De creatieve inventiviteit van de mainstream media om ons dagelijks te vergasten op weer eens een smeuïg verhaaltje over de stoute Russen kent geen grenzen. Dit is geen herhaling van de propaganda tijdens de eerste Koude Oorlog. Dit is erger. Dit is roekeloos flirten met de mogelijkheid van een oorlog tussen de twee grootste kernmachten ter wereld. Onjournalistiek zeker, maar vooral gevaarlijk.
Wij krijgen thuis De Standaard al meer dan 20 jaar elke dag in de bus. Sinds ik gepensioneerd ben is de krant lezen – de ‘fysieke krant’ hoor je tegenwoordig te zeggen – een dagelijks ritueel, tenzij ik naar Brussel moet voor de redactie, wat in pandemietijden eerder zeldzaam is. Dan wordt het de virtuele krant, informatief maar toch niet hetzelfde als dat ritselende ding in je handen (dat de laatste weken overigens zeer slecht en slordig versneden wordt – problemen met de DS-drukmachines?).
De Morgen heb ik jaren geleden opgegeven, tijdens de eerste groene regeringsdeelname van 1999-2003. De krant is vandaag meer dan ooit het excuus voor de iets beter opgeleide en iets beter verdienende middenklasser met een sociaal geweten die zichzelf graag wijsmaakt dat hij een krant leest die kritisch is over de machthebbers – de politieke en de échte machthebbers, de economische.
‘Links’ of ‘rechts’? In ieder geval mét aanhalingstekens
Zich links-progressief noemen en tegelijk openlijk vijandig staan tegen de grootste organisaties van het maatschappelijk middenveld, deze krant kan het, elke dag opnieuw (jawel, ik heb het over de vakbonden). De Morgen kan je best samenvatten als de extreem-linkse uithoek van het neoliberale spectrum.
Ik zie op hun website, via Facebook of Twitter nog wel eens een goed stuk passeren, maar zowat elke toevallige passage langs de papieren krant is telkens weer teleurstellend. Papieren kranten vind je overal, ergens op tafel bij een organisatie, een achtergebleven exemplaar op de trein, in een café met kranten…
Dan is De Standaard toch iets rechtlijniger. Het is nooit een vooruitstrevend, laat staan links-progressief medium geweest. De verstandige lezers weten wat ze er aan hebben: een krant wiens ideologische positie zich netjes in het midden bevindt van datzelfde neoliberale spectrum.
De Standaard is een conservatieve krant – zeg maar rechts – op sociaal-economisch vlak, lichtjes progressief op ethisch vlak over zaken als euthanasie, abortus, racisme (toch over de sociale vormen van racisme, niet zozeer over het institutioneel racisme).
Alles voor het imago
Opinies over het hele spectrum van extreem-rechts tot extreem-links en alles er tussenin komen ruim aan bod. Binnen de redactie vervullen columnisten als Marc Reynebeau en Paul Goossens de taak die figuren als Owen Jones en George Monbiot hebben bij de Guardian.
Zeer activistisch over een breed gamma van thema’s zolang het maar niet over het eigen medium gaat en de cruciale rol die hun krant speelt bij de instandhouding van het neoliberale status quo. Kritisch voor de ‘excessen’, niet voor het systeem. En vooral zeer belangrijk voor het imago van de krant.
Redacties van kranten en tv-zenders zullen de eersten zijn om verontwaardigd te ontkennen dat zij een politieke agenda hebben. Het idee alleen al. Foei. Het is logisch dat redacties dat ontkennen. Eerst en vooral omdat journalisten per definitie individualisten zijn die het idee verwerpen dat wat zij zeggen, schrijven, uitzenden aan zoiets als een ideologisch profiel zou beantwoorden.
