Bij de verkiezingen voor de federale Senaat in de VS heeft de Republikeinse Partij na acht jaar terug een meerderheid behaald. De federale Kamer van Volksvertegenwoordigers heeft al een Republikeinse meerderheid. President Obama moet zijn laatste twee jaar dus verder met een vijandige parlementaire meerderheid. Wat betekent dat concreet?
De uitslag van deze verkiezingen is niet verrassend, de opiniepeilingen van de voorbije weken worden bevestigd door de eerste exitpolls. De officiële volledige tellingen laten – zoals steeds bij Amerikaanse verkiezingen – nog dagen op zich wachten, maar de uiteindelijke resultaten liggen politiek zo goed als vast. Volgens zowat alle recente onderzoeken van de publieke opinie heeft het gebrek aan populariteit van Democratisch president Obama een grote impact gehad op het kiesgedrag bij deze verkiezingen.
De Amerikaanse federale Senaat
De Amerikaanse federale Senaat heeft 100 leden, 2 voor elke deelstaat, groot of klein. De kleinste staat (qua bevolking) Wyoming heeft met 580.000 inwoners twee senatoren, net als California met 38,3 miljoen. Dit systeem bevoordeelt kleine landelijke staten. Een meerderheid aan zetels in de Senaat is dus niet noodzakelijk een weerspiegeling van een globale demografische meerderheid voor de winnende partij.
Deze 100 senatoren worden niet allemaal tegelijk verkozen. Om de twee jaar wordt één derde van hen herverkozen, in ‘deeltijdse’ of ’tussentijdse’ verkiezingen. De verschuivingen per verkiezingen zijn dus altijd relatief klein. De Republikeinse Partij wint nu waarschijnlijk zes zetels en behaalt daarmee een meerderheid van 54 op 100 zetels (waarvan twee zetels nog onzeker, maar waarschijnlijk).
Tot de jaren 1960 was dit systeem grotendeels in het voordeel van de Democratische Partij. Sinds die partij toen in het zuiden en het landelijke centrum (de Midwest) zwaar aan invloed verloor1, is dat omgekeerd.
De federale Senaat kan nieuwe wetgevende initiatieven tegenhouden met een gewone meerderheid. Voor eigen initiatieven zijn echter grotere meerderheden nodig. De nieuwe Senaat kan Obama dus wel zwaar hinderen in de uitvoering van zijn beleid
Democraat Obama is niet populair
De approval rating, de barometer van het politieke vertrouwen, staat voor Obama op 41 procent. Volgens opiniepeilingen verwijt de bevolking Obama vooral een gebrekkige aanpak van de immigratie in het algemeen en van de Ebola-crisis in het bijzonder. Ook zijn aanpak van het probleem van de IS wordt aanzien als onvoldoende krachtig.
De situatie van een Amerikaans president met een andere kleur 2 dan de parlementaire meerderheid is steeds weer een geliefkoosd thema voor analytici wereldwijd. Of dat werkelijk een groot verschil maakt voor het beleid van de Amerikaanse overheid, is maar de vraag. Alles hangt er immers van af hoe men de maatschappelijke problemen van de Amerikaanse bevolking bekijkt, welke prioriteit men eraan geeft of gewoon hoe men bepaalt wat een ‘probleem’ is en wat niet.
(Nog) iets minder sociaal
Op sociaal vlak lijdt het geen twijfel dat de Republikeinse Partij nog regressiever is dan de Democratische Partij. Inhoudelijk verschillen beide partijen ten gronde weinig, maar de Republikeinen zijn wel meer rechtuit en doortastend. Enkele honderdduizenden Amerikanen gaan nu door deze Republikeinse parlementaire meerderheid ook uit de boot vallen en de miljoenen landgenoten vervoegen, die al in armoede leven onder een Democratische meerderheid. Voor hen maakt deze uitslag wel degelijk een groot verschil.
Het binnenlandse stokpaardje van president Obama, zijn hervorming van de gezondheidszorg of Obamacare, komt niet in gevaar. Een Republikeinse meerderheid in het Congres (Senaat en Kamer samen) kan weliswaar nieuwe initiatieven voor een verbetering van die gezondheidszorg blokkeren, maar om bestaande wetten in te trekken hebben ze een bijzondere meerderheid nodig en die hebben ze met 54 op 100 zetels niet.
Pogingen om dat toch te doen, kunnen door de president met een veto worden uitgesteld tot het einde van zijn mandaat binnen twee jaar. Bovendien heeft Obamacare – hoe beperkt dat programma in vergelijking met de Europese systemen ook is – redelijk veel succes bij de gewone Amerikaan. Republikeinse politici houden lokale zittingen om hun kiezers uit te leggen hoe ze zich in het systeem kunnen inschrijven. Dat belet hen niet om tegelijk in de hoofdstad tegen datzelfde overheidsprogramma te fulmineren.
Compromissen
Obama zal na deze uitslag wel verregaande compromissen moeten sluiten bij eventuele benoemingen van topfunctionarissen in de overheidsadministratie en bij de leden van het Hooggerechtshof 3.
