“Lentetuin”, een rustige leespauze in dit drukke bestaan

Een Lagerstroemia indica zoals in de 'Lentetuin'. Foto: Musée de Toulouse/CC BY 4:0

FacebooktwitterFacebooktwitter

In onzekere tijden van social distancing onder een tsunami van al dan niet betrouwbare informatie in mainstream en sociale media, met op de achtergrond nog steeds de dreigende klimaatcrisis, zijn ogenblikken van rust broodnodig. Niets beter dan een goed boek om even weg te dromen en wat verlossing te vinden voor de dagelijkse spanning. ‘Lentetuin’ van Tomoka Shibasaki is zo een boek. In Japan is zij al een sterauteur. Nu de rest van de wereld nog.

In eigen land is de Japanse schrijfster Tomoka Shibasaki (1973) al jaren een bekend en gelauwerd auteur. Ze ontving reeds meerdere prestigieuze prijzen, ook voor het boek Lentetuin dat reeds in 2014 werd gepubliceerd en nu pas in Nederlandse vertaling verschijnt.

Twee van haar boeken werden in Japan ook verfilmd. Eerder verschenen reeds vertalingen in grote talen Engels, Frans, Spaans, Duits, Chinees en Koreaans. Deze Nederlandstalige versie van Lentetuin is de eerste in een kleine Europese taal, tevens haar eerste in het Nederlands vertaalde boek.

Centrale persoon is Taro. Hij woont sinds zijn scheiding in de volkswijk Setagaya van Tokyo, in een van de appartementen van een blok dat voor de sloop bestemd is.

Contractuele bepalingen stellen die sloop echter uit tot alle bewoners aan het einde van hun lopend huurcontract komen. De eigenaar heeft de meesten van hen kunnen ‘overtuigen’ te vertrekken maar enkele blijven koppig hun recht opeisen. Taro is een van hen.

Ondanks de naderende einddatum van zijn huurcontract doet hij geen enkele inspanning om naar een andere woonplaats uit te kijken. Na zijn werk houdt hij zich ledig met het eten van kant-en-klaargerechten uit de supermarkt en het staren naar buiten. De eentonigheid van zijn bestaan verdrijft hij onder meer met het steeds veranderen van weg van en naar het openbaar vervoer naar zijn werk.

Taro leidt een niet bepaald boeiend, anoniem, monotoon leven in de grootstad Tokyo, waar 9 miljoen mensen dicht op elkaar leven op een oppervlakte amper zo groot als één derde van een Belgische provincie. Zoveel mensen bij elkaar en toch zoveel eenzaamheid.

Zo merkt hij op een dag dat op een hogere verdieping in zijn blok een jonge vrouw eveneens naar de ‘gewone’ huizen – met tuin! – voor hun woonblik zit te kijken. Hij komt in contact met de jonge Nishi, waarna een louter vriendschappelijke relatie zich ontwikkelt.

Ze gaan samen uit eten, komen bij elkaar aan de deur en daar blijft het bij. Verder observeert Taro ook een oudere dame, die hij mevrouw Slang noemt naar de naam op haar voordeur. Alle appartementen in zijn blok hebben immers geen nummer maar een dierennaam.

Taro leert van Nishi dat het ‘hemelsblauwe’ huis voor hun blok ooit bewoond werd door een zeer bekend echtpaar acteurs, die na hun scheiding het huis met zijn tuin – de lentetuin – onbewoond achterlieten. Bovendien blijkt er zelfs een kunstfoto-album over het huis te bestaan, gemaakt toen de bekende Japanners er woonden. Nishi laat Taro dat boek zien zodat Taro al goed weet hoe het huis er van binnen uit ziet, zonder er ooit voet te hebben gezet.

Nishi heeft het huis wel al bezocht, meermaals zelfs. Met enige manipulatie wist ze zich tot kinderoppas te promoten voor het Amerikaanse echtpaar dat er na de acteurs enige jaren heeft gewoond, tot ook zij voor hun werk opnieuw verhuisden (en wie wil weten wat Neil Young hier mee te maken heeft, moet het boek lezen). Sindsdien staat het huis leeg. Vreemd toch hoe in een zo dicht bevolkte stad zoveel huizen leeg kunnen staan, terwijl appartementsblokken overvol zitten – behalve het hunne dan. Of net niet?

Setagaya, stadswijk van Tokyo. Foto: willswe/CC BY 3:0

Ooit zal Taro er samen met de andere overblijvende bewoners weg moeten, dus weg ook van het hemelsblauwe huis dat hem zo integreert. Het staat leeg, dus waarom niet stiekem binnen gaan kijken? Niet dat de buurt waar hij nu woont zo geweldig is, maar wordt verhuizen beter dan dit? Mijmeren over het hemelsblauwe huis en zijn tuin is het enige wat zijn monotoon bestaan doorbreekt.  Taro, Nishi en mevrouw Slang hebben ooit in hetzelfde soort kleine Japanse huisjes gewoond. Die tijd, die rust, die zekerheid komt alvast nooit terug. De toekomst in onzeker.

In dit korte boekje staat geen woord te veel. Deze auteur verliest zich niet in oeverloos literair gespin. En het is uitstekend vertaald.

Ik kan me nog iets voorstellen bij de specifieke problemen van vertaling van de Romaanse taal Frans naar het Nederlands en waarom dat minder evident is dan vanuit pakweg het Engels, dat eveneens een Germaanse taal is. Japans (en andere Aziatische talen) vertalen kan niet anders dan nog veel moeilijker zijn. Vertaler Luk Van Haute heeft dat in ieder geval zeer goed gedaan.

Hoe verschillend Japanners ook zijn van Europeanen, zoals ook blijkt uit het alledaagse leven van Taro en Nishi, toch is hun verhaal zeer herkenbaar. Uiteindelijk zijn hun problemen die van iedereen in een verstedelijkte leefwereld waar niets meer zeker is. En uiteindelijk zijn mensen waar ook ter wereld niet echt verschillend. Iedereen wil gewoon wat comfort en als het even kan gewoon tevreden zijn met het leven zoals het is.

De thema’s van dit boek zijn niet echt vrolijk, onzekerheid over de toekomst, vervreemding, gentrificatie, de druk op gewone mensen om te verhuizen uit buurten die door meer welgestelde medeburgers worden overgenomen, eenzaamheid ook in de drukke grootstad.

Wat dus op het eerste zicht geen leuke context lijkt weet Tomoka Shibasaki zeer mooi te verhalen. Je leest dit kleinood in één ruk uit. Of hoe gewoon ‘lezen’ een plezier kan zijn, enkele uren gewoon genieten van een goed boek. Het kan nog altijd, ook in deprimerende coronatijden.

Een goede kwaliteitsmeter is voor mij bij elke nieuwe auteur telkens weer dezelfde: wil ik van deze auteur nog meer lezen. Zonder meer, ja. Van Shibasaki mag nog meer vertaald worden, liefst snel, want anders lonken de Engelse of Franse vertalingen!

 

Tomoka Shibasaki. Lentetuin. Zirimiri Press, Amsterdam, 2020. 125 pp. ISBN 978 94 90042 17 2

Zirimiri is Baskisch voor motregen. “Zirimiri Press is opgericht in 2009 met het vaste voornemen om aan een breed publiek juist die werken te laten zien die, als motregendruppels, vaak onopgemerkt voorbij gaan.” Zie ook de recensie van “Aardbei en chocola”: vriendschap overstijgt alles”.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.