Mitt Romney schuift woensdag 21 maart weer een beetje vooruit als mogelijk presidentskandidaat voor de Republikeinen, na zijn overwinning in de centraal-noordelijke staat Illinois. De strijd is echter verre van gestreden. De Republikeinse Partij blijft zich daarbij in de voet schieten. Toch maakt dat een overwinning van Democratisch president Obama nog niet zeker.
Weer een kleine stap vooruit voor Romney
De recente ‘overwinning’ van Romney in Illinois is relatief. Hij behaalde wel 47% van de stemmen wat hem in deze staat 42 van de 54 zetels voor het nationale Republikeinse kiescollege oplevert, feit blijft dat hij ook daar geen meerderheid van de Republikeinse kiezers achter zich weet te scharen. De teller staat nu voor hem op 563, nog steeds minder dan de helft van het vereiste minimum van 1144.
Hoewel de kansen van Rick Santorum om dat aantal van 1144 nog te halen – hij staat nu op 263 – bijna nihil zijn, dreigt door zijn volharding in de strijd (en die van Newt Gingrich en Ron Paul) een doemscenario waarbij Romney dan wel met de meeste stemmen naar de Republikeinse Conventie gaat maar niet met de vereiste helft. Dat zou betekenen dat de definitieve keuze pas op de Conventie zelf zou vallen. De delegaties van de staten zijn bovendien niet gebonden aan hun kandidaat, zij kunnen van mening veranderen en anders stemmen. Dat zou de Conventie de kans ontnemen om alles daar tegen Obama in te zetten.
De Republikeinen blijven zich in de voet schieten
Het maakt in ieder geval dat de Republikeinse Partij nog altijd vooral bezig is met de interne strijd en het duel met Obama nog niet voluit aangaat. Alleen Romney probeert Obama te viseren, maar daar hij van alle Republikeinse kandidaten zelf het minste verschil maakt met Obama, zeker op economisch vlak, komt hij weinig geloofwaardig over. Hij moet het inderdaad vooral hebben van die Republikeinse kiezers die de andere kandidaten nog slechter vinden.
Voor Newt Gingrich is de strijd in feite al voorbij. Voor hem komt het er op aan voldoende indruk te maken op de uiteindelijke winnaar om eventueel ‘running mate’ (letterlijk ‘meeloper’) te worden – kandidaat vice-president. Voor Rick Santorum valt dat ook niet uit te sluiten maar is dat gezien zijn giftige campagne tegen Romney minder waarschijnlijk. Hoewel, in de Amerikaanse politiek mag je alles verwachten. Vierde man Ron Paul blijft genegeerd worden door de media. Dat neemt niet weg dat hij zonder enige campagne te voeren in Illinois ook daar 9 % van de stemmen heeft gehaald. Zijn houding in de uiteindelijke strijd tussen Obama en de Republikeinse kandidaat – het zal over geringe procenten gaan – kan het verschil maken.
Andermaal uitstel van het duel met Obama
Dit betekent dat de interne Republikeinse strijd weer eens weken blijft doorgaan tot 24 april wanneer vijf staten tegelijk voorverkiezingen houden. Het ziet er naar uit dat Romney zijn voorsprong zal blijven vergroten maar ook daar weer niet voor de definitieve doorbraak gaat zorgen.
Voor Obama moet dit ondertussen als muziek in de oren klinken. Een vroeg gevonden kandidaat van de Republikeinen die ook conservatieve Democraten had kunnen aanspreken zou voor hem een zekere nederlaag betekend hebben. De economie is ondertussen een beetje aan het herleven, toch voor de bedrijven. Beter gezegd, het gaat niet echt goed maar toch iets minder slecht. Hij kan zich rustig verder profileren als de kandidaat van de ervaring, de standvastigheid en de zekerheid.
Niets is echter zeker
Toch zal hij deze campagne keihard moeten voeren. In de VS worden verkiezingen nooit gewonnen op basis van een politiek programma. Ook reële verwezenlijkingen zijn geen garantie op succes. Bovendien, ook al ziet het er naar uit dat het nog een tijdje gaat duren voor de Republikeinse kandidaat zich gaat kunnen concentreren op het duel, eenmaal het zover is kan er nog veel gebeuren.
Obama moet net als Clinton voor hem volledig rekenen op de negatieve perceptie van de tegenkandidaat om een tweede mandaat te halen. Hij kan niet langer rekenen op de massale steun van de civiele maatschappij die hem aan zijn linkerzijde naar zijn eerste overwinning heeft gestuwd. Die toenmalige euforie was onterecht, maar de perceptie was er wel (zie vorige artikels). Kort gezegd: hij zal een impliciete boodschap moeten uitdragen van ‘ik ben dan wel niet zo fantastisch, die andere is gewoon nog slechter’.
Niemand wil een overwinning van de Republikeinen. Drie van de vier kandidaten staan voor eenzelfde antisociaal economisch beleid en verdedigen dezelfde premissen van buitenlandse suprematie als Obama, zei het met een iets ruwere retoriek. Op binnenlands vlak betekent een Republikeinse overwinning verdere sociale afbraak voor de meerderheid ten bate van een steeds kleinere elite. Dat maakt de Democratische president echter niet beter.
Wordt vervolgd