De motie die de Stad Luik op 24 april heeft goedgekeurd is een juridisch uitstekend onderbouwde tekst, die als inspiratie kan dienen voor andere lokale besturen. De tekst vat immers alle argumenten samen waarom samenwerking met apartheid, bezetting en kolonisatie in Israël en de Palestijnse bezette gebieden onverenigbaar is met het internationaal recht, VN-resoluties, het recht op zelfbeschikking der volkeren en de verdragen over de mensenrechten.
De tekst van de motie van de Stad Luik is geschreven in de droge juridische stijl die dergelijke initiatieven kenmerkt. Deze aanpak streeft maximale bondigheid na en weert emotioneel of subjectief taalgebruik.
Enkel de concrete juridische elementen worden opgesomd. Je kan deze motie lezen als een akte van beschuldiging voor een rechtbank, wat uiteindelijk ooit de bedoeling is.
Sinds eerste minister Benjamin Netanyahu terug aan de macht is, zetelen meerdere geradicaliseerde zionisten in zijn regeringsploeg als minister. Zijn aanpak om het juridisch apparaat te hervormen en het extreem reactionaire beleid van zijn ministers leidt tot veel protest in de Joods-Israëlische gemeenschap, die zijn democratische rechten in gevaar ziet.
Voor deze aanpak krijgt de Israëlische regering veel kritiek in het buitenland. Hierbij mag echter niet uit het oog worden verloren dat er voor de Palestijnse bevolking niets verandert en dat de repressie gewoon doorgaat.
Dat het bezettingsapparaat nu minder moeite doet om zijn misdaden te verbergen is voor hen niet meer dan een accentverschil, het concrete resultaat blijft hetzelfde.
Bovendien laten de Joods-Israëlische betogers geen enkele verwijzing naar de schending van de democratische rechten van de Palestijnse bevolking toe tijdens hun acties.
De initiatieven van steden als Barcelona, Oslo en Luik zijn een voorbode van wat nog komen gaat. Het wordt onvermijdelijk dat meer en meer lokale besturen gelijkaardige initiatieven zullen nemen, terwijl nationale regeringen volledig onwillig blijven om de permanente schendingen van de rechten van het Palestijnse volk te erkennen.
Dit toont aan hoe groot de kloof is geworden tussen de publieke opinie over Palestina enerzijds en de nationale regeringen en de mainstream media anderzijds.
Deze alinea uit de motie vat de urgentie van deze initiatieven het best samen: “Overwegend dat alle diplomatieke kanalen zonder succes werden ingezet om de staat Israël in overeenstemming te brengen met het recht, en dat het derhalve passend is sancties tegen deze Staat te treffen zolang zij het internationaal recht schendt.”
Hierbij volgt de Nederlandse vertaling van de motie van de Stad Luik (vertaling Jan Reyniers):
Motie goedgekeurd door het bestuur van de stad Luik op 24 april 2023
De Stad Luik moet haar steun aan het Palestijnse volk versterken door de banden met het Israëlische apartheidsregime te verbreken, gezien het besluit van de burgemeester van Barcelona van 9 februari 2023 om “de betrekkingen met de staat Israël en met de officiële instellingen van deze staat – met inbegrip van de jumelage-overeenkomsten met het stadsbestuur van Tel Aviv – tijdelijk op te schorten totdat de Israëlische autoriteiten een einde maken aan het systeem van schendingen van de rechten van het Palestijnse volk en de verplichtingen die hen door het internationaal recht en de verschillende resoluties van de Verenigde Naties worden opgelegd, volledig naleven.”
