Israël maskeert kolonisatie bezet Oost-Jeruzalem als ‘ruimtelijke ordening’

Souq (winkelstraat) in een christelijke wijk van het oude centrum van Jeruzalem. Foto: Ester Inbar/CC/WikiMedia Commons

FacebooktwitterFacebooktwitter

De regering van Israël versnelt de kolonisatie van bezet Palestijns Oost-Jeruzalem die in 1980 werd begonnen na de eenzijdige annexatie in weerwil van zijn bijzondere VN-statuut. Het East Jerusalem City Center Plan #101-04 van het stadsbestuur wil onder het mom van ruimtelijke ordening in het “stadscentrum” een nieuwe demografische meerderheid creëren door het vestigen van exclusieve koloniale nederzettingen in dit stadsdeel.

Op 23 oktober 2020 deponeerde het Jerusalem District Planning Committee (JDPC), een dienst van het stadsbestuur van Jeruzalem, het East Jerusalem City Center Plan# 101-0465229 voor openbaar onderzoek gedurende twee maanden, volgend op de deponering van het plan.

Op 7 december 2020 besloot de JDPC om dit openbaar onderzoek te verlengen tot 23 januari 2021 en op 20 januari 2021 besloot de commissie voor een derde maal om het openbaar onderzoek met nog eens 2 maanden te verlengen (nu tot maandag 21 maart).

Afbraak van een Palestijnse woning in Oost-Jeruzalem op 21 augustus 2019. In 2019 liet de Israëlische bezetter meer dan 140 huizen afbreken, het hoogste aantal sinds 2004. Tegelijk neemt het aantal erkende koloniale nederzettingen in Oost-Jeruzalem exponentieel toe. AP Photo/Mahmoud Illean

Dit Israëlische project voor ruimtelijke ordening is net als alle andere Israëlische gemeentelijke en overheidsmaatregelen in bezet Oost-Jeruzalem unilateraal en illegaal. Ongeveer 40 procent van de bevolking van de stad is Palestijns, grotendeels wonen zij in Oost-Jeruzalem. Een klein aantal woont in West-Jeruzalem dat wel internationaal wordt erkend als behorend tot de staat Israël.

Palestijnen in West-Jeruzalem hebben de Israëlische nationaliteit en genieten meer rechten dan de Palestijnen in de bezette gebieden, waaronder bezet Oost-Jeruzalem, maar hebben minder rechten dan Palestijns-Israëlische staatsburgers in de rest van Israël. Israëlische kolonisten in de bezette gebieden vallen volledig onder de toepassing van het burgerlijk recht in Israël, terwijl hun Palestijnse buren daarentegen worden bestuurd door militaire rechtbanken (voor meer details, zie Israëlische organisatie voor de mensenrechten: “Van de rivier tot de zee” is Israël één apartheidsstaat).

De plannen van het stadsbestuur van Jeruzalem zijn eerst en vooral illegaal volgens het internationaal recht en de Conventies van Genève. Israël past immers wetgeving toe in bezette gebieden buiten zijn eigen territorium die eenzijdig door het Israëlische parlement Knesset (‘vergadering’ of ‘assemblée in het Hebreeuws) wordt goedgekeurd. Bovendien is deze manier van werken fundamenteel ondemocratisch. De Palestijnen in de bezette gebieden zijn in de Knesset niet vertegenwoordigd en hebben er geen enkel stemrecht voor. Desondanks worden zij wel aan deze wetten onderworpen.

Palestijnse organisaties roepen de internationale gemeenschap op om Israël en het stadsbestuur van Jeruzalem onder druk te zetten. Dit is een unilateraal en illegaal plan om de demografie van Oost-Jeruzalem te veranderen.

