De Belg Bahar Kimyongür zit binnenkort 100 dagen onder huisarrest in Italië, op uitleveringsverzoek van de Turkse regering. Hoewel hij voor alle beschuldigingen reeds werd vrijgesproken door het Belgisch gerecht, weigert de Belgische regering zijn onmiddellijke vrijlating te eisen.
Bahar Kimyongür (1974) is geboren en getogen in België als kind van Turkse immigranten en heeft de Belgische en Turkse nationaliteit. Zijn ouders behoren tot een minderheid van alawietische Arabieren met etnisch-Syrische wortels. Hij studeerde geschiedenis aan de ULB. Sinds zijn studententijd daar is hij politiek actief. De vervolging door de Turkse staat, waarvan hij het slachtoffer is, duurt reeds meerdere jaren.
Jarenlange juridische strijd
Zijn juridische lijdensweg begon toen hij met de Turkse vlag zwaaide tijdens een bezoek van de Turkse minister van buitenlandse zaken aan het Europees Parlement in 2005. Hij riep daarbij op de Armeense genocide te erkennen. Nadat hij vervolgens een aantal communiqués had vertaald van de DHKP-C, een extreemlinkse Turkse organisatie die op de lijst van terroristische organisaties van de EU staat, werd hij door het Belgisch gerecht beschuldigd van ‘lidmaatschap van een terroristische organisatie’. In 2006 werd hij daarvoor veroordeeld, zowel in eerste aanleg als in beroep.
In 2007 werd dat vonnis door het Hof van Cassatie echter verbroken omdat het Hof de onpartijdigheid van de magistraten in twijfel trok. Een derde proces in 2008 verklaarde hem andermaal onschuldig. In dit vonnis werd bovendien geweigerd de DHKP-C nog langer als terroristische organisatie te erkennen. In 2010 weigerde het Hof van Cassatie uiteindelijk de zaak opnieuw te herbekijken, waardoor het laatste vonnis van 2008 definitief werd.
Tussen deze Belgische processen door werd Bahar in 2006 tijdens een reis aangehouden in Nederland. Het Nederlandse gerecht verklaarde het Turkse verzoek tot uitlevering echter onontvankelijk en liet Kimyongür naar huis terugkeren. Hoewel hij ondertussen door het Belgisch gerecht over de hele lijn werd vrijgesproken, blijft Turkije zijn uitlevering eisen. Op 18 juni 2013 werd hij in Spanje tijdens vakantie met zijn gezin opnieuw aangehouden. Het Spaanse gerecht heeft nog geen uitspraak gedaan over het uitleveringsverzoek van Turkije. Hij mocht in afwachting van een vonnis wel het land verlaten.
Turkse betrokkenheid bij de burgeroorlog in Syrië
Op 21 november 2013 werd Bahar opnieuw aangehouden, ditmaal in Bergamo, Italië. Hij was daar voor een lezing op een seminarie over de burgeroorlog in Syrië. Sindsdien verblijft hij er reeds 100 dagen onder huisarrest. Hoewel de uitspraken van het Belgisch gerecht aan duidelijkheid niets te wensen overlaten, heeft de Belgische regering ondertussen geen enkele moeite gedaan om hem bij te staan voor de lopende zaak in Spanje en weigert ze zijn vrijlating uit Italië te eisen.
De echte redenen voor zijn vervolging door Turkije, voor de lakse houding van de Belgische regering en voor de inschikkelijke houding van het Spaanse en het Italiaanse gerecht zijn politiek. Openlijk oproepen voor de erkenning van de Armeense genocide, communiqués vertalen van een extreemlinkse organisatie zijn in de ogen van de Turkse regering al erg genoeg. De grootste doorn in het oog van Ankara is echter de actieve inzet van Kimyongür sinds het begin van de Syrische burgeroorlog. Hij laat immers niet na de actieve inmenging van Turkije in die oorlog aan te klagen.
De Turkse mensenrechtenreputatie op het gebied van verhoor en behandeling van politieke gevangenen is bekend. Dat is op zich al voldoende om uitlevering te weigeren. Of Turkije er ditmaal wel in zal slagen hem in handen te krijgen, is nog niet uitgemaakt. In ieder geval behaalt de Turkse regering met zijn koppige vervolging van Kimyongür nu al een belangrijk politiek resultaat. De boodchap aan al diegenen die kritisch staan tegenover de Turkse regering is immers overduidelijk.
Bahar Kimyongür blijft ondertussen strijdvaardig. In een recent interview met Le Drapeau Rouge bevestigt hij dat de recente koppigheid van Turkije en de lakse reactie van de EU alles te maken heeft met zijn standpunten over de burgeroorlog in Syrië.
“Ik word ondermeer vervolgd voor ‘belediging van de Turkse identiteit’, een inbreuk die met een derde wordt verzwaard als ze wordt begaan in het buitenland. Ik ben bovendien politiek actief in Brussel, een voor Turkije strategisch belangrijke plaats. Mijn arrestatie in Spanje had waarschijnlijk te maken met mijn steun voor de protesten van het Gezi-park en het Taksim-plein. Nu recent in Italië denk ik eerder aan mijn uitspraken en politiek activisme rond de burgeroorlog in Syrië.”
Politieke vervolging
Dat België en andere EU-lidstaten nauwelijks moeite doen om deze politieke vervolging stop te zetten, verbaast hem niet, net zomin als de bijna volledige Belgische mediastilte. België en de EU hechten veel meer belang aan goede relaties met Turkije. Ze willen zich dus gewoon niet principieel opstellen. Bahar Kimyongür blijkt niet zozeer bevreesd voor een eventuele uitlevering, hoewel hij niets uitlsuit. Hij maakt zich echter zeer ongerust voor zijn persoonlijke veiligheid, als ook het Italiaanse gerecht dit verzoek tot uitlevering onontvankelijk zou verklaren.
“In Parijs werden vorig jaar drie Koerdische militanten vermoord door een Turkse huurmoordenaar. Het extreemrechtse repressie-apparaat van de ‘diepe staat’ werd nooit ontmanteld. Tegenover deze machine heb ik geen enkele bescherming, omdat de politie in België en andere EU-lidstaten er aan meewerkt.”
Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.