Het lukt met het huidige vereiste taalniveau voor nieuwkomers al niet en zal dus ook met deze nieuwe ‘ambitie’ van de Vlaamse regering niet verbeteren. Alleen inleving in de zeer diverse realiteit van nieuwkomers werkt, maar, wil de Vlaamse regering dat wel?
Ik claim geen technische expertise op het vlak van taalonderwijs. Een taal onderwijzen is iets heel anders dan zelf een taal leren. Alleen dat laatste ken ik. Er komt zoveel kijken bij het leren van een taal. Wat ik te bieden heb, is enkel mijn ervaring met mijn eigen taal en het leren van andere talen.
Dit is de ervaring van een Vlaamse middenklasser die zich als volwassene de luxe kon permitteren om tijd te investeren in het aanleren van talen. Bovendien was mijn motivatie heel anders – zeg maar comfortabeler – dan die van nieuwkomers.
Leer je een taal omdat je hoopt daarmee werk te vinden of gewoon uit interesse in cultuur of reizen? Of leer je een taal terwijl je dagelijks nog ontspannen in je eigen taal kunt leven, of terwijl je al gedwongen wordt te werken in een taal die je nog niet volledig beheerst?
Motivatie of omstandigheden
Motivatie is belangrijk, maar leefomstandigheden zijn dat nog veel meer. De meest gemotiveerde taalleerling raakt er niet uit als zij of hij ‘s avonds moe thuiskomt en dan nog voor een gezin moet zorgen. Tijd of fut om naar de les te gaan is er haast niet, laat staan tijd om de voorbije lessen te hernemen, de nieuwe voor te bereiden, enzoverder.
Ik heb het persoonlijke geluk gehad redelijk goed te zijn in het leren van andere talen. Theoretische talen zoals Latijn en Grieks geven me nog altijd inzicht in de structuur en eigenheden van andere talen.
Frans en Engels vertalen, of omgekeerd Nederlands naar die talen, ging me altijd goed af. Maar dat is niet iedereen gegeven. Waarom zou dat voor nieuwkomers anders zijn? Ieders talenten verschillen. Dat is heel normaal.
De jonge jaren zijn allesbepalend. Wie tijdens zijn jeugd inzicht heeft gekregen in de structuur van de eigen taal, heeft een groot voordeel bij het leren van een andere taal.
Bovendien leer je in je jonge jaren andere talen veel vlotter dan als volwassene. Sterker nog, wie in zijn jeugd al een andere taal heeft geleerd, heeft het later als volwassene veel makkelijker om een derde taal te leren dan iemand die pas als volwassene de stap naar een tweede taal zet.
Wie de grammatica van de eigen taal niet kent of zelfs niet weet wat dat begrip inhoudt, kan onmogelijk meekomen met theoretische lessen in een andere taal. Daarnaast zijn veel nieuwkomers niet vertrouwd met ons Latijnse alfabet. Sommigen kunnen ook in hun eigen taal niet goed schrijven.
Kosovo?
Ik heb drie jaar gewerkt voor de UN Mission in Kosovo (UNMIK), van 2005 tot 2008. Tot zijn onafhankelijkheid in 2008 was Kosovo een voormalige provincie van Servië binnen het vroegere Joegoslavië.
Meer dan 85% van de bevolking is etnisch Albanees. Daarnaast zijn er Servische, Bosnische, Turkse, Roma-, Sinti-, Gorani-gemeenschappen en enkele andere zeer kleine taalminderheden.
Over naar het Nederlands
Probeer maar eens het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden uit te leggen aan iemand wiens taal die begrippen niet kent. Hetzelfde geldt voor onze hulpwerkwoorden of gesplitste werkwoorden.
Bijvoorbeeld: “Ik heb hier heel lang gewerkt”, terwijl in de meeste niet-Germaanse talen werkwoorden niet worden gesplitst: “Ik heb gewerkt hier heel hard”.
Daarnaast zijn er veel talen waar persoonlijke voornaamwoorden overbodig zijn, omdat het werkwoord dat via de uitgang duidelijk maakt.
Alsof dat alles nog niet genoeg is, heb je in Vlaanderen nog het probleem van provinciale dialectaccenten. Zowel de huidige Vlaamse minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) als haar voorganger Ben Weyts (N-VA) spreken met een stevig West-Vlaams respectievelijk Brabants accent.
Leer maar Algemeen Nederlands, om vervolgens van je collega’s compleet andere uitspraken te horen of geconfronteerd te worden met onverstaanbare dialectwoorden. Want, alsof het nog niet ingewikkeld genoeg is, moeten al die nieuwkomers die taal gebruiken in interacties met autochtonen die hun eigen taal niet correct hanteren.
Als kers op de taart voorziet de Vlaamse overheid te weinig aangepaste faciliteiten voor taallessen. Een Iraakse tandarts die vloeiend Engels spreekt in dezelfde klas zetten als een Syrische schaapherder die enkel Arabisch schrift kan lezen, is een enorme uitdaging.
Reclame voor taallessen alleen in het Nederlands
Als ik als leek in taalonderricht al zoveel problemen kan detecteren waar nieuwkomers voor staan wanneer ze een andere taal leren, waarom kunnen experten op het niveau van het kabinet van een minister dat dan niet?
Het antwoord is jammer genoeg pijnlijk eenvoudig. Deze nieuwe ambitie van de Vlaamse regering wordt niet gedreven door een verlangen naar betere integratie van nieuwkomers. Het is een poging tot stoere daaddrang die inspeelt op het extreemrechtse discours tegen nieuwkomers.
Dit streven is bovendien gebaseerd op een discriminerende vooronderstelling: dat nieuwkomers gedwongen moeten worden om Nederlands te leren, omdat ze dat uit zichzelf niet zouden willen.
Dit is zeer tragisch, want de werkelijkheid is totaal omgekeerd. Taal leren staat bij elke nieuwkomer hoog op het verlanglijstje. Het zijn de concrete hinderpalen die het voor hen onmogelijk maken.
Willen politici dat dit weer mislukt om dan te kunnen besluiten ‘ze willen niet’? Ik hoop van niet, maar dit nieuwe initiatief van de Vlaamse regering lijkt toch verdacht veel in die richting te gaan.
Note:
1 Etnische Turken die al eeuwen in de regio leven sinds het Ottomaanse Rijk, geen Turken die na WOII naar West-Europa emigreerden.