Paniek bij de N-VA: “we redden het niet meer alleen”

Een hechte ploeg, maar overlopers hebben ook regeerambities. Foto: n-va.be

FacebooktwitterFacebooktwitter

Volgens mainstream mediaberichten, naar aanleiding van een Humo-interview met Bart De Wever, wil de N-VA overlopers uit CD&V en Open VLD welkom heten voor ‘een grote, brede politieke formatie die de Vlaamse volkswil vertolkt’. Waar dit over gaat? De N-VA is er niet gerust op. Ondanks snoeiharde moddercampagnes blijven de peilingen negatief voor de N-VA (en voor Open VLD en CD&V).

De N-VA stelt het aanbod om overlopers uit CD&V en Open VLD met open armen te ontvangen voor als een vernieuwingsoperatie, niet gestoord door het nuchtere feit dat overlopers van andere partijen binnenhalen zowat het summum van oude en belegen politiek is.

Overloperij is net één van de redenen waarom het politiek bestel alle geloofwaardigheid verliest en zo diep wordt gewantrouwd door een groot deel van de publieke opinie die deze praktijk terecht als plat opportunisme verwerpt.

Een nieuwe conservatieve volkspartij zou vanzelf 40 procent halen, volgens De Wever. Volgens Theo Francken zou het gaan over “een grote, brede politieke formatie die de Vlaamse volkswil vertolkt.”

De ‘volkswil’, begrip met een verleden

Francken heeft minder schroom om historische termen met een bruin verleden als ‘de volkswil’ te gebruiken. Een dergelijke formatie zou dus in het beste geval 60 procent van de Vlamingen niet vertegenwoordigen, blijkbaar geen probleem om van ‘volkswil’ te spreken.

Met die ‘volkswil’ is overigens nog meer mis. Het gaat uit van de idee dat al wie voor een bepaalde partij stemt automatisch over ongeveer alles identiek hetzelfde zou denken. Hoe juist die veronderstelling is blijkt al uit een van de hoofdeisen van het N-VA-Vlaams Belangproject: het ideaal van een onafhankelijke Vlaamse staat.

Theo Francken weet wat het volk wil. Foto: wikadvisor21/CC BY-SA 4:0

Zelfs de meest gunstige peilingen geven onafhankelijkheid bij Vlamingen hoogstens 20 procent, ongeveer de helft van alle kiezers van N-VA en Vlaams Belang. Het is trouwens allesbehalve uitgemaakt of die 20 procent voorstanders uitsluitend kiezers voor die twee partijen zouden zijn.

In ieder geval is het ook voor de twee partijen van deze ‘volkswil’ een feit: minstens de helft van hun eigen kiezers zijn de Vlaamse onafhankelijkheid niet genegen. Waarom stemmen ze er dan voor? Het antwoord is relatief eenvoudig: ze stemmen voor deze partijen om andere redenen.

Het zijn kiezers die de traditionele partijen beu zijn, om allerlei redenen. Er zijn de overtuigde en goed geïnformeerde kiezers van de N-VA uit de goed opgeleide middenklasse, grote zelfstandigen, ondernemers. Een andere groep N-VA-kiezers, lagere middenklassers, zijn even overtuigd maar niet altijd goed geïnformeerd.

Wie het programma van de partij ook maar een beetje kent kan niet vatten waarom werknemers uit de zorgsector of het onderwijs voor deze partij zouden stemmen. Toch gebeurt het, wat alles te maken heeft met de morele ontbinding van de traditionele partijen.

Dan zijn er ook nog de kiezers die omwille van ‘de Vlaamse strijd’ voor de N-VA stemmen. Ook die kiezers worden de facto niet gediend door de partij waar ze voor stemmen.

Tijdens vier jaar deelname aan de federale regering als grootste partij van de coalitie met slechts één Franstalige partij die slechts 20 procent van de Franstalige kiezers vertegenwoordigde – geen democratisch probleem voor de N-VA – heeft de N-VA niets gedaan om de weinige nog openstaande twistpunten van het Belgisch model op te lossen, als daar zijn de ééntaligheid van hulpdiensten, politie en hospitalen in het Brussels Gewest.

Zie Waarom N-VA en Vlaams Belang ‘transfers’ naar Wallonië en Brussel best OK vinden

Voor commentaar, zie de link hierboven. Beeld: n-va.be

De N-VA wil deze taalproblemen niet opgelost zien. Die moeten blijven, als argumenten om het land te splitsen. Bovendien, buiten Brussel en de rand rond Brussel ligt men daar in de rest van Vlaanderen niet van wakker, ook niet in de lokale N-VA-afdelingen. Echt schadelijk is die ‘Vlaamse’ inactie dus niet.

De regenstorm van 2021 in de Vesdervallei heeft verder een heel andere invulling gegeven aan de ‘volkswil’ in Vlaanderen dan wat Francken ermee bedoelt. Die Vlaamse solidariteit is twee jaar later nog steeds niet verdwenen.

