Minister van verkeer Isabelle Durant (ECOLO) slaagde er na moeizame onderhandelingen in het huidige beheerscontract van de NMBS, dat nog loopt tot eind 2001, te verbeteren. De tariefverlagingen voor federale ambtenaren, senioren en kinderen onder de 12 jaar zijn de meest opvallende verbeteringen. Ze werden aangebracht aan een contract dat nog werd afgesloten door haar voorganger, de socialist Daerden en dat door de socialisten in de vorige regering mee werd goedgekeurd.
De nieuwe minister gaat dus de strijd aan met het beleid zoals dat door de huidige NMBS-top in het verleden werd gevoerd. Dit beleid beter afstemmen op de treingebruiker zal een werk van lange adem zijn. Toch is er al een reeks maatregelen genomen, ondanks de weerstand van de NMBS-top, waar christen-democraten en socialisten de dienst uitmaken. De volgende halte (en de echte krachtmeting) is het tienjaren-investeringsprogramma en de onderhandeling van het nieuw beheerscontract in 2001).
Dé grote uitdaging voor de groenen bestaat erin het aanbod van het spoor drastisch te verhogen. Dat staat trouwens in het regeerakkoord. We hebben de ambitie om de concurrentie aan te gaan met het autoverkeer. Het koninginnenstuk van deze operatie is de verwezenlijking van het Gewestelijk Express-netwerk (GEN) rond Brussel, een investering van tientallen miljarden om de congestie rond en in Brussel te lijf te gaan. De wijzigingen aan het beheerscontract omvatten concrete maatregelen in die richting. De heropening van het station Diesdelle is er één van. Het GEN wil de ellenlange files aan de poorten van Brussel verminderen. Deze maatregel, waarvan wij hopen dat ze ook de Vlaamse pendelaars verheugt, kan bezwaarlijk gereduceerd worden tot electorale spelletjes van de groene minister. De overlast rond Brussel verminderen is voordelig voor Vlamingen, Brusselaars én Walen.
Wij pleiten voor een evenwichtige aanpak: geen prestigieuze investeringen in megalomane infrastructuurwerken, maar verantwoorde verbeteringen. Ook in andere stadsgewesten is er nood aan de uitbouw van een voorstadsspoorwegennet. Wij pleiten niet alleen voor investeringen in het Vlaamse landsgedeelte, maar overal waar dat nodig is. Een zware financiële injectie in het voorstadsspoor past perfect in de groene optie om het aantal (trein)reizigers en het treinaanbod drastisch te verhogen.
Over een periode van tien jaren streven we ernaar het aantal treinreizigers te verdubbelen, net als voor tram en bus. Eerst en vooral moeten zij die niet de middelen hebben om zich te verplaatsen de kans krijgen om dat voor een redelijke prijs te doen met het openbaar vervoer. Ten tweede moeten zij die zich uitsluitend met de auto verplaatsen gestimuleerd worden tot de overstap naar het openbaar vervoer.
Dat is het debat dat we met Vlaams minister Stevaert aangaan. We steunen zijn decreet basismobiliteit. Een echt tweesporenbeleid inzake mobiliteit veronderstelt zware investeringen in extra frequentie en lijnen, vooral in de stedelijke gebieden. Daar zullen wij de Vlaamse minister blijven aan herinneren. Zeker op momenten dat minister Stevaert zich meent te moeten profileren met het aanleggen van nieuwe autostrades. Een mega-investering van ministens dertig miljard voor de sluiting van de Ring rond Antwerpen is ondenkbaar, als we niet een even grote inspanning doen voor het openbaar vervoer. We zijn gelukkig dat de minister ons hierin volgt.
Wat de SP-kamerleden blijkbaar niet gelezen hebben, is dat er in de verbetering van het huidige beheerscontract met de NMBS een reeks sociale tariefverminderingen is opgenomen. We hebben er geen moeite mee om te zeggen dat de maatregelen van de Lijn daarbij als inspiratie dienden. Met een ticket van 50 frank voor senioren buiten de spits, kan de NMBS de grote problemen vermijden waarmee de Lijn nu in toenemende mate geconfronteerd wordt. Gratis rijden op piekmomenten van het woon-werkverkeer leidt tot ernstige capaciteitsproblemen. Dat zou op veel mensen (ook senioren) een ontradend effect kunnen hebben. Ook voor federale ambtenaren is een verdere tariefdaling voorzien. Kinderen onder de twaalf jaar rijden gratis, behalve tijdens de spitsuren.
Al met al is die aanpak evenwichtiger dan bij de Lijn. Het kostenplaatje voor een ticket van 50 frank bij het federale spoor ligt overigens hoger dan voor de gratis ritten bij de Vlaamse bussen. Wat aangeeft dat ook niet veel meer mogelijk is, tenzij je zou snijden in het budget voor een uitbreiding van het aanbod, wat wij absoluut niet zien zitten.
Als één Vlaams gezin op vier niet over een wagen beschikt, dan moet de eerste bekommernis van een duurzame basismobiliteit zijn dat er meer treinen, trams en bussen rijden, voor een redelijke prijs. Investeren in kleine lijnen en stations heropenen past perfect in deze beleidskeuze.
De grootste uitdaging zijn de “vervoersrijken”: ze beseffen weliswaar dat ze te veel met de auto rijden, maar zijn blind voor het alternatief. Om ook hen uit de auto te krijgen, zal een basismobiliteit moeten verzekerd worden als opstap naar duurzame mobiliteit. Een hogere frequentie tussen Antwerpen en Gent, Antwerpen en Brussel,… is een mogelijkheid, lijnen en stations heropenen een andere. Beide opties zijn nodig, beide kosten geld. Laten we hopen dat de SP de groene minister Durant zal steunen als de begrotingsdiscussie daarover gevoerd wordt. Wij zullen in ieder geval minister Stevaert steunen als hij meer middelen vraagt om het aanbod van de Lijn te verruimen. Wij beoordelen onze coalitiepartners op hun beleid, niet op hun partijkleur. Samen uit, samen thuis, zo werkt dat in een meerderheid, toch?
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in De Standaard van 16 juni 2000. Lode Vanoost schreef dit samen met Johan Malcorps