Alle opiniepeilers voorspellen een voortzetting van de regering-Netanyahu na de verkiezingen van 22 januari in Israël. Wordt deze regering nog rechtser? Veel hangt af van hoe de nieuwe rechtse partij Jewish Home het zal doen.
Politieke apathie overheerst
Toch is deze verkiezing geen goede maatstaf van wat de Joodse Israëli’s echt denken, aldus Amir Oren, journalist van de Israëlische krant Haaretz. “Likoed is geen uiterst rechtse partij, maar heeft zich wel verbonden met de extreemrechtse partijen om aan de macht te blijven. Als hij (Netanyahu) verder gaat met de partij van Avigdor Lieberman staat ons een onstabiele regeerperiode te wachten en een confrontatie met de voornaamste beschermheer van Israël, de VS”.
“Netanyahu heeft openlijk Republikeins kandidaat Romney gesteund. Ook voor de kwestie Iran komen er geen veranderingen. Netanyahu heeft bij de vorige verkiezingen al gezegd dat hij Iran militair zal dwingen op te houden met de aanmaak van kernwapens. Daar is niets van in huis gekomen, niet omwille van buitenlandse druk, maar omwille van intern verzet tegen een unilateraal optreden tegen Iran.”
“De stille meerderheid wil echter wel een oplossing van het conflict. Dat betekent een tweestatenoplossing. Het probleem is dat meer er meer mensen afhaken en niet gaan stemmen en dat de linkse oppositie verdeeld is en geen alternatief formuleert voor de oplossing van het conflict. Over het algemeen zien de mensen de politici als onbetrouwbaar en corrupt.”
Netanyahu heeft inderdaad slechts een kwart van de Israëlische kiezers achter zich. Heel wat kiezers stemmen voor rechtse partijen omdat ze de linkse partijen nog minder geloofwaardig vinden. Bovendien, wat weten ze over het conflict? Hun enige bron van informatie zijn de Joodse Israëlische media. Die geven niet bepaald een evenwichtig beeld van wat er gaande is in de bezette gebieden, laat staan dat ze weten wat de bezetting voor de Palestijnen betekent.
Netanyahu weet die politieke apathie beter uit te buiten dan de linkse partijen. Het fundamentele probleem is dat er geen enkele grote Joods-Israëlische partij is die tegen de zionistische principes van de exclusief Joodse staat Israël ingaat. Hun verschil in aanpak van en de visie op de bezetting en de kolonisatie is louter strategisch en tactisch. De fundamentele idee achter de kolonisatie stellen zij net zo min in vraag als hun rechtse tegenstrevers. Erg diep gaat hun oppositie dus niet.
Wat met de Palestijnse Israëli’s
Wat ondertussen met de kinderen en de kleinkinderen van de oorspronkelijke bevolking van Palestina die niet werden verdreven in 1948? Ongeveer 1,5 miljoen Israëlische staatsburgers zijn niet Joods maar Druzen, Bedoeïenen en voor het merendeel Palestijnen.
Zij hebben traditioneel altijd voor een vijftal eigen partijen gestemd, waarvan er nu nog drie de kiesdrempel halen. In 1999 stemde nog 31 procent op Joodse partijen, deels vanuit een ideologische keuze, deels vanuit de verwachting dat ze zo meer gematigde bondgenoten zouden vinden bij de Joodse meerderheid in Israël. In 2009 was dat nog slechts 17 procent.
Geen enthousiasme voor deelname
De drie voor hen nog relevante partijen hebben het zeer moeilijk om in de huidige omstandigheden hun potentiële kiezers nog warm te krijgen om te gaan stemmen. De verharding en verrechtsing van de zionistische politiek van de laatste jaren en de brutale repressie van hun families in de bezette gebieden is inderdaad niet van aard om de Israëlische Palestijnen warm te laten lopen voor deelname aan verkiezingen waar zij het nut niet meer van inzien.
Ook al is hun lot veel beter dan dat van hun families in de bezette gebieden, het gaat niet goed met hen. Zij lijden veel zwaarder onder de crisis, hun scholen worden veel minder gefinancierd door de overheid, ze hebben minder rechten op eigendom en hun ondernemingen worden uitgesloten van overheidscontracten.
Toch pogen de communistische, de nationalistische en de islamitische partij op te roepen om toch deel te nemen, onder andere met de affiche die boven dit artikel staat. Daarop staan drie extremistische zionistische leiders afgebeeld naast de slogan ‘Aan wie ga je het (land) overlaten?’.
Het gaat over Avigdor Lieberman, tot voor kort minister van buitenlandse zaken in de regering Netanyahu maar sinds kort onderwerp van een gerechtelijk onderzoek naar corruptie. Tweede man op de affiche is Michael Ben-Ari van de Kachpartij, die zondermeer alle Palestijnen uit Israël en uit alle bezette gebieden wil verdrijven en verder nog kolonist Baruch Marzel. Deze extreemrechtse zionistische politici pleiten openlijk om de Arabische Israëli’s uit te sluiten van deelname aan de parlementaire verkiezingen.
