De grote media betreuren de ’tragische fout’ van de VS met hun drone-aanval op 10 onschuldige Afghanen, vergelding voor 13 gedode VS-soldaten bij een eerdere zelfmoordaanslag aan de luchthaven van Kaboel. Zonder enige context of zelfonderzoek worden de verklaringen van VS-generaals kritiekloos overgenomen. Dit is geen berichtgeving, dit is propaganda.
Zowat alle grote media in binnen- en buitenland brachten het. De top van het VS-leger geeft grootmoedig toe dat een ’tragische fout’ werd begaan op 29 augustus. Nochtans voorkwam volgens de eerste verklaringen van VS-generaal Mark Milley een vergeldingsactie een tweede zelfmoordaanslag aan de luchthaven van Kaboel. Een dag eerder waren bij een zelfmoordaanslag 13 VS-soldaten en (naar schatting) 169 Afghaanse burgers omgekomen.
Degelijke inlichtingen, alle criteria voldaan
Generaal Milley verklaarde drie dagen na de actie, op 1 september: “Op dat ogenblik – en ik meen dat dit nog steeds geldt – hadden wij zeer degelijke inlichtingen dat ISIS-K een specifiek type voertuig op een specifieke lokatie aan het voorbereiden was. We namen dit waar met verscheidene middelen. Aan alle criteria voor inzet (van wapens) werd voldaan. We gingen hier over met dezelfde mate van grondigheid zoals we al jaren doen en voerden een aanval uit.”
ISIS-K staat voor Islamitische Staat in Khorasan. Khorasan (Perzisch voor ‘rijzende zon) is een regio die zich uitstrekt over Afghanistan, Iran, Tadzjikistan, Oezbekistan en Turkmenistan. De groepering die zich zo noemt is een nog meer fanatieke afscheuring van de Taliban1 sinds 2015. De groep is ook actief in Pakistan en Tadzjikistan en heeft meerdere dodelijke aanvallen geclaimd in deze landen. De aanval op de luchthaven van Kaboel is de grootste die ISIS-K ooit heeft gepleegd.
Alle waarnemers ter plaatse, ook de VS, erkenden onmiddellijk dat de zelfmoordaanslag niet het werk was van de Taliban, die net de macht hadden overgenomen over het grootste deel van het land. Een dag na de moordende aanslag claimde het VS-leger dat ze er in waren geslaagd een tweede aanslag te voorkomen, waarbij een belangrijke leider van de groepering zou zijn gedood.
Zowat onmiddellijk na de aanslag circuleerden op media in de regio en op sociale media echter berichten dat er geen enkel verband was tussen ISIS-K en de bij de vergeldingsactie omgebrachte personen. De verklaringen van de VS-legertop werden door de westerse mainstream media echter onmiddellijk als voldoende bewijskrachtig overgenomen. Nergens werd enige twijfelende commentaar geuit.
Gruwelijk andere werkelijkheid
De werkelijkheid bleek gruwelijk anders. Bij de aanslag op een grote terreinwagen kwamen zeven kinderen en drie begeleidende volwassenen om het leven. Een van de drie volwassenen was Zemari Ahmadi, die sinds 2016 werkt voor de VS-ngo Nutrition and Education International (Foto: neifoundation.org) werkt.
De ‘bommen’ die volgens de met camera-drone’s verzamelde informatie in het voertuig werden geladen bleken blauwe watervaatjes te zijn. De watervoorziening (pompstations, vergaarbakken, zuiveringsinstallaties) in de hoofdstad Kaboel werd in de loop der jaren – onder meer met drone-aanvallen – zowat volledig verwoest. Aankoop en transport van drinkbaar water, meestal bij de grote VS-bedrijven ter plaatse, is een alledaagse noodzaak in deze stad met 4,5 miljoen inwoners.
