Hans Keilson schreef in 1947 dit kleine pareltje over een kinderloos echtpaar dat een onderduiker in huis krijgt tijdens de Tweede Wereldoorlog. De dagelijkse angst voor verklikking komt onverwacht ten einde als de jongeman plots overlijdt. Maar wat doe je met een dode die er officieel niet is? Keilson schreef er een prachtig verhaal over.
Wie Hans Keilson al kent van ‘Het leven gaat verder’ moet niet meer overtuigd worden. Deze schrijver was een veel te lang bewaard geheim. Wie hem nog niet kent, kan met dit boekje van 120 pagina’s kennis maken en zal zonder twijfel doorgaan met zijn ander werk. Voor meer informatie over de boeiende figuur Hans Keilson verwijs ik graag naar die vorige recensie.
Met de intro hierboven heb ik de verhaallijn van ‘Komedie in mineur’ in feite al weggegeven maar daar verliest de lezer niets aan. Daar gaat het immers niet om. De dagelijkse zorgen van Wim en Marie, een alledaags, eerder saai echtpaar, dat op een onbepaalde plaats ergens in een Nederlands provinciestadje woont, zijn met zoveel gevoel geschreven, dat je blijft lezen.
De dagelijkse routine van Wim, Marie en hun ‘gast’ Nico wordt slechts doorbroken door de vaste bezoeken van de buurvrouw en de dokter, die mee in het complot zit en Nico komt verzorgen. Van Nico weet je eigenlijk niets, hij heeft nauwelijks een voorgeschiedenis. Zelfs zijn echte naam kennen we niet. Je vermoedt dat hij een Jood is, maar is dat wel zo? Verbergt hij geen andere geheimen?
Marie mijmert over wat zij denkt dat Nico denkt, of liever dacht, want het grootste deel van het boek speelt zich in feite af na zijn overlijden. Nico komt in flashbacks in het verhaal voor.
Hij overlijdt en moet dus terug ‘verdwijnen’. Kort daarna doet Marie een akelige vaststelling. Wim en zij hebben iets over het hoofd gezien. Hoe Keilson dit ogenblik beschrijft is schitterend. Geen overbodige woorden, geen theatrale beschrijvingen. De lezer voelt er de paniek van Marie niet minder om. Voor ze het goed en wel beseffen, leven ze zelf ondergedoken … Hoe dat komt en of ze dit zelf overleven laat ik de lezer zelf ontdekken.
Keilson weet dodelijke spanning te verwerken in een rustige beschrijving van de omgeving van het huis waar het drama zich afspeelt. Marie en Wim zijn geen helden, maar gewone mensen. Zijn ze overtuigde verzetslui of deden ze dit omdat ze te schijnheilig waren om openlijk nee te zeggen. Willen ze Nico absoluut helpen overleven tot het einde van de oorlog of geraken ze hem liever zo snel mogelijk kwijt?
De nazivervolging en de bezetting zijn nauwelijks aanwezig in het verhaal. Er komt ook geen enkele Duitse soldaat of Gestapo in voor, slechts de buren en de familie. Toch laat Keilson je de dreiging en de verstikkende angst voor verklikking op elke bladzijde voelen. Wie een idee wil hebben hoe het voelde tijdens de oorlog te leven, krijgt met dit boekje al een goed idee.
Een fantastisch kleinood, ideaal voor een zondagnamiddag.