Vlaamse solidariteit met Waalse medemensen (6:44):

Peilingen, een bizar fenomeen

Om veertig procent te claimen voor een ‘brede conservatieve volkspartij’ baseert De Wever zich op de cijfers van de peilingen. Peilingen zijn een bizar politiek fenomeen.

Sinds ze bestaan, zeker sinds ze vaste ingrediënten zijn geworden van de mediabuzz van de dag, werden ze al even vaak tegengesproken als bevestigd door verkiezingsresultaten.

Politici en partijen staren als de spreekwoordelijke motten of konijnen naar het lichtbaken van die peilingen in plaats van te doen wat ze zouden moeten doen: een visie op de maatschappij ontwikkelen en uitdragen die ze dan als keuze aan de kiezers aanbieden. Peilingen geven hoogstens tendensen aan – en zelfs dat is onzeker.

Zie ook: Mediapeilingen zijn relevant, niet om de redenen die ze zelf geven, en Waarom ernstige peilingen zeer zeldzaam zijn

Als een peiling je niet bevalt, organiseer je een andere die het tegendeel bewijst (uit de Britse serie Yes, Prime Minister) (02:17):

Partijen worden machtsapparaten

Ook politieke partijen zijn een bizar maatschappelijk verschijnsel. Ze ontstonden meestal ooit rond een bepaald gedachtengoed, als strijdorgaan om politieke druk uit te oefenen.

Eenmaal machtsuitoefening in de vorm van regeringsdeelname behaald werd veranderen partijen geleidelijk in instellingen die strijden voor dat machtsbehoud, waarbij de ideeën langzaam naar de achtergrond verdwijnen, soms zelfs helemaal afgezworen worden.

De personen binnen die partijstructuren voor wie machtsuitoefening de enige beweegreden is om de partij te vervoegen en om politiek te bedrijven nemen het voortouw in de evolutie van de partij naar een machtsapparaat voor het voeren van verkiezingsstrijd en het winnen van verkiezingen.

Het is niet alleen de drie traditionele partijen overkomen, ook nieuwkomers als de Volksunie (VU) en later de groenen hebben dezelfde evolutie ondergaan. De Volksunie is aan machtsdeelname kapot gegaan.

Nu de Vlaamse en de federale verkiezingen samenvallen (wat in 2003 niet het geval was, zodat de groenen nog konden herstarten via het Vlaams Parlement) dreigt dat scenario in 2024 ook voor de groenen.

Neoliberaal paradijs aan de Schelde

De N-VA is in die evolutie een buitenbeentje (een beetje). Enerzijds kent de partij dezelfde evolutie als de andere partijen naar een strategie voor permanente machtsuitoefening. Anderzijds zitten in deze partijen ook radicale denkers voor wie het bereiken van bepaalde doelstellingen belangrijker is dan het voortbestaan van dat partijorgaan.

Vind jij peilingen geloofwaardig. Je mag alleen antwoorden met Ja-Neen-Ik weet het niet. nee. Foto: pixabay.com

Ook heel ‘nieuw’ is deze partij in de openlijke aanhorigheid bij hun echte bondgenoten: de grote bedrijven, in het bijzonder de privé-bedrijven die staan te popelen om de overheidsdiensten over te nemen, de kinderopvang, de seniorenzorg, het openbaar vervoer. Zij zijn er niet de knechten van, er komt geen dwang bij kijken, dit gaat over een organisch geheel van gelijkdenkenden.

Voor hen is de ultieme droom een eigen Vlaamse staat. Zij zien Vlaanderen als neoliberaal paradijs aan de Schelde, waarin het zal volstaan een nipte meerderheid van de bevolking electoraal achter zich te houden, terwijl de rest hen ten dienste zal staan met lonen en werkomstandigheden die hen door hun bazen worden opgelegd, vrij van vakbonden.

Net als het Vlaams Belang spreekt de N-VA ook kiezers aan die zich in de steek gelaten voelen, die bijvoorbeeld niet begrijpen dat een vluchteling zomaar steun en een woning krijgt toegewezen terwijl zij moeten wachten op hun sociale woning, zoals hun N-VA- en Vlaams Belangpolitici voortduren herhalen.

Dat eerste punt klopt niet, dat tweede wel. Ze hebben het te wijten aan de fanatiek liberale partij waar ze voor stemmen. Maar zoals de N-VA als geen andere partij weet: niet de feiten tellen, perceptie is alles.

De Amerikaanse Republikeinse president Nixon was de eerste die inzag dat de beste strategie om kiezers te laten kiezen tegen hun eigen belangen er in bestaat van verkiezingen een keuze over ‘waarden’ te maken: harde aanpak van drugsgebruik (een verdoken vorm van racisme, sinds openlijk racisme niet meer kan), tegen abortus en euthanasie, tegen LGBTQI, met een exclusieve focus op vluchtelingen en migranten…

Je kan de N-VA vergelijken met de Republikeinse Partij: een los verband dat enkel samenhangt om macht te verwerven, een samengaan van rechtse politici die als geen ander begrijpen dat ze de taal van het volk moeten spreken om dat volk te overtuigen tegen zijn eigen belangen te stemmen.