De Israëlische plannen met bezet Oost-Jeruzalem zijn gebaseerd op twee centrale strategieën. De eerste streeft een demografische Joods-Israëlische meerderheid na ten koste van de autochtone Palestijnse bevolking in de stad, door het vestigen van koloniale nederzettingen. Palestijns-Israëlische staatsburgers en Palestijnen uit de bezette gebieden krijgen daarentegen geen enkele toegang tot deze nederzettingen (tenzij overdag, om ze als onderbetaalde arbeiders in slechte en onzekere werkomstandigheden te bouwen).

Dit nieuwe structuurplan voor het “stadscentrum” wil Palestijnen ofwel met geweld uit Oost-Jeruzalem verwijderen, ofwel hun groei, economische ontwikkeling en sociale cohesie blokkeren, door middel van dit nieuwe structuurplan.

Een tweede strategie bestaat uit een beleid van ruimtelijke segregatie, waarbij de Palestijnse bevolking van Oost-Jeruzalem onzichtbaar wordt gemaakt voor bezoekers en toeristen aan de oude historische stadskern van Jeruzalem met een bufferzone tussen het Palestijnse zakendistrict en het centrum.

De Palestijnse gemeenschap in bezet Oost-Jeruzalem heeft daarnaast nog andere bezwaren:

  1. De Palestijnse gemeenschap waarop dit plan betrekking heeft, werd nooit betrokken bij of geraadpleegd over het ontwerpproces van het plan, zodat hun behoeften en zorgen niet in aanmerking werden genomen.
  2. Het plan stelt voor om het statuut van talrijke privé-eigendommen te wijzigen tot ‘openbare gronden’, wat het stadsbestuur toelaat deze percelen met hun gebouwen in beslag te nemen voor ‘openbare doelstellingen’. Het gaat daarbij over meerdere christelijke en islamitische eigendommen waarop instellingen voor eigen Palestijnse openbare dienstverlening zijn gebouwd, zoals scholen, moskeeën en kerken.
  3. Het plan betekent een enorme discriminatie qua huisvesting en bouwrechten voor de Palestijnse bewoners van Oost-Jeruzalem.
  4. Tenslotte biedt het plan geen enkel groeipotentieel voor de bouw van nieuwe woningen voor de Palestijnen.

De praktijk van Israël om in de bezette gebieden een schijn van wettelijkheid te creëren zoals met dit plan gebeurt bestaat reeds tientallen jaren. Palestijnen kunnen net als Israëlische kolonisten in de bezette gebieden bouw- en verbouwvergunningen en regularisaties aanvragen. Palestijnse aanvragen worden echter systematisch geweigerd, wat de Palestijnen er toe dwingt na dikwijls jarenlang procederen om toch ‘illegaal’ te bouwen.

Soms laat Israël deze ‘onwettige’ gebouwen jarenlang staan, maar met de regelmaat van de klok worden Palestijnse gebouwen vernietigd, meestal met een 24 uur verwittiging, zoals het leggen van een in het Hebreeuws opgesteld uitwijzingsbevel onder een steen bij het betrokken gebouw. Zo aarzelt de bezetter evenmin om Palestijnse scholen, speelpleinen, buurthospitalen af te breken die met EU-fondsen (of van EU-lidstaten als België) werden gefinancierd. De EU en België protesteren wel maar laten het niet volgen door concrete sancties, wat door Israël de facto als een goedkeuring wordt aanzien.

Israël wijst er telkens weer op dat er ook bouwaanvragen van Israëlische kolonisten worden geweigerd. Het percentage voor hen geweigerde vergunningen is echter onvergelijkbaar klein en is in hun geval altijd gebaseerd op échte bouwovertredingen, onder meer wanneer andere kolonisten er tegen protesteren.

Palestijnse organisaties roepen de internationale gemeenschap op om Israël en het stadsbestuur van Jeruzalem onder druk te zetten. Dit is een unilateraal en illegaal plan om de demografie van Oost-Jeruzalem te veranderen.

 

Lees ook:

Jerusalem: New Settlement Operations to Alter Historical Features

Presidential Churches Committee warns of dangers of implementing Israel’s Judaization projects in East Jerusalem