Ze ontkennen dat echter in hoofdzaak omdat die zogenaamde politieke neutraliteit een essentieel verkoopsargument is van mainstream media om zichzelf voor te stellen als objectief, als media die enkel de feiten weergeven en de lezers/kijkers/luisteraars zelf laten oordelen. Niemand hoort graag dat hij/zij een voorgekauwde tendentieuze berichtgeving voorgeschoteld krijgt.
Neutraal, tot het begint te spannen
Voor alle duidelijkheid, media hebben het volste recht op een politieke profiel. Waar ze geen recht op hebben is hun geprojecteerd imago van objectief neutraal toekijkende toeschouwers. Daar openlijk voor uitkomen is echter ‘not good for business’, daarom dus.
Geen enkele thematiek illustreert die schijnheiligheid beter dan het buitenlands nieuws. Is het binnenlands nieuws over het algemeen nog redelijk divers (binnen de beperkingen die ik hierboven al aanhaalde) dan kan dat van dit laatste onderwerp helemaal niet gezegd worden.
De ideologische agenda van de media (die er in feite altijd geweest is) werd recent weer overduidelijk sinds de spanningen rond Oekraïne opnieuw toenemen.
Elke schijn van objectiviteit wordt opgegeven voor het collectieve narratief van wij ‘de goeden’ tegen zij ‘de slechten’. Selectie van feitenmateriaal, vermoedens en beweringen die als ‘feiten’ worden voorgesteld, commentaar en opinies die als objectieve waarnemingen worden verkocht, het passeert allemaal de revue.
Sinds enkele weken mogen de krantenlezers zowat elke dag een of ander pittig verhaal lezen over hoe slecht de Russen en hun president Poetin wel zijn. Op 10 februari toont De Standaard hoe verdorven Poetin is. Hij haalt snel ‘zijn’ luxeyacht Graceful terug uit Hamburg voor de stoute Europeanen er westerse sancties op kunnen leggen. Dat yacht zou een van de meest luxueuze ter wereld zijn.
Een luxeyacht als een ander
Menig Amerikaans, Russisch, Arabisch, Brits (vul zelf aan)… oligarch zal bij een dergelijke bewering in zijn vuistje lachen. Eender welk lukraak bezoek aan Cannes of Venetië toont immers yachts die veel groter zijn. Niet alle miljonairs op aarde zijn extravert, maar zij die hun weelde wel graag tentoonspreiden zijn er genoeg.
Wie tussen zijn party-perikelen door ook even zal grinniken is Brits eerste minister Boris Johnson. Die liet in juli 2021 voor 250 miljoen pond (296 miljoen euro) een yacht bestellen als officieel staatssymbool ’to showcase what we have to offer’. Met niets dan goede intenties, uiteraard.
Het luxeyacht Graceful op het Kielkanaal richting thuishaven Kaliningrad op 7 februari 2022 (1:03):
Het yacht Graceful is waarschijnlijk eigendom van de Russische overheid, hoewel het ook een ‘gift’ zou kunnen zijn van een of ander oligarch. President Poetin maakt er sinds 2014 gul gebruik van. Want, ‘dat Poetin op luxe gesteld is, is een publiek geheim’. Nu ja, dat heeft hij dan alvast gemeen met tientallen staatsleiders, waaronder veel westerse bondgenoten.
Maar ‘publiek geheim’? President Poetin doet wat elk staatsleider doet, een positief imago van zijn land verspreiden. Zijn zogezegde voorliefde voor luxe is allesbehalve geheim, hij belijdt ze openlijk ’to showcase what we have to offer’.
Bron van dat ‘geheim’ is dissident Aleksey Navalny. Zijn ‘grootste geheim van Poetin’ bleek een corrupte deal te zijn van lokale politici en zakenmannen waar Poetin niets mee te maken had, nooit bij betrokken was geweest, nooit op bezoek was geweest en dat bovendien buiten de ruwbouw nog compleet onaf is (wegens dispuut tussen de corrupte bouwpartners ter plaatse). Wie de moeite wil doen om het even te dubbelchecken, vindt de nodige informatie wel. Je moet dat dan wel willen.