Rechtmatige eisen worden subversie en verraad
Hoe ver de Israëlische staat aan het afglijden is naar regelrechte apartheid blijkt ondermeer uit de manier waarop zij met de rechtmatige eisen van de Palestijnse Israëli’s omgaan. De niet-Joodse partijen pleiten voortdurend voor gelijke rechten voor de niet-Joodse burgers van Israël, wat volgens de inlichtingendienst Shin Bet neerkomt op subversie tegen de staat. Bovendien worden zij voortdurend beschuldigd van verraad tegen de staat omdat zij protesteren tegen de repressie en de kolonisatie in de bezette gebieden.
Het is dus maar de vraag in hoeverre dergelijke paranoïde omgang met democratisch pluralisme ooit de basis kan leveren voor een onderhandelde oplossing van het conflict. Er zijn ook meerdere pogingen geweest om deze partijen via rechterlijke weg uit te sluiten van deelname. Die zijn uiteindelijk gestrand bij gebrek aan enig substantieel bewijs van wetsovertredingen.
Zelfs de poging om Haneen Zoabi, de eerste en enige Palestijnse vrouw in het Israëlische parlement, van deelname aan de verkiezingen uit te sluiten is mislukt. Het effect is echter wel dat de extreemrechtse initiatiefnemers van deze rechtzaken bij de Joodse Israëli’s het beeld hebben versterkt van de Palestijnse burgers van Israël als een vijfde kolonne.
Haneen Zoabi had deelgenomen aan de flotilla van mei 2010 aan bord van de Mavi Marmara en had over de toenmalige brutale repressie door het leger getuigd in het parlement. Men probeerde haar daarmee zelfs uit het parlement te zetten, maar dat mislukte volledig.
Uitsluiting van een zetelend parlementair kan in Israël om drie redenen:
- aanzetten tot racisme;
- steun geven of deelnemen aan terrorisme tegen de staat;
- het ontkennen van het Joodse en democratische karakter van de staat.
De eerste twee voorwaarden zijn perfect te verantwoorden. Het probleem zit hem in de derde voorwaarde. Voor een niet-Jood is de erkenning van een exclusief Joodse staat immers totaal onaanvaardbaar, al was het maar omdat het niet met de demografische realiteit overeenkomt. Bovendien is een exclusief etnisch/religieus/taalkundig/cultureel karakter van een staat onverzoenbaar en tegengesteld aan democratie en vrijheid van meningsuiting.
Het Hooggerechtshof moest vaststellen dat er geen enkel bewijs was dat ze een wet of één van de hierboven vermelde regels had overtreden. Dat kan niet verhinderen dat de deelname van de niet-Joodse Israëli’s aan de verkiezingen is gezakt van 75 procent in 1999 tot 53 procent tien jaar later. De verkiezingen van 22 januari zouden wel eens de eerste kunnen zijn waar minder dan de helft van de niet-Joodse Israëli’s aan deelnemen.
Een onbekend nieuwkomer
Tot voor kort zag het er dus naar uit dat Likoed, de partij van eerste minister Netanyahu, zonder problemen de grootste partij zou blijven in het parlement. Dat zal ook zo wel uitkomen, maar wel met veel lagere cijfers dan aanvankelijk gehoopt. Daar zou de pas opgerichte partij Jewish Home wel eens verantwoordelijk voor kunnen zijn.
De 40-jarige Naftali Bennet is voormalig kabinetschef van eerste minister Netanyahu maar hun wegen scheidden en nu doet hij het zeer goed in de peilingen met deze nieuwe partij.
Inhoudelijk verschilt het programma nauwelijks van dat van de andere rechtse partijen. Het is vooral Bennet’s vranke en directe taalgebruik dat heel wat kiezers aantrekt. In grote lijnen komt het programma van Jewish Home er op neer dat de feitelijke toestand in de bezette gebieden geformaliseerd en gebetonneerd wordt.
De feitelijke situatie definitief maken
Volgens Bennet moeten ongeveer 60 procent van de bezette Westelijke Jordaanoever definitief Israëlisch gebied worden en zouden ongeveer 50.000 Palestijnen (100.000 volgens Haaretz) Israëlisch staatsburgerschap krijgen. Er zou geen enkel recht op terugkeer meer zijn voor Palestijnen buiten Palestina. Het leger zou zich definitief vestigen als controlerend apparaat in de overblijvende rest van de bezette gebieden.
Gaza tenslotte zou volledig worden afgegrendeld. Geen enkele Palestijn zou nog mogen reizen tussen Gaza en de rest van de bezette gebieden. “Uiteindelijk zal de wereld zich aanpassen aan de de facto realiteit”, aldus nog Bennet. De peilingen geven hem zicht op 15 tot 19 zetels in de Knesset van 120 zetels.
Voorlopig zit een oplossing van het conflict er niet in. Alles zal uiteindelijk afhangen van de houding van de grote leenheer in Washington DC. Afgaande op de voorbije vier jaar van Obama zal dat meer van hetzelfde worden. De uitdagende retoriek van zionistische politici zoals Bennet zal het Obama echter niet makkelijk maken om de publieke opinie in de rest van de wereld te overtuigen van zijn goede intenties.