Zolang er zich geen nieuwe diepe crisis voordoet, zal Obama verder geen probleem hebben om zijn twee laatste jaarbudgetten 4 goedgekeurd te krijgen. Het huidige overheidstekort valt binnen de grenzen die de Republikeinen zelf hebben afgedwongen. Hij riskeert dus geen massale sluiting van de overheidsdiensten, zoals in 2011 en eind 2013.
Gouverneurs
Er waren ook in heel wat staten verkiezingen van de gouverneurs. Ook daar haalden Republikeinse kandidaten de overhand. Zelfs in de deelstaten Illinois van Barack Obama en Arkansas van Hillary en Bill Clinton won de Republikeinse kandidaat.
Gouverneurs moeten voor een deel de federale wetgeving toepassen, maar beschikken over heel wat middelen om dat tegen te gaan, te saboteren, tegen te werken. Het minimumloon bijvoorbeeld is grotendeels nog steeds een zaak van de deelstaten.
Buitenlandpolitiek
Op buitenlands vlak zullen de nieuwe politieke verhoudingen in het Amerikaanse parlement ten gronde nauwelijks een verschil maken. Obama’s taalgebruik zal waarschijnlijk wat assertiever worden. Voor de slachtoffers van de Amerikaanse (en, in hun kielzog, Britse en NAVO-) oorlogsactiviteiten in het buitenland kan dat verschil groot zijn. Je dorp platbombarderen of net niet, is voor hen uiteraard ‘een wereld van verschil’. De steun voor het zionistische project van de staat Israël zal onverminderd groot blijven, de oorlogen in Syrië en Irak gaan eveneens door. Hoogstens mogen een paar strategische of tactische aanpassingen verwacht worden en een iets hardere presidentiële retoriek
Amerikaanse presidenten zouden zich zonder parlementaire meerderheidssteun meer gaan concentreren op het buitenlands beleid, omdat daar meer consensus over is tussen de twee partijen. Obama is nu al de president met de meeste drone-aanvallen ooit op zijn naam – zijn voorganger George W. Bush stond eerder aarzelend tegenover deze praktijk.
Obama heeft meer klokkenluiders vervolgd en laten veroordelen dan alle presidenten voor hem in de Amerikaanse geschiedenis samen. Het budget voor Defensie is groter dan ooit tevoren.
Het idee dat ook president Obama zich zal concentreren op het buitenland voor zijn twee laatste jaren is echter schijn. De Amerikaanse federale overheid gaat niet plots op non-actief staan. De perceptie in de Amerikaanse massamedia ten spijt gaat het sociaal-economisch en leefmilieubeleid van Obama onverminderd verder. Dat beleid beantwoordt zoals bij elke president aan de vereisten van hen die het in dat land voor het zeggen hebben: de economische toplaag. Fracking gaat door, de grote XL-pijplijn van Alaska (over Canada) komt er.
Sociaal-democratische minderheid
De Democratische Partij heeft in haar rangen een kleine minderheid van ongeveer 50 leden van de Kamer en een paar senatoren met een gematigd sociaal-democratisch profiel. Een van de meest uitgesproken Democraten op dat vlak is senator Elizabeth Warren van de deelstaat Massachusetts (die nu niet herverkozen moest worden).
De enige echte sociaal-democraat in het Amerikaanse Congres is Bernie Sanders, senator voor de staat Vermont, de enige niet aan een van beide partijen gebonden federale politicus. Vermont is de enige deelstaat in de VS met een echt overheidsprogramma voor gezondheidszorg en met de hoogste levensverwachting van alle deelstaten. Zijn kritiek op het beleid van Obama zal na deze laatste verkiezingen dezelfde blijven.
Minstens in woorden en soms ook in daden is de Democratische Partij meer bereid tot marginale (naar Europese maatstaven) sociale toegevingen. De Republikeinse Partij daarentegen is meer recht voor de raap. Geen wollige taal maar openlijk agressief en eigengereid antisociaal, keihard tegen ondingen als minimumloon, openbaar vervoer, openbare gezondheidszorg, vakbonden en even openlijk pro klimaatontkenning, meerfracking en minder milieureglementering (‘meer ondernemingsvrijheid’).
TTIP
Ook voor de EU maken deze verkiezingen nauwelijks een verschil. Met een Republikeinse parlementaire meerderheid tegen zich, zal Obama iets harder dan voorheen aandringen op het afsluiten van het vrijhandelsakkoord TTIP met de EU (en van het TPP-verdrag met de landen rond de Stille Oceaan). Deze Republikeinse meerderheid zal er eventueel kunnen toe leiden dat het TTIP-akkoord sneller wordt afgesloten en ondertekend. De Republikeinen verwijten Obama al jaren dat hij niet hard genoeg is bij de onderhandelingen over deze twee akkoorden.