Wat je van Navalny’s politieke ideeën verder mag denken (en die zijn allesbehalve democratisch), hij wordt zeer onwaardig mishandeld in een Russische gevangenis – maar toch nog niet zo erg en zeker niet zo lang als die andere politieke dissident, Julian Assange in Belmarsh Prison (waar De Standaard en alle andere Belgische media zedig over zwijgen, maar we wijken af) die levenslang riskeert in ’the land of the brave and the free’.
Poetin wil zijn yacht blijkbaar niet kwijt en haalt het snel weg voor westerse sancties ‘zijn’ schip aan de ketting leggen. Tja, dat yacht is naar Hamburg gevaren voor herstellingen toen dat gevaar voor sancties reeds even reëel was als nu. En eenmaal die herstellingen gedaan vaart dat schip logischerwijze terug naar zijn thuishaven. In feite dus niets speciaals te melden. Hoe komt een krant er trouwens bij om dat verhaal op te vissen? Zelf opgezocht? Toevallig gevonden? De vraag stellen is ze beantwoorden.
Russische spierballen in iemand anders achtertuin
Hoort het stuk over die yacht nog thuis in de roddelrubriek van sensatieblaadjes, ideologisch meer gedreven is het artikel Rusland laat de spierballen rollen in de achtertuin van de VS van de dag ervoor. De historische betekenis van ‘de achtertuin van de VS’ wordt in het artikel verder buiten beschouwing gelaten. Er zijn nu eenmaal limieten aan de beschikbare bladruimte. Voor de geschiedenis van die achtertuin heb je aan een volledige krant niet genoeg, dit even terzijde.
Het artikel begint met een kanjer van een mythe die in oktober 2022 60 jaar dappere volharding zal kunnen vieren. Tot vandaag wordt de ware dimensie van de rakettencrisis van 1962 genegeerd. Wie wil kan het nochtans vinden, het staat gewoon in alle rapporten en documenten van de VS – je hoeft er niet voor naar de archieven van de Sovjet-Unie.
Alleen de VS hebben het recht kernwapens te plaatsen waar ze willen op aarde, de Sovjet-Unie heeft dat recht niet. Daar ging de crisis van 1962 in Cuba over en in feite gaat het daar nog steeds over, nu in Oekraïne.
De plaatsing van kernraketten – of eerder de poging tot, het is bij draagraketten gebleven, de kernwapens zelf zijn er nooit aangekomen – door de Sovjet-Unie op Cuba was een reactie, géén actie, op de plaatsing van kernraketten door de VS in Italië en Turkije één jaar eerder, nog beslist door president Eisenhower, die Moskou rechtstreeks bedreigden.
Eerder dan een bewijs te leveren van verstandig en koelbloedig optreden van de VS toonde die crisis dat de VS bereid waren tot een kernoorlog om een leidend principe van de internationale verhoudingen vast te leggen. Alleen de VS hebben het recht kernwapens te plaatsen waar ze willen op aarde, de Sovjet-Unie heeft dat recht niet. Daar ging die crisis over en in feite gaat het daar nog steeds over, nu in Oekraïne.
Op naar Venezuela
Op de recente uitspraken van een Russisch minister dat Moskou militaire versterking zou sturen naar Venezuela en Cuba werd aanvankelijk schamper gereageerd in de VS. Terecht, om ooit op een min of meer zelfde niveau aanwezig te zijn in Latijns-Amerika als de VS zal Rusland heel veel tandjes moeten bijsteken, en die tandjes heeft Rusland niet.
Maar goed, “analisten betoogden dat Rusland wel degelijk een belangrijke factor blijft in Latijns-Amerika, en zo de VS ook in hun eigen geografische invloedssfeer danig kan jennen”. ‘Blijft’. Ik heb blijkbaar de voorbije 50 jaar iets gemist.
