Een dertigtal actievoerders van Vredesactie verstoorde vanmiddag de jaarlijkse conferentie van het Europees Defensie Agentschap (EDA) in Brussel. Rond half twee goten activisten rode verf uit voor de ingang tot de conferentie, waar Europese beleidsmakers en CEO’s van de wapenindustrie samen zitten om te praten over de toekomst van het Europees veiligheidsbeleid.
Een dertigtal actievoerders verstoorde op 16 november de jaarlijkse conferentie van het Europees Defensie Agentschap in Brussel. Activisten goten rode verf uit voor de ingang van de conferentie, waar Europese beleidsmakers en CEO’s van de wapenindustrie samen zitten om te praten over de toekomst van het Europees veiligheidsbeleid.
“Terwijl het Midden-Oosten in vuur en vlam staat, exporteren de Europese lidstaten meer wapens dan ooit naar deze regio”, zegt één van de activisten van Vredesactie. “Dat Europese politici achter gesloten deuren vergaderen met de CEO’s van de wapenindustrie is voor ons dan ook onaanvaardbaar.”
Aanwezig op de conferentie zijn onder andere de hoge EU-vertegenwoordiger voor Buitenlands Beleid en Veiligheid Federica Mogherini, NAVO secretaris-generaal Jens Stoltenberg, maar ook personen als Antoine Bouvier, CEO van het Europees wapenbedrijf MBDA.
Een Europees defensiebeleid op maat van de wapenindustrie
Het Europees Defensie Agentschap (EDA) is een Europees agentschap dat onder andere als doel heeft de Europese defensie-industrie te promoten. Onderzoek en ontwikkeling van wapentechnologie met belastingsgeld en het versterken van de Europese militaire capaciteiten staan vandaag hoog op de agenda.
Het versterken van de wapenindustrie leidt volgens Vredesactie niet tot een veiliger Europa in een veiligere wereld. Europese wapens duiken op in conflicten wereldwijd en zijn een catalysator voor geweld en conflict, aldus Bram Vranken, woordvoerder van Vredesactie.
Wapenexport nooit eerder zo hoog
De wapenexport vanuit de EU steeg sinds 2002 gevoelig. In 2012 werd voor bijna 40 miljard euro aan wapens uitgevoerd. Dat is een verdubbeling op tien jaar tijd.
Het wapenexportbeleid van de EU werd de laatste jaren danig versoepeld. Zo heeft een Europese richtlijn van 2009 het voor wapenbedrijven gemakkelijker gemaakt om militair materiaal van de ene EU-lidstaat naar de andere te exporteren.
Terwijl de wapenhandel binnen de EU zelf verder werd geliberaliseerd, werd hier geen gelijkwaardig controlebeleid tegenover gesteld. Wapens kunnen nu zonder enige belemmering de EU verlaten via de ene EU-lidstaat met de meest lakse regelgeving, vervolgt Vranken. “Het is dan ook niet verwonderlijk dat dictatoriale regimes zonder veel problemen hun orderboekje met Europese wapens vullen.”
Saoedi-Arabië in Jemen
Van de eenenvijftig regimes die door de Economist Intelligence Unit’s Democracy Index 2012 als autoritair bestempeld worden, konden er drieënveertig wapens kopen in de EU.
De tweede grootste invoerder van Europese wapens is Saoedi-Arabië. In 2013 kreeg het een vergunning voor een waarde van bijna 4 miljard euro aan wapenexport naar dit land. Nochtans pleegt Saoedi-Arabië op grote schaal oorlogsmisdaden in Jemen. “Politici hebben er de mond van vol de grondoorzaken van het conflict te willen aanpakken”, stelt Vranken nog, “als het hen menens is, laat hen dan eerst de Europese wapenexport stoppen.”
Niet onbesproken deelnemer aan de conferentie
Eén van de aanwezigen op de jaarlijkse conferentie is Giovanni Soccodato, vice-president van het wapenbedrijf Finmeccanica. In 2012 kwam Finmeccanica nog onder vuur wegens de export van militaire communicatieapparatuur aan het regime van president Assad. Uitgelekte emails toonden aan dat ook na de afkondiging van een Europees wapenembargo het bedrijf haar export niet staakte.
“Terwijl wapenbedrijven zonder enige scrupules hun wapens exporteren naar conflictgebieden, wordt hier de rode loper uitgerold voor de CEO’s van wapenindustrie. Daar steken wij een stokje voor,” stelt één van de activisten van Vredesactie.