Grieks drama verduidelijkt veel: de maskers zijn gevallen

Alexis Tsipras, Grieks eerste minister

Alexis Tsipras, Grieks eerste minister (greece.greekreporter.com)

FacebooktwitterFacebooktwitter

Terwijl de geruchtenmolen op volle toeren draait en Grieks Eerste Minister Alexis Tsipras mogelijk ontslag zal nemen en vervroegde verkiezingen aan zal kondigen, blijft het derde schuldmemorandum met de Eurogroep onverminderd van kracht. Ook na nieuwe verkiezingen zullen de Grieken daar de gevolgen van dragen.

Griekenland heeft van de Eurogroep een derde schuldmemorandum verkregen. Een eerste ‘betaling’ is onderweg. Dat ‘onderweg’ moet echter met een dikke korrel zout worden genomen. Net zoals bij de vorige memoranda komt dat erop neer dat het geld van de ene naar de andere bank verschuift, zonder ooit in Griekenland te belanden, laat staan zonder ooit een Griekse burger enige verlichting te bieden.

De 86 miljard euro die het derde memorandum vastlegt dient als volgt ingedeeld te worden:

  • 54 miljard voor de herfinanciering van oude schulden;
  • 7 miljard om achterstallige betalingen te vereffenen;
  • 7,6 miljard om kapitaalreserves op te bouwen;
  • 25 miljard voor de herkapitalisering van banken.

Voor een leek is de tekst van het memorandum zo goed als onleesbaar. Technisch jargon moet de werkelijke bedoelingen van het programma verdoezelen. Zowat alles wat er in staat zou evengoed in normale taal kunnen worden geformuleerd. Dat dat niet gebeurt heeft goede redenen. Een degelijk begrip van de ware aard van dit ‘contract’ zou immers te veel protest opwekken bij de betrokken bevolkingen.

In mensentaal

Wat betekenen bovenstaande financiële transacties concreet? Neem het voorbeeld van een doorsnee gezin, met twee verdieners en twee kinderen op school. Dat gezin heeft een huis gekocht en betaalt een hypotheek af, bijvoorbeeld 1000 euro per maand gedurende 25 jaar. Dat gaat enkele jaren goed tot één van beide verdieners zijn baan verliest, ziek valt, een ongeval heeft of gewoon, loon moet inleveren. Het gezin kan de 1000 euro per maand niet meer betalen en gaat onderhandelen met de bank.

“Geen probleem”, zegt de bank. “Vanaf nu betaalt u maar 800 euro per maand, maar u gaat wel tien jaar langer betalen. Wat betreft de voorbije tien maanden die u nog niet betaald hebt, daarvoor lenen we u 10.000 euro. Die moet u afzonderlijk terugbetalen aan 500 euro gedurende 36 maanden, maar u moet pas beginnen betalen binnen 12 maanden. We lenen u ook nog eens 10.000 euro, voor de lopende rekening, zodat u niet iedere laatste week van de maand in het rood staat. Dat geld moet u pas beginnen terugbetalen binnen 36 maanden, ook aan 500 euro per maand gedurende 15 maanden. Niet treuzelen. Het is dat of we nemen uw huis in beslag. Hier tekenen aub.”

Het gezin heeft uiteraard door dat daarmee de echte problemen enkel worden uitgesteld en dat binnen enkele jaren de maandelijkse afbetaling een stuk groter zal zijn. Maar goed, nu onmiddellijk geeft het even een adempauze. Uitstel van executie

De bank verliest nooit

Er is meer. De bank verliest in geen enkel scenario. In het weinig waarschijnlijke geval dat dit gezin er in slaagt deze nieuwe betalingen aan te kunnen, heeft de bank aan het einde van de rit meer verdiend dan met de oorspronkelijke hypotheeklening. Kan het gezin niet betalen, dan houdt de bank het huis én – vergeet dat niet – ook al het geld dat het betrokken gezin tot dan al had afbetaald.

