Matthias Döpfner, CEO van het Duitse mediabedrijf Axel Springer, heeft de mediawebsite Politico aangekocht voor 1 miljard dollar. Het personeel moet voortaan onder andere ‘een verenigd Europa, het recht van bestaan van Israël en de vrijemarkteconomie ondersteunen’. ‘Deze waarden zijn als een Grondwet. Wie ze niet volgt, hoort niet voor ons te werken’. Zijn uitspraken mogen verrassend eerlijk genoemd worden.
Het gebeurt niet zo dikwijls dat een mediamagnaat zo openlijk zegt waar de aankoop van mediabedrijven voor dient. Steun voor het wereldwijde kapitalisme en voor de apartheid in Israël zijn standaardposities van de grote westerse media. Het is echter zeer zeldzaam dat dit letterlijk zo wordt gezegd.
Meestal verkondigen de grote media een commercieel zelfbeeld van neutrale objectiviteit over wat er in de wereld gebeurt en blijven de vooringenomen stellingnames onuitgesproken.
In zekere zin zijn de uitspraken van Matthias Döpfner verfrissend transparant. Het idee dat er naast een ‘vrije markteconomie’ ook een economisch model kan bestaan dat de gewone mensen en het leefmilieu dient en niet de grote kapitaalkrachtige groepen mag gewoon niet verspreid worden.
Hij deed zijn uitspraken naar aanleiding van de aankoop door mediaholding Axel Springer1 voor 1 miljard dollar van het internetweekblad Politico. Wie zich van het huidige personeel niet bij deze ‘principes’ aansluit ‘hoort niet voor ons te werken’.
Mediaconcentratie in stroomversnelling
De trend tot concentratie van de media in steeds grotere conglomeraten in handen van een steeds kleiner aantal miljardairs is reeds bezig sinds de jaren 1980, lang voor het internet, maar is met de komst van deze nieuwe technologie in een stroomversnelling terecht gekomen.
Een bijkomende trend die daar logisch verband mee houdt zijn de toenemende investeringen van miljardairs in filantropie, waarmee ze solidariteit als maatschappelijk principe willen uitbannen, ter eer en glorie van zichzelf.
Er is echter meer aan de hand. Deze plutocraten zijn niet dom, zij weten dat hun machtsconcentratie niet populair is en hebben voor het verder zetten van hun machtspositie alle belang bij het controleren van het narratief dat de brede bevolking voorgeschoteld krijgt.
Een van de eerste maatregelen die na de Tweede Wereldoorlog werden ingevoerd om maatschappijkritische pers aan banden te leggen, was het invoeren van reclame als voornaamste bron van inkomsten voor de media. De grote Britse arbeiderskranten werden tot dan nog volledig door hun abonnees gefinancierd.
Wie het vandaag nog kan opbrengen om ‘in real time‘ tv te kijken op commerciële zenders kan niet anders dan vaststellen dat reclame het hoofdbestanddeel is geworden van de uitzendingen. Die reclame is qua intellectueel niveau nog lang niet tot zijn bodemniveau gezakt.
De mediafilter van reclame
Zelfs de beste reportages over de klimaatcrisis of over sociale uitbuiting in de kledingindustrie worden mentaal vernietigd door de onderbrekingen met reclame voor parfums, kledij, shampoos, frisdranken, kant-en-klaargerechten, elektrische auto’s … Zenders pakken terug volop uit met spelprogramma’s waar vliegtuigreizen steevast excelleren als trofee. De kijker wordt herleid tot een passieve consument.
Nieuws wordt herleid tot hapbare soundbites met eenvoudige stellingen. Al wat menselijke solidariteit uitstraalt – en dus per definitie niet vercommercialiseerbaar is – komt niet langer aan bod. Vakbonden – nog steeds de grootste sociale organisaties van het maatschappelijk middenveld – komen haast alleen nog in beeld bij stakingen.
De redenen waarom het tot een staking kwam, wat de achtergronden zijn, hoelang personeel vergeefs heeft onderhandeld, welke de concrete arbeidsomstandigheden waren waartegen werd geprotesteerd, het wordt allemaal samengevat tot berichten over ‘de hinder die u mag verwachten’.
De uitspraken van Matthias Döpfner zijn op zich niet verrassend. Uitzonderlijk is de vanzelfsprekendheid waarmee hij zijn uitspraken doet. Hij tracht niet eens meer te verdoezelen dat commerciële massamedia dienen om propaganda te verspreiden. In die zin mag men zijn uitspraken ‘verfrissend’ noemen.
Note:
1 De Duitse krantenuitgever Axel Springer (1912-1985) gaf ondermeer Bild-Zeitung uit (nu Bild). Onderzoeksjournalist Gunther Wallraff werkte onder het alias Hans Esser in 1977 een jaar voor het blad. In twee boeken ontmaskerde hij hoe journalisten systematisch nieuwsfeiten verdraaiden of uitvonden, uitspraken van gewone mensen tegen henzelf inzette en sociale mistoestanden routineus in de eigen schud van de mensen schoof (of van de ‘ausländer‘). Onder zijn leiding groeide het mediabedrijf met zijn naam uit tot het grootste van Duitsland, met media in Frankrijk, Spanje, Zwitserland en Rusland