Gezien de historische motie van concrete solidariteit met het Palestijnse volk van 27 mei 2021, aangenomen door de Stad Luik, besluit (de stad Luik):
- om haar steun te bevestigen aan het Palestijnse volk dat lijdt onder de apartheid, de kolonisatie en de militaire bezetting door de Staat Israël;
- om haar steun aan de Palestijnse geweldloze en antiracistische BDS-campagne (boycot, desinvestering en sancties) te bevestigen;
- om elke onderneming die banden heeft met of een rol speelt in de bezetting van Palestina uit te sluiten van haar overheidsopdrachten, met inachtneming van de verplichtingen van lokale overheden om de mensenrechten te bevorderen in hun commerciële transacties en van de verplichtingen die voortvloeien uit de Belgische en Europese wetgeving inzake overheidsopdrachten;
Gelet op Resolutie 242 van de VN-Veiligheidsraad van 22 november 1967, waarin het verwerven van grondgebied door oorlog wordt veroordeeld, waarin wordt opgeroepen tot terugtrekking van de Israëlische strijdkrachten uit de bezette Palestijnse gebieden en waarin de territoriale onschendbaarheid en de politieke onafhankelijkheid van elke staat in de regio worden bevestigd
Gelet op Resolutie 2334 van de VN-Veiligheidsraad van 23 december 2016
- herbevestigt (de stad Luik) dat de vestiging door Israël van nederzettingen in de sinds 1967 bezette Palestijnse gebieden, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, geen rechtsgrondslag heeft, een flagrante schending van het internationaal recht is en een belangrijk obstakel vormt voor de verwezenlijking van de tweestatenoplossing en de totstandbrenging van een alomvattende, rechtvaardige en duurzame vrede;
- eist opnieuw dat Israël onmiddellijk en volledig alle nederzettingsactiviteiten in de bezette Palestijnse gebieden, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, stopzet en al zijn wettelijke verplichtingen in dit verband volledig nakomt; benadrukt dat geen andere wijzigingen van de grenzen van 4 juni 1967 zullen worden erkend dan die waarover de partijen via onderhandelingen overeenstemming hebben bereikt, ook met betrekking tot Oost-Jeruzalem;
- veroordeelt alle maatregelen tot wijziging van de demografische samenstelling, het karakter en de status van het sinds 1967 bezette Palestijnse gebieden, met inbegrip van Oost-Jeruzalem, waaronder de bouw en uitbreiding van nederzettingen, de overbrenging van Israëlische kolonisten, de inbeslagname van land, de vernietiging van huizen en de ontheemding van Palestijnse burgers, in strijd met het internationale humanitaire recht en de desbetreffende resoluties.
Overwegend dat tientallen VN-resoluties nog steeds door de staat Israël worden geschonden gedurende vele jaren;
Overwegend dat de Oslo-akkoorden van 1993, die moesten leiden tot een geleidelijke autonomie van de bezette Palestijnse gebieden, door Israël niet worden nageleefd;
Overwegend dat meer dan 750.000 Palestijnen bij de oprichting van de Staat Israël uit hun huizen zijn verdreven en dat zij of hun nakomelingen nog steeds geen recht op terugkeer hebben en in veel gevallen staatloos zijn;
Overwegend dat momenteel ongeveer 650.000 kolonisten zich illegaal op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem bevinden;
Overwegend dat de Palestijnen die onder Israëlische bezetting of binnen de Israëlische grenzen leven echte “tweederangsburgers” zijn omdat zij niet dezelfde rechten genieten als de kolonisten en de Joodse Israëli’s;
Overwegend dat Israël zichzelf in 2018 een “basiswet” heeft toegekend die zichzelf definieert als het “huis van het Joodse volk”;
Overwegend dat John Dugard – een Zuid-Afrikaanse hoogleraar internationaal recht, lid van de Waarheids- en Verzoeningscommissie bij het einde van het Apartheidsregime in Zuid-Afrika en speciaal rapporteur voor de mensenrechten op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook – in 2007 heeft verklaard dat vele Israëlische wetten en praktijken in strijd zijn met het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie van 1966, en dat Israël sinds 2015 voor het Internationaal Gerechtshof kan worden berecht wegens de misdaad van apartheid;