Tussen die twee extremen in kunnen zich allerlei mengscenario’s voordoen. Die hebben dus allen met elkaar gemeen dat de betrokken bank nooit verlies lijdt. Bovendien, het geld dat de bank nu leent, verlaat de bank niet echt, het gaat gewoon even via de gezinsrekening (die eveneens bij die bank gevestigd is) terug naar zijn vertrekpunt.

Dit is een vereenvoudigd voorbeeld. Een overheid is veel complexer dan een huishouden, maar het beeld klopt wel. Waar het op neerkomt is dat ook nu weer de Griekse en buitenlandse banken (in dit geval vooral Duitse, Franse en Nederlandse banken) er wel bij varen. De gewone Griek ziet zo goed als niets van dit geld.

Privatiseren, de oplossing voor alles

Het derde memorandum legt de Griekse staat ook op om een belangrijk deel van zijn infrastructuur, met bijhorende gebouwen en gronden, te ‘privatiseren’. Heel wat van die eigendommen kunnen in feite niet echt in ‘marktwaarde’ vertaald worden. Zelfs staatseigendommen die eigen inkomsten genereren (van havens tot musea) kan je niet zomaar vermarkten.

De mythe dat de privésector het zoveel beter zou doen dateert al van de negentiende eeuw. Ze is nog nooit door de feiten bevestigd. Na korte periodes van zogenaamde winst komt de neerval en neemt de staat weer over. Zie bijvoorbeeld het slingerverhaal van de Belgische Spoorwegen in de 19de eeuw tot in de jaren 1930.

De leden van de Eurogroep weten dat ook wel. Het is hen echter om iets heel anders te doen. De Griekse overheid staat zo zwak dat ze eender welk bod van de kandidaat-kopers wel moet aanvaarden. Wie dacht dat privébedrijven met elkaar gaan wedijveren en zo de prijzen opdrijven vergist zich schromelijk. Over dergelijke zaken worden immers kartelafspraken gemaakt, die het officiële daglicht nooit zien.

Zo hoeft het niet te verbazen dat de recente verkoop van veertien regionale luchthavens aan een Duits bedrijf aan een prijs gebeurt die veel lager ligt dan de werkelijke potentiële waarde van die infrastructuur. Luchthavens zijn een goed voorbeeld van lokale monopolies. Een Belg kan niet kiezen tussen Brusselse luchthavens, je kan niet kiezen vanuit welk station je naar Antwerpen wil sporen. Met andere woorden, het zijn projecten met lage investeringskosten en gegarandeerde opbrengsten.

Samengevat: de gemeenschap draagt de risico’s, de privé gaat met de winsten lopen. Dit is met andere woorden geen programma om de schuldenlast van een land te verlichten, het is een methode om gemakkelijk winst te creëren voor de privé-sector. Het is in feite een gigantische ideologische herverdelingsoperatie.

Wat de privatiseringen in het specifieke Griekse geval bijzonder tragisch maakt, is dat de Eurogroep er geen graten in ziet dat de Griekse oligarchie mee zal delen in de winsten van die privatiseringen. Zij hebben immers de financiële middelen om samen te gaan werken met buitenlandse bedrijven, die ze hun specifieke ‘kennis’ ter plaatse kunnen aanbieden.

Varoufakis

Voormalig minister van financiën Yanis Varoufakis is meedogenloos hard over dit akkoord. Op zijn webblog heeft hij commentaar gegeven bij de 62 pagina’s van de tekst van het memorandum. Volgens hem zal Griekenland – als je daar de bevolking mee bedoelt – nog slechter af zijn dan de voorbije vijf jaar.

“Gewone werkende mensen en gezinnen zullen slaven worden, door hen zware inleveringen op te leggen. Ondertussen krijgen buitenlandse bedrijven nationale bezittingen spotgoedkoop vast door privatiseringen. Bovendien zullen de Griekse miljardairs de dans ontspringen.”

Er zal een zogenaamd gegarandeerd minimuminkomen worden ingevoerd voor iedereen. “Geen enkele euro zal hiervoor komen van de schuldeisers. Het zal komen van bestaande inkomsten van de Griekse staat zelf, zoals van het kindergeld”, aldus nog Varoufakis.

