Met ‘Een slepende ziekte: de Vlaamse kijk op de Congolezen’ heeft Ruddy Doom een prachtige historische analyse geschreven voor DeWereldMorgen.be over het beeld dat Vlamingen nog steeds hebben over de Congolezen. Een ongewoon lang artikel, maar daarom niet minder lezenswaardig. Integendeel, dit is er eentje om te bewaren en tijd voor te nemen.
Ruddy Doom heeft net de gezegende leeftijd van 65 bereikt en gaat ‘met rust’ zoals dat in ons administratief jargon genoemd wordt. Hij was jarenlang hoogleraar aan de UGent en oprichter van de vakgroep ‘Studie van de Derde Wereld’.
Zelf begon hij zijn academische studie onder de hoede van Jef Van Bilsen, de man die in 1955 als eerste – en volledig tegen de tijdsgeest en het toenmalige economische establishment in – de onafhankelijkheid van Belgisch Congo voorstelde op een termijn van 30 jaar.
Zijn vakgroep werd recent herdoopt tot ‘Vakgroep voor Conflict en Ontwikkeling’. Ooit begonnen met twee dozen documentatie heeft die dienst nu 30 medewerkers.
Doom was zelf ook auteur van diverse boeken, waarvan het meest recente ‘Spiegelpaleizen’.
Met ‘Een slepende ziekte: de Vlaamse kijk op de Congolezen’ heeft Ruddy Doom zonet een prachtige historische analyse geschreven over het beeld dat Vlamingen hebben over de Congolezen. Een ongewoon lang artikel voor DeWereldMorgen.be maar daarom niet minder lezenswaardig. Integendeel, dit is er eentje om te bewaren en tijd voor te nemen.
Het is niet bepaald fraai, dat Belgische koloniale verleden. Heel wat koloniaal geïnspireerde vooroordelen blijken in al dan niet omfloerste vorm nog altijd te woekeren.
Doom bekijkt de kolonisatie en de beeldvorming erover in België, of veeleer in Vlaanderen, uiteraard met een hedendaagse bril. Dat verandert niets aan de pertinentie van zijn analyse. Vooroordelen zijn van alle tijden, het blijven echter vooroordelen.
Het zou de historische analyse van Ruddy Doom onrecht aandoen om ze trachten samen te vatten. Ik beperk me tot enkele rake waarnemingen. Zo leren we onder meer dat de Congolezen reeds lang voor de onafhankelijkheidsstrijd van 1959-1960 hun onvrede met de kolonisatie lieten blijken: “Over de rebellie van de Bapende (1931) werd alleen in vage woorden (oproerkraaiers …) bericht, de mijnwerkersstaking in Elisabethville (1941) werd later evenmin vermeld, noch de muiterij van de ‘Force Publique’ in Luluaburg (1944): niets mocht de Pax Belgica verstoren.”
De media hebben hun dienende rol lang gespeeld en doen dat deels nog steeds. Zo beschreven zij de strijd van een volk dat voor zijn recht opkwam: “In januari 1959, naar aanleiding van de betogingen in Leopoldville liegt het taalgebruik in de Vlaamse kranten er niet om : ‘duistere elementen’, ‘jeugdige leeglopers’, ‘ongure elementen’, ‘oproerkraaiers‘… (De Standaard) ; ‘jeugdige nietsnutten’, ‘onregelmatige elementen’, ‘vechtersbazen’, … (Vooruit); ‘plunderaars en andere ongure elementen’ (Het Laatste Nieuws) …”
Dit soort openlijk racisme kan vandaag niet meer. Het gaat nu veel subtieler. Een voorbeeld: “De reeks ‘Bonjour Congo’ van Rudi Vranckx ontsnapte niet aan de nostalgie van het adieu Congo. Dé vraag is waarom men geen beroep deed op Congolese cineasten zoals Arsène Kamongo, Guy Bomanyama Zandu, Monique Phoba, Frank Mweze of Petra Ndaliko Katondolo”.
Is er dan echt geen weerwerk? Toch wel: de NGO’s bijvoorbeeld, het nieuwe sociale fenomeen vanaf de jaren zeventig, laten voor het eerst “mensen uit de betrokken landen zelf aan het woord”. Het blijft echter een moeizaam proces. “Congolese auteurs zoals Alain Mabauckou, Vincent Lombume Kalimasi, Henri Lopès of Antoine Tshitungu komen hier helemaal niet aan de bak.”
Er staat nog veel meer in dit lezenswaardig artikel. Doom zet aan tot nadenken, over ons verleden en over ons heden. Kijken wij wel onbevooroordeeld naar onze medemens? Zijn we wel tot inzicht gekomen over ons koloniaal verleden?
Je kan het artikel hier ook downloaden in pdf-formaat.