Overwegend de bevestiging van internationale organisaties zoals Human Rights Watch, Amnesty International of de Israëlische ngo B’Tselem en verscheidene VN-deskundigen dat de staat Israël zich schuldig maakt aan de misdaad tegen de menselijkheid die apartheid is;
Overwegend het masterplan van de Israëlische regering voor Jeruzalem, dat erop gericht is het aantal Palestijnen dat in de stad woont tot een minimum te herleiden;
Overwegend dat in februari 2023 het hoogste maandelijkse aantal gesloopte bouwwerken in Oost-Jeruzalem werd uitgevoerd sinds april 2019 en in totaal 36 structuren werden gesloopt, tegenover een maandelijks gemiddelde van 11 in 2022. Zoveel gezinnen ontheemd en getraumatiseerd;
Overwegend het feit dat in de Gazastrook twee miljoen Palestijnen sinds 2006 in benauwde omstandigheden leven, opgesloten in een openluchtgevangenis en onder embargo;
Overwegend dat de bombardementen op de Gazastrook in 2008, 2012, 2014, 2021 en 2022 meer dan 5.000 Palestijnse slachtoffers hebben gemaakt en de basisinfrastructuur hebben vernietigd, waardoor een humanitaire ramp werd veroorzaakt;
Overwegend dat deze feiten voor het Internationaal Strafhof (ICC) aanleiding waren om in maart 2021 een onderzoek in te stellen naar vermeende oorlogsmisdaden in de bezette Palestijnse gebieden;
Overwegend dat de operaties van het Israëlische leger ook infrastructuur en ondersteunde projecten vernietigen die door andere staten, waaronder België, worden gesteund en gefinancierd;
Overwegend de oproep van honderden maatschappelijke organisaties uit Palestina, Israël en de rest van de wereld om steun te verlenen aan de Palestijnse, geweldloze en antiracistische BDS (Boycot, Desinvesteren, Sanctie);
Overwegend de nieuwe extreem-rechtse Israëlische regering van Benjamin Netanyahu, die de rechtsstaat verder terugdraait en een gevaarlijke en moorddadige escalatie uitlokt die het voortbestaan van Palestina in gevaar brengt;
Overwegend de versnelling en het geweld van de Israëlische militaire invallen op de Westelijke Jordaanoever, met name in Jenin en Nabloes, waar het aantal doden dag na dag blijft toenemen;
Overwegend dat sinds begin 2023 op de Westelijke Jordaanoever meer dan 80 Palestijnen, waaronder kinderen, door de Israëlische bezettingstroepen werden vermoord;
Overwegend de houding en uitspraken van ministers als Bezael Smotrich, die zichzelf als “homofobe fascist” bestempelt en het bestaan van het Palestijnse volk ontkent, of Itamar Ben-Gvir die de Palestijnse vlag verbiedt;
Overwegend dat kolonisatie, illegale militaire bezetting en apartheid rode lijnen van het internationaal recht zijn die Israël decennialang onverdroten en volledig straffeloos blijft overtreden;
Overwegend dat alle diplomatieke kanalen zonder succes werden ingezet om de staat Israël in overeenstemming te brengen met het recht, en dat het derhalve passend is sancties tegen deze Staat te treffen zolang zij het internationaal recht schendt;
Overwegend de verklaring van 22 joodse verenigingen in 15 landen die het besluit van de burgemeester van Barcelona hebben toegejuicht om de banden met Israël, met de bevestiging dat “wij het structurele geweld van de apartheid niet mogen normaliseren”;
Overwegend ook de bestaande stedenband tussen de Stad Luik en de Palestijnse Stad Ramallah;
Heeft de gemeenteraad van de stad Luik besloten de betrekkingen met de Staat Israël en met de Israëlische medeplichtige instellingen tijdelijk op te schorten tot de Israëlische autoriteiten een einde maken aan het systeem van schendingen van de rechten van het Palestijnse volk en ze hun verplichtingen voor het internationaal recht en de verschillende VN-Resoluties volledig nakomen.