Dat in Nicaragua een autoritair regime met frauduleuze verkiezingen heerst met een aantal niet onbelangrijke sociale nuances, daar is zowat iedereen het over eens, wat de politieke oppositie allesbehalve ‘democratisch’ maakt. Integendeel, zij staan te trappelen om het huidige anti-westerse corrupte regime te vervangen door een pro-westers corrupt regime. Zoals overigens in Oekraïne is gebeurd in 2014 (na een eerste poging in 2004).
Bij het artikel prijkt een foto van Poetin met Nicaraguaans ‘dictator’ Daniel Ortega. Ik moet de eerste foto nog vinden waar Westerse staatshoofden de voorbije dertig jaar werden geportretteerd naast frauduleus verkozen presidenten in Honduras, Paraguay, Bolivia, Guatemala, Peru, Ecuador, Colombia… met de eretitel ‘dictator’ voor hun naam.
In Haïti is sinds de eerste verkiezing van Jean-Bertrand Aristide in 1994 geen enkele president eerlijk verkozen. Dictator? Ik beperk me dan nog tot Latijns-Amerika.
Venezuela is een ander verhaal dat niet te vergelijken valt met Nicaragua. Dat Hugo Chávez militair materiaal begon te kopen in Rusland en dat zijn opvolger Nicolás Maduro dat beleid verder zit klopt als een bus. Feiten. Alleen… waarom is dat zo?
Zou het er iets mee te maken hebben dat de tot dan grootste wapenleverancier (en grootste olieklant) weigerde nog wapens te verkopen aan een ‘regime’ dat zijn oliewinsten niet langer versaste naar buitenlandse oliemaatschappijen en hun plaatselijk collaborerende oligarchie? Dat beide presidenten nog veel meer miljarden van die oliewinsten verkwistten aan sociale programma’s?
‘Strijd tegen de drugshandel’
In Nicaragua heeft Rusland een opleidingscentrum gestart dat zich “officieel tot doel stelt de drugsmokkel te bestrijden” maar volgens De Standaard vooral een spionagecentrum is ten dienste van dictator Daniel Ortega.
Dat zal zeker kloppen. Per slot van rekening heeft Latijns-Amerika een zéér lange traditie van ‘drugsbestrijding’ als cover voor gruwelijke moordpartijen in zowat alle Latijns-Amerikaanse landen. Colombia is het meest gruwelijke voorbeeld, maar helemaal niet het enige.
Een van de eerste beslissingen die president Correa van Ecuador en president Morales van Bolivia namen bij hun allereerste verkiezing was het aan de deur zetten van het Drug Enforcement Agency (DEA), het agentschap van de VS-overheid voor drugsbestrijding die volgens Correa en Morales spionagecentra waren geweest voor de presidenten en de regimes voor hen. Niets nieuws onder de Latijns-Amerikaanse zon dus.
Tweemaal hebben Russische Tupolev-bommenwerpers vanuit Venezuela het Colombiaans luchtruim geschonden. Tweemaal! Ook dat klinkt bekend. Venezuela klaagt immers al jaren de wekelijkse schendingen aan van hun luchtruim door Colombiaanse toestellen en van hun grensoverschrijdingen door grondtroepen. Hetzelfde met Amerikaanse en Nederlandse gevechtsvliegtuigen en marineschepen langs de Atlantische Kust (wat Nederland daar doet, zoek het zelf even op).
Een ‘rules based order’
Het houdt niet op. Rusland heeft zowaar een nucleair aangedreven vliegdekschip en fregatten naar de Caraïben gestuurd voor oefeningen. Dat doet Rusland in internationale wateren waar het land volgens het zeerechtverdrag UNCLOS het volste recht toe heeft, zolang ze de gewone scheepvaart niet storen (waar Rusland zich scrupuleus aan houdt – het laatste wat Rusland wil is incidenten).