Ondanks beschikbare informatie die de officiële versie van de VS volledig tegensprak duurde het tot 17 september voor opperbevelhebber generaal Kenneth McKenzie de ‘fout’ toegaf. Dat deed hij nadat The New York Times, Washington Post, Los Angeles Times, CNN, ABC, CBS en Associated Press met eigen onderzoek naar buiten kwamen dat de versie van de regionale media in Afghanistan, Pakistan en Iran bevestigde.
(In De Standaard staat vermeld dat “taliban-leider Mollah Akhtar Mansour2” bij deze vergeldingsactie van de VS zou zijn gedood. Dat moet een vergissing zijn. Talibanleider Akhtar Mansour kwam om bij een aanslag op 21 mei 2016)
Kritische journalistiek?
Dit lijkt op het eerste zicht degelijk kritisch journalistiek onderzoekswerk maar hier horen kanttekeningen bij. Eerst en vooral hebben deze media jarenlang de “noodzaak” van drone-aanvallen verdedigd, ondermeer “om Amerikaanse levens te redden”. Er waren de voorbije 20 jaar echter voorbeelden genoeg van ’tragische fouten’ bij militaire acties van de VS die nooit werden rechtgezet (zie verder), ook al was de informatie beschikbaar.
De vraag is dus eerder waarom deze media nu wél met dergelijke informatie komen. Dat heeft twee redenen. Deze media zijn zeer kritisch voor wat zij de ‘chaotische’ terugtocht van president Joe Biden uit Afghanistan noemen. De nu begane ’tragische fout’ is volgens deze redenering een gevolg van die chaos.
Een tweede reden is dat het politiek-economisch-media-establishment beslist heeft dat de oorlog in Afghanistan niet meer ‘winbaar’ is. Noteer: deze oorlog was niet principieel fout, bijvoorbeeld omdat hij een zware inbreuk is op het internationaal recht of omdat de VS geen recht hebben om zich te moeien in andere landen. Net als met de oorlog in Vietnam was deze oorlog een tactisch verkeerde keuze.
Deze oorlog was “een blunderende poging om goed te doen”3. Bovendien werd dit een te grote economische kost – voor de overheid wel te verstaan, niet voor de betrokken wapenbedrijven (die nog steeds ijveren voor een verderzetting van de oorlog).
Er vallen een aantal zaken op aan de recente berichtgeving over deze ’tragische fout’. Eerst en vooral is er de uniformiteit over alle media heen. Alle berichten nemen de term ‘tragical error‘ over. Er wordt tevens slechts één bron voor het bericht gebruikt, de verklaring van generaal McKenzie.
Daarnaast valt op dat bij deze ’toegeving’ nergens enige kanttekening wordt gemaakt, al was het maar door een korte verwijzing naar vroegere ’tragische fouten’. Wat helemaal ontbreekt is de bedenking dat drone-aanvallen principieel worden veroordeeld door zowat alle landen ter wereld buiten de EU, de VS, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland4. Het zou dus al heel wat objectiever zijn als de media zouden schrijven: “De hele wereld veroordeelt deze aanslagen, op de VS en zijn bondgenoten na”.
Informatie genoeg voor echte kritiek
Drone-aanvallen schenden een elementair principe van de rechtspraak. Tot bewijs van het tegendeel zijn àlle slachtoffers van drone-aanslagen onschuldig. Bovendien zijn zelfs de meest fanatieke verzetstrijders geen militairen maar burgers. Zo bleek ook uit het onderzoek van twee VS -universiteiten (zie verder).
De VS tellen zelf alle mannelijke meerderjarige slachtoffers als ‘vijandelijke strijders’ (‘enemy combatants’). De omschrijving ‘enemy combatant‘ wordt niet erkend in het internationaal recht, maar werd uitgevonden door juridische adviseurs van president George W. Bush om de verbodsbepalingen van de Conventies van Genève over het oorlogsrecht te omzeilen. Zo kan het dat bij een aanslag op een huwelijksfeest alleen vrouwen en kinderen als onschuldige slachtoffers tellen.