Vicieuze cirkel

Ook de besparingen in de pensioenen kent in zijn ogen geen genade. “Die pensioenen zijn zowat de enige bronnen van inkomsten voor heel wat gezinnen. Door de financiële ondersteuning van de staat voor de pensioenen af te schaffen ontstaat volgens Varoufakis een vicieuze cirkel: “De inleveringen in de pensioenen zijn zo enorm dat de vraag zal dalen, in die mate dat de tewerkstelling nog verder gaat verminderen, wat dan op zijn beurt de pensioenfondsen verder zal verzwakken.”

Of de huidige regering die het akkoord met de Eurogroep zou moeten uivoeren, nog lang stand houdt is ondertussen zeer onzeker. De regering van Alexis Tsipras is ongeveer één derde van zijn eigen Syriza-aanhang kwijt. Het programma werd immers goedgekeurd met de stemmen van zowat alle oppositiepartijen. Een vertrouwensstemming1 in de komende dagen valt niet uit te sluiten.

In theorie kan eerste minister Tsipras als leider van de grootste partij in het parlement nog de vraag krijgen van de president om alsnog een nieuwe coalitie te vormen, maar dat lijkt in de huidige politieke omstandigheden zo goed als uitgesloten. Het zou immers betekenen dat Tsipras een deal moet sluiten met de partijen wiens programma hij amper zes maand terug volledig had verworpen. Na eventuele nieuwe verkiezingen hangt alles af van de nieuwe machtsverhoudingen in het nieuwe parlement.

De ervaring met de verkiezingen van 25 januari 2015 hebben echter geleerd dat verkiezingsresultaten voor de Eurogroep irrelevant zijn. Het beleid moet hetzelfde blijven. De memoranda moeten onverminderd worden uitgevoerd door eender welke nieuwe bestuursmeerderheid.

Het débacle van Syriza en Tsipras is voor heel wat progressieve krachten een zware teleurstelling. Terecht. De regering van Alexis Tsipras heeft zonder twijfel heel wat fouten gemaakt. Een aantal linkse krachten schreeuwt zelfs moord en brand en ‘had ik het niet gezegd’. Dat is niet helemaal onterecht, maar ook niet eerlijk.

Je zegt niet neen met het mes op de keel

Er wordt beweerd dat Tsipras in een interview zou hebben gezegd, dat je nu eenmaal niet nee zegt tegen je verkrachter, wanneer hij je het mes op de keel houdt. Het geeft  goed aan waar dit over gaat. Hoeveel verwijten je de huidige Griekse regering ook kan maken, de essentie is dat er een machtsapparaat aan het werk is dat de Eurogroep wordt genoemd. Die Eurogroep staat symbool voor alle krachten die het naoorlogse model van de sociale welvaartsstaat willen vernietigen. Zij zijn de echte schuldigen, niet de Griekse regering.

Wat in Griekenland gebeurt is verschrikkelijk. Het heeft echter een belangrijk voordeel. Alle illusies over een sociaal Europa zijn definitief begraven, de maskers zijn gevallen. De inzet van de strijd is vanaf nu duidelijk. Het hangt van de progressieve krachten in Europa af of ze daar hun besluiten uit trekken.

Greece’s Third Memorandum of Understanding annotated by Yanis Varoufakis

1 Een parlementslid kan steeds op eigen initiatief een ‘motie van wantrouwen’ neerleggen waarbij hij/zij het ontslag van de regering eist. Wanneer die een meerderheid van stemmen behaalt, kan de regering alleen maar aftreden. In de praktijk worden dergelijke moties alleen ingediend in crisisperiodes. Een regering die een dergelijke stemming overleeft omdat bijvoorbeeld de oppositie zijn steun geeft, staat even zwak en kan zelfs dan kiezen voor ontslag.

Artikel oorspronkelijk verschenen in DeWereldMorgen.be.