Op concrete dossiers zullen de onderhandelingen over dit verdrag verharden. Inhoudelijk blijft dat verdrag wel wat het vanaf het begin was: een samenwerkingsakkoord van Amerikaanse en Europese investeerders om een wettelijke constructie op poten te krijgen – ver van de schijnwerpers van de publieke opinie – die verkiezingen vanaf dan grotendeels irrelevant maakt. Toekomstige regeringen zullen, wat hun kleur of politiek oriëntatie ook moge zijn, met handen en voeten gebonden worden aan de eisen van dit verdrag, exclusief ten bate van de grote bedrijven aan weerszijden van de oceaan.
Voor de EU kan het betekenen dat de goedkeuring van het TTIP-verdrag zal versneld worden. Dat verdrag zou er met een Democratische meerderheid in de Senaat ook wel gekomen zijn, alleen wat later. De echte gevolgen van dat verdrag voor de EU en voor de Amerikaanse bevolking zullen in de komende jaren blijken.
Voor wat hoort wat
Deze verkiezingen zijn een zoveelste triomf voor de Amerikaanse bedrijfswereld, zoals alle vorige van de voorbije tientallen jaren. In steeds grotere mate bepaalt de financiële draagkracht van de kandidaten hun kans op succes. Die steun is geen neutrale factor.
Mitch McConnell, fractieleider van de Republikeinen in de Senaat, gaf in zijn deelstaat Kentucky alleen 78 miljoen dollar (62 miljoen euro) uit voor een campagne die ongeziene dieptes bereikte qua negatieve beeldvorming over de Democratisch tegenkandidaat. De kandidaten voor de senaat hebben samen een recordbedrag van ongeveer 4 miljard dollar (3,2 miljard euro) uitgegeven.
And the winner is… de commerciële media
Ongeveer 908.000 tv-spotjes werden uitgezonden tijdens deze campagne. Volgens het Wesleyan Media Project hadden slechts 26 procent van deze reclamespotjes een positieve boodschap met eigen politieke standpunten, de andere spotjes gingen over beweerde tekortkomingen van de tegenstrever.
Dat geld krijgen ze van de grote bedrijven (al dan niet onder het mom van ‘individuele’ donaties). Het spreekt vanzelf dat zij dan geen thema’s hebben bespeeld die voor de armere Amerikanen van belang zijn. Voor wat hoort wat.
Of deze tussentijdse verkiezingen een groot verschil maken kan je niet zomaar in het algemeen stellen. Het hangt ervan af waar je op dat vlak staat. Voor mensen uit de lagere middenklasse wordt de situatie nog meer precair dan voorheen. Voor inwoners van dorpen en regio’s die nu al worden platgebombardeerd met drones, maakt het nauwelijks een verschil. Voor de economische toplaag van de VS is dit resultaat goed nieuws. Het wordt voor hen nog iets beter dan onder de Democratische meerderheid.
Volgens de eerste peilingen zijn slechts 40 procent van de kiesgerechtigde Amerikanen komen opdagen voor deze deeltijdse verkiezingen. Het is me andere woorden allesbehalve zeker dat de Republikeinen met deze stembusgang hun kansen vergroten om in 2016 met een geloofwaardig kandidaat de volgende presidentsverkiezingen te winnen. De kiezers die Obama hebben verkozen – zwarten, hispanics, vrouwen en jongeren – zijn massaal thuisgebleven.
Bronnen:
- Here’s how we beat the right: How progressives withstand Fox News, the last Obama defenders, and chart a new future
- Decision 2014
- Republicans Win Control of US Senate; GOP Governors Surge
- The Big Winner in 2014 Elections: Corporate Television
- Ad Spending Tops $1 Billion
- A money-in-politics index from the Center for Public Integrity
- The US elections – entertaining, but irrelevant
Voetnoten:
1 Na de uitbreiding van het stemrecht voor zwarten door Democratisch president Lyndon Johnson (1963-1968) stapten grote aantallen blanke kiezers over naar de Republikeinen, die sindsdien een veel rechtsere koers varen. Tot dan waren de Republikeinen de meer sociale partij (weliswaar alleen voor blanke Amerikanen).
2 Rood staat voor Republikeinen, de Democratische Partij kleurt blauw.
3 In de VS worden topfunctionarissen (vergelijkbaar met secretarissen-generaal van overheidsdiensten hier) rechtstreeks benoemd door de president, voor de duur van zijn mandaat. Deze benoemingen worden door het Congres (Kamer en Senaat) bekrachtigd na hoorzittingen. Zij zijn geen professionele ambtenaren maar eerder uitvoerende onderministers. Ze worden benoemd bij het begin van het presidentieel mandaat, maar ze komen en gaan en moeten dan vervangen worden. De leden van het Hooggerechtshof worden voor het leven benoemd en alleen vervangen na overlijden of wanneer een lid vrijwillig ontslag neemt (meestal om gezondheidsredenen). Dit Hof beslist over de grondwettelijkheid van goedgekeurde wetten. Een benoeming bij het Hof is voor elke president een kans om een gelijkgezinde stem te behouden vele jaren na zijn vertrek. De komende twee jaar zal Obama die mogelijkheid niet meer hebben.
4 In de VS begint het fiscale jaar op 1 september.
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.