Voor wie wil zoeken, is informatie over ’tragische fouten’ van drone-aanvallen overvloedig voorradig. Reeds in 2012 deden Stanford University en New York University een onderzoek naar de wettelijkheid en de efficiëntie van drone-aanvallen zie Drones en terrorisme, zoek de verschillen):
- Burgerslachtoffers: Tussen 2004 en 2012 werden in (Pakistan, Afghanistan en Irak) minstens 2.562 tot 3.325 mensen gedood door drones, onder wie 447 tot 881 zeker burgers waren en 176 kinderen. Het gaat hier over effectief vastgestelde en geregistreerde overlijdens. Het echte cijfer ligt veel hoger. Dat valt ook niet te verwonderen in een regio waar geen geboorteregisters bestaan, nauwelijks hulpdiensten aanwezig zijn en doden traditioneel de dag zelf of hoogstens één dag later worden begraven, meestal nog voor een officieel onderzoeksteam ter plaatse is aangekomen. Organisaties zoals het Bureau for Investigative Journalism schatten het aantal effectieve gedode terroristen op slechts 2 procent van het totaal aantal slachtoffers.
- Psychische terreur: De voortdurende mogelijkheid het aankomende gezoem van de drones te horen, heeft het leven in de regio compleet ontwricht. Mensen durven geen groepsactiviteiten meer te organiseren (begrafenissen, huwelijken, doopfeesten), kinderen mogen niet meer de straat op. Bovendien blijkt er een bijzonder cynische tactiek achter de drone strikes te zitten. Er wordt regelmatig een tweede aanval op het vernietigde doelwit uitgevoerd enige tijd na de eerste aanslag. Dat werkt verlammend op elke poging om hulp te bieden. Onder de slachtoffers bevinden zich meerdere hulpverleners.
- Meer fanatici: Volgens de eigen rapporten van de CIA is het aantal jonge rekruten voor extremistische gewapende groeperingen in de getroffen regio spectaculair toegenomen. Concreet betekent dit dat de VS er minder veilig door is geworden. Deze impact is te voelen in heel Pakistan. Een recente opiniepeiling wijst uit dat 74 procent van de Pakistaanse bevolking de VS als een vijand van hun land beschouwt.
- Illegaal: De aanvallen zijn volgens de eigen Amerikaanse wetgeving illegaal, omdat de president slechts kan toestemming geven voor aanvallen tegen personen die een verband hebben met de aanslagen van 9/11. Bovendien zijn de drone strikes ook volgens het internationaal recht illegaal. Het zijn immers daden van agressie tegen en op het grondgebied van andere landen.
- Escalatie: De VS zal zijn bijna monopolie op militaire aanvalsdrones niet lang behouden. Meerdere landen zoals Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, China, Rusland, India, Noord-Korea, Iran, Venezuela … zijn bezig met de ontwikkeling van hun eigen technologie. De VS zet de escalatie van een nieuwe oorlogstechniek in gang met deze massale inzet van drones.
- Inschikkelijkheid van de media: Voor het overgrote deel nemen de massamedia de persmededelingen en voorstelling van feiten letterlijk over van de officiële bronnen. Die rekenen systematisch alle volwassen mannelijke slachtoffers als ‘vijandelijke strijders’.
De toegeving van generaal McKenzie roept heel wat vragen op die kritisch ingestelde journalisten zouden kunnen stellen. Als de nu gebruikte informatie voor de vergeldingsactie zo onbetrouwbaar was, hoewel gebaseerd op jarenlange ervaring, hoe betrouwbaar waren vorige aanslagen dan? Is het daarom dat de voorbije 20 jaar zoveel autokonvooien en grote bijeenkomsten voor huwelijks- en doopfeesten, begrafenissen, conventies van lokale leiders steevast als problematisch werden geïnterpreteerd en gebombardeerd?
In maart 2011 vielen meer dan 40 doden op een huwelijksfeest in het noordwesten van Pakistan. In december 2013 waren er 11 doden op een huwelijksfeest in Jemen.