De N-VA gebruikt dezelfde strategie als de Republikeinen, om de aandacht af te leiden van de echte oorzaken van de diepe maatschappelijke malaise: veertig jaar neoliberale afbraak van alle overheidsdiensten en sociale voorzieningen, exorbitante winsten van multinationals, fiscale miljardenfraude, delokalisering van de industrie naar lageloonlanden, dalende koopkracht, toenemende werkonzekerheid.

De N-VA is doelbewust dubbelzinnig over een mogelijke Vlaamse bestuurscoalitie met het Vlaams Belang, om de andere partijen onder druk te zetten, niet omdat ze echt een dergelijke coalitie zouden willen. Men mag ze zeker niet helemaal uitsluiten, maar de kans dat de partij er in zou stappen is kleiner dan de perceptie die er rond wordt gecreëerd.

Het N-VA-dilemma

Er is nog een heel andere reden waarom de N-VA uitkijkt naar een ‘brede conservatieve volkspartij’. De Wever en consoorten zijn niet happig op een Vlaamse regering met een parlementaire meerderheid N-VA en Vlaams Belang (die niet op een meerderheid van stemmen zal gebaseerd zijn, maar op een meerderheid van verkozenen dankzij de tekortkomingen van het proportionele kiesstelsel).

Als dat scenario zich voordoet zou de N-VA immers niet de grootste van de twee coalitiepartners zijn. Tweede viool spelen achter het Vlaams Belang, daar passen de tenoren van de N-VA voor. Dan zullen ze immers verpletterd worden onder de pletwals van wat het Vlaams Belang van plan is met een Vlaamse regering.

Maar het alternatief is al even onaantrekkelijk. Nipt samen een parlementaire meerderheid halen met het Vlaams Belang en dan toch in een coalitie stappen met CD&V, Open VLD en/of Vooruit betekent opnieuw vijf jaar harde aanvallen van de grootste oppositiepartij.

Het Vlaams Belang vreest ondertussen het doemscenario van net-geen-parlementaire-meerderheid samen met de N-VA. Het betekent dat regeren opnieuw vijf jaar wordt uitgesteld. Voor de huidige generatie aan de top wordt dat een sof, dit is immers hun laatste kans, maar vooral: hoe reëel is dat streven naar machtsuitoefening dan nog, na er meer dan dertig jaar naar gestreefd te hebben?

De zoektocht van N-VA naar een brede alliantie is vooral een poging tot machtsbehoud van een partij die vreest voor een tweede maal op rij stemmen te verliezen.

De Standaard 30 augustus 2023, pagina 10 (Foto LV)

In het Standaard-artikel ‘N-VA zoekt overlopers uit Open VLD en CD&V voor brede alliantie’ staat de essentie helemaal op het einde in de kleine letters: ‘…de N-VA (die) volgens de peilingen net zo goed als CD&V en Open VLD in een krimpscenario zit’.

De titel van het artikel ‘N-VA zoekt overlopers uit Open VLD en CD&V voor ‘brede alliantie’ zou evengoed kunnen zijn: ‘N-VA zoekt net als Open VLD en CD&V uitweg voor krimpscenario 2024’.

Coalitie N-VA en Vlaams Belang? Niet onvermijdelijk

Heel wat kiezers aan de progressieve zijde van het politieke spectrum denken dat een extreemrechtse overwinning en een Vlaamse regeringscoalitie van N-VA en Vlaams Belang onvermijdelijk is geworden.

Dat is niet zo. Eerst en vooral zal het van zeer kleine percentages achter de komma afhangen of beide partijen samen al dan een minderheid van stemmen halen die net groot genoeg is om in het proportionele kiesstelsel van de zetelverdeling per provincie nipt een parlementaire meerderheid te behalen.

Het volstaat met andere woorden dat de progressieve strijd tegen de verrechtsing er in slaagt dit scenario nipt te voorkomen met een klein verschil aan stemmen. Dat maakt andere bestuurscoalities, bijvoorbeeld rond een as van Vooruit en N-VA niet bepaald aantrekkelijk, maar het doemscenario is dan alvast van de baan. Vergeet ondertussen niet dat de politieke strijd niet stopt bij of beperkt is tot deelname aan verkiezingen.

Niets is zeker. Stem je politieke betrokkenheid niet af op ‘peilingen’. Trap niet in de perceptieval van rechts. Geloof ook nooit dat je alleen staan met je gedachten. Blijf er voor gaan. Zelfs kleine percentages kunnen het verschil maken.

En pleit voor samenwerking in een of andere vorm van de drie partijen die wel het verschil nog kunnen maken. Dat verschil zal niet van de top komen. Er zijn echter genoeg basismilitanten en kiezers in die drie partijen die vinden dat er een progressief electoraal front moet komen. Iets om over na te denken.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.