Er is een ander land dat eveneens aan de andere kant van de wereld maritieme oefeningen houdt en daarbij het UNCLOS-verdrag op vrije doorvaart van ander maritiem verkeer voortdurend schendt. Meer nog, dit land heeft nooit het UNCLOS-verdrag erkend, maar eist tegelijk wél een ‘rules based order’. De geïnformeerde lezers van deze website weten over welk land en welke zee ik het heb.
Cuba dan, dat lag jarenlang aan een ‘Sovjethulpsonde’ tot aan het einde van de Koude Oorlog. Een derdewereldland dat volledig afhankelijk is van financiële en logistieke steun van een grootmacht, ook dat klinkt heel bekend.
Vraag aan de Argentijnen, Chilenen, Brazilianen, Colombianen, Venezolanen (! voor Chávez), aan élke Latijns-Amerikaan wat ze van de sociale voorwaarden van IMF- en Wereldbank-hulpsondes vinden.
Rusland stelt economisch niet veel voor
Maar goed, het zal allemaal zo’n vaart niet lopen. Helemaal achteraan in het artikel wordt een en ander toch enigszins naar zijn ware dimensie herleid. “Hoewel we niet moeten vrezen voor een terugkeer naar de Koude Oorlog, heeft Rusland nieuw gewicht gekregen in Latijns-Amerika”.
Bovendien, Moskou stelt economisch weinig voor in de regio, zeker in vergelijking met China en de VS. Maar pas op, Rusland heeft er zowaar 18 ambassades. Ambassades zijn zowat de meest normale gang van zaken in internationaal verkeer, naar nogmaals, zo klinkt het blijkbaar beter.
Overigens heeft Latijns-Amerika ruime historische ervaringen met de politieke activiteiten van ambassades op eigen bodem. Het grapje is bekend: “Waarom er is nog nooit een staatsgreep gepleegd in de VS? Omdat ze daar geen Amerikaanse ambassade hebben.”
Afsluitende coda is “het feit dat Rusland in meerdere landen in de regio goed aangeschreven staat. Dat is een dreiging die de VS ernstig moeten nemen: Moskou steekt hen in diplomatieke en veiligheidskwesties op meerdere fronten de loef af.”
Waar zou in hemelsnaam die goede faam toch aan de wijten zijn? En waarom is ‘goed aangeschreven staan’ een ‘dreiging’? Voor wie, voor wat?
Laat ik dat laatste citaat omtalen: “Rusland staat in de regio niet zo slecht aangeschreven als de VS. Dat hebben we niet aan Rusland maar aan onszelf en onze geschiedenis hier te wijten.”
Een andere titel?
Wie de laatste alinea’s leest moet eigenlijk besluiten dat een andere titel veel gepaster was geweest: “Rusland slaagt er nauwelijks in voet aan de grond te krijgen in achtertuin VS”. Wat is met andere woorden de relevantie van dergelijke artikels?
De huidige berichtgeving over Oekraïne en Rusland is propaganda. Dit zijn van die historische momenten waarop de media even de schijn laten varen en openlijk een kant kiezen, zonder dat met zoveel woorden te zeggen.
Zo bereiden zij de bevolking voor op de mogelijkheid van een oorlog tussen de twee grootste kernmachten op aarde. Net nu wanneer enige afstandelijkheid en redelijkheid zou moeten gelden.
De historische lessen van de eerste Koude Oorlog zijn niet doorgedrongen in de mainstream redacties. In die eerste Koude Oorlog stond de Sovjet-Unie er bovendien alleen voor – en is er daarom ook aan ten onder gegaan. China was toen een vijand van Rusland, maar stelde militair niet zoveel voor.
In deze Koude Oorlog drijft het westers gestook Rusland volledig in de handen van China, het land dat binnen enkele jaren de grootste economie ter wereld wordt.
En zo komen we bij de echte redenen terecht voor de huidige spanningen. Het vrije Westen kan eerlijke concurrentie op een vrije wereldmarkt niet aan en grijpt daarom naar het enige wapen dat nog overblijft: militaire overmacht.
Gevaarlijk, zéér gevaarlijk…