desondanks is er hoop. Sanders heeft miljoenen Amerikanen gemobiliseerd, in contact gebracht met ideeën die ze nooit op hun tv of in hun krant hadden gezien. Jonge Amerikanen stemmen overweldigend voor de ideeën van Sanders. Politici als Alexandra Ocasio-Cortez, Ilhan Omar en Rashida Tlaib hebben de stap gewaagd, omdat ze in hem inspiratie vonden.
In Groot-Brittannië heeft Corbyn van Labour de grootste sociaal-democratische ledenpartij ter wereld gemaakt. Zelfs na vijf jaar onafgebroken negatieve media-aandacht behaalde hij 32 procent van de stemmen, een percentage waar sociaal-democraten in Europa maar van kunnen dromen.
Bij zijn nipte niet-overwinning van 2017 behaalde hij meer stemmen dan Blair bij zijn tweede en derde overwinning. Zelfs bij zijn nederlaag van 2019 behaalde Labour meer stemmen dan Tony Blair bij zijn derde ‘overwinning’. Het ronduit bizarre verkiezingssysteem van Groot-Brittannië zorgde voor de rest.
De traditionele politiek in de VS en Groot-Brittannië samen met de massamedia hebben uit de campagnes tegen Corbyn en Sanders geleerd dat het nog altijd kan: de publieke opinie wegtrekken van ideeën die hen niet bevallen. Daar staat tegenover dat het in feite zéér nipt was.
Vijf jaar evenwichtige berichtgeving zou tot een onvermijdelijke overwinning van Corbyn en Sanders hebben geleid. De visie waar zij voor stonden gaat niet zomaar weg. De strijd is hard en duurt lang. De ideeën zijn goed. Progressieve krachten staan voor een existentiële vraag: hoe zinvol is het nog om de strijd te voeren via de kanalen van de traditionele partijen. Zijn die partijen bereid om dit oordeel te aanvaarden of niet? Is dat niet zo, dat is het antwoord onvermijdelijk: het zal zonder hen gebeuren.
Faire informatie over wat leeft in de maatschappij kan niet via massamedia die vanuit een commerciële logica werken. Hier moet de vraag niet worden gesteld of deze kritiek ernstig zal worden genomen. Het antwoord is hier eenduidig. De progressieve bewegingen voor een andere maatschappij, een andere economie, voor de bescherming van het leefmilieu, moeten de krachten bundelen en investeren in eigen media.
Het kan wel degelijk.
Voor meer achtergrond, zie:
Bernie Sanders over vooringenomen media: “We zijn er klaar voor”
Britse media blijven Corbyn en Labour negatief voorstellen tijdens verkiezingscampagne
Studie bewijst: Guardian, BBC vooringenomen tegen Corbyn
BBC-Journalist: “Stop vooringenomen berichtgeving over Corbyn”