Internationale onderzoeksjournalistiek
Sinds januari 2004 werden bij meer dan 14.000 drone-aanvallen in Pakistan, Afghanistan, Jemen en Somalië 910 tot 2.200 burgers gedood, waaronder tussen 283 tot 454 kinderen volgens het Bureau of Investigative Journalism. Deze organisatie schat dat slechts 4 procent van alle drone-doden in Pakistan leden van Al Qaïda en gelijkaardige organisaties waren.
Wanneer Russische generaals verklaringen afleggen over aanvallen in Syrië worden die onmiddellijk vergeleken met verklaringen van andere betrokken partijen ter plaatse, zoals ngo’s, strijdende organisaties. Er wordt onmiddellijk gesproken van ‘mogelijke oorlogsmisdaden’. Misschien is dat wel zo, misschien niet. In ieder geval volgen de media hier de correcte journalistieke methode: kritisch scepticisme bij officiële verklaringen, journalistieke twijfel tot degelijk eigen onderzoek de verklaringen bevestigt of ontkracht.
Bij de recente berichtgeving over de ’tragische fout’ van de VS werd die journalistieke rechtlijnigheid niet gevolgd. Er werden geen kritische bemerkingen gegeven. De verklaring van VS-generaal McKenzie volstond.
Deze selectieve aanpak is zeer problematisch. Eerst en vooral omdat ze getuigt van vooringenomenheid ten voordele van de VS en zijn bondgenoten. Soms wordt die vooringenomenheid openlijk erkend, zoals wanneer een topjournalist van de VRT beweerde dat “wij geen burgerdoelwitten aanvallen”.
Wat voor kritische berichtgeving moet doorgaan, houdt zich aan een zeer strak kader. Onze bondgenoten zijn niet perfect, ze begaan fouten, doen verkeerde inschattingen, beschikken niet altijd over degelijke informatie. Bovendien moeten ze strijden tegen een vijand die er niet voor terugschrikt zich “tussen de bevolking” te verschuilen of hen als schild te gebruiken.
Dat bij de berichtgeving over de ’tragische fout’ van de VS niet één kritische bedenking werd gemaakt, hoe kort ook, herleidt de media tot een doorgeefluik van de officiële waarheid. Beschamend en gevaarlijk.
Door telkens weer alle oorlogsmisdaden van eender welke vijand zwaar te bekritiseren en de eigen oorlogsmisdaden goed te praten, ontnemen de media de bevolking de mogelijkheid om zelf een oordeel te vellen over wat er in hun naam wordt gedaan.
Notes:
1 Taliban is meervoud van talib, ‘leerling’ van de islam.
2 Mollah is geen deel van zijn naam. Een mollah of mullah (een ‘heer’) is een geestelijke die de Koran intensief heeft gestudeerd en als expert wordt erkend – dikwijls is hij tevens hoofd van een moskee en/of leerkracht in een madrassa – een islamitische school.
3 Het citaat “The early American decisions on Indochina can be regarded as blundering efforts to do good” is van Anthony Lewis in de New York Times van 30 april 1975. In dit zeer ‘kritische’ artikel betreurt hij alle fouten die zouden zijn gemaakt in Vietnam, wat volgens hem zeer erg was, want over de goede intenties achter de oorlog bestond geen enkele twijfel. Tot vandaag claimen de Amerikaanse media dat zij de oorlog in Vietnam hebben beëindigd. In werkelijkheid volgden zij de publieke opinie met jaren achterstand. Die publieke opinie veroordeelde de oorlog in Vietnam trouwens niet om tactische redenen, maar omdat ze hem principieel fout vond. De VS hadden gewoon geen recht om zich in dat verre land te gaan moeien. Deze onaanvaardbare stelling werd door mediacommentatoren het ‘Vietnam syndroom’ genoemd: de principiële tegenstand van de bevolking tegen buitenlandse oorlogen.
4 En zelfs in die landen gaat het over officiële standpunten van regeringen, niet over de publieke opinie. De steun voor de buitenlandse oorlogen van de VS en hun bondgenoten is er weliswaar veel groter dan in de rest van de wereld, maar ook hier zijn er betekenisvolle minderheden tegen militair optreden van de eigen landen.