De spanningen blijven toenemen tussen China en Japan over een aantal eilanden in de zee. Zijn beide landen werkelijk bereid hun enorme wederzijdse handelsbelangen in gevaar te brengen voor een paar onbewoonde rotsen? Of is er meer aan de hand. Een overzicht.
Van alle tijden
Disputen over wie nu precies de baas is over onbewoonde eilanden zijn van alle tijden. Vroeger werd dat eenvoudig opgelost met de wet van de sterkste. Historische toevalligheden konden dan later soms voor bizarre situaties zorgen. Zo komt het ondermeer dat tientallen eilanden in het zicht van de Turkse kust toch deel zijn van Griekenland. Groot-Brittannië trok in 1982 nog ten oorlog aan de andere kant van de wereld om zijn Falklandeilanden te ‘bevrijden’ van de Argentijnse bezetters.
Zowat over heel de wereld zijn er dergelijke eilanden – soms niet meer dan een rots – die betwist worden tussen staten. Vroeger hadden die disputen vooral belang voor de scheepvaart en de visvangst maar er was toch ook een politiek-symbolische belang. Bovendien werd dit soort disputen heel dikwijls in gang gezet wanneer een regime interne problemen had en een bliksemafleider goed kon gebruiken.
In de Chinese zee was dat ook het geval. Na de Tweede Wereldoorlog werden daar heel wat van die eilanddisputen arbitrair beslist door de VS. In een aantal gevallen ging de VS effectief de betrokken zeegebieden zelf beheren, maar vanaf de jaren ’70 werden de meeste van die eilanden aan een of andere staat toegewezen, al dan niet met wederzijdse toestemming van de betrokkenen.
China werd na de Tweede Wereldoorlog geteisterd door een jarenlange burgeroorlog die leidde tot de afscheuring van het Chinese eiland Taiwan. Dat maakte ook dat het land toen geen partij was om zijn claims op een aantal van die eilanden hard te maken.
UNCLOS
Sinds 1982 is er het over de hele wereld geldend verdrag UNCLOS dat een wettelijk kader schept voor overheidsgezag op zee (United Nations Convention on the Law of the Sea). Voor een groot deel was dit verdrag een bevestiging van reeds bestaande praktijken, maar het verdrag heeft wel het recht van de sterkste ingeperkt.
Dit verdrag bepaalt een aantal maritieme zones rond het grondgebied van een staat. Eerst en vooral zijn er de territoriale wateren (tot 22 kilometer vanaf de kust). Dit gebied maakt deel uit van het territorium van een staat. In dit gebied moet de staat vrije passage toelaten aan alle verkeer, mits dit verkeer de door de staat opgelegde regels volgt (o.a het volgen van de door de kuststaat opgelegde zeelanen, meldingsplicht van gevaarlijke ladingen, van ongevallen …). Passerende schepen moeten ook alle controles door de overheid aan boord toelaten. Schepen met een lading die niet aan nationale veiligheidsregels beantwoorden kunnen gedwongen worden aan te meren. Gezochte misdadigers aan boord kunnen aangehouden worden.
Daarna volgt een aanbelendende zone (tot 44 kilometer) waar volledig vrij verkeer is maar waar de kuststaat wel een aantal exclusieve controlerechten heeft, zoals bijvoorbeeld visserijrechten, patrouilles.
Daarop volgt de exclusieve economische zone (EEZ, tot 370 kilometer) waar er volledig vrij verkeer is maar waar de uitbating van grondstoffen (mineralen, aardolie …) exclusief is voorbehouden aan de kuststaat.
Daarnaast bestaat er nog de zone die het continentaal plat wordt genoemd, maar daarover is de internationale jurisprudentie minder duidelijk. De VS gebruikt dat ondermeer om de economische alleenrechten op een groot deel van de Atlantische Oceaan op te eisen.
Het belang van de EEZ-rechten
Sinds de klassieke oliebronnen op het land schaarser geworden zijn, is winning van aardolie en aardgas op zee een lucratief alternatief geworden. Ondanks de regelmatig terugkerende bewering in de media over de ‘ontdekking van nieuwe voorraden’, gaat het daarbij over voorraden die al lang bekend zijn, maar nooit werden ontgonnen omdat ze niet winstgevend waren (o.a. door te hoge exploitatiekosten) en omdat de productie van aardolie op het land nog voldoende was.
Wat de aanhechting van eilanden dus interessant maakt, is precies het ontstaan van nieuwe EEZs errond. Het volstaat immers dat een rots bij je ‘land’ hoort en je krijgt er een cirkel van 370 kilometer bij waar je de exclusieve rechten hebt op alle grondstoffen op de zeebodem. Bovendien heb je dan een cirkel van 44 kilometer waar alleen de betrokken staat militair aanwezig mag zijn. Dat is ondermeer interessant voor je zeemacht en voor je duikboten.
Eilanden als politieke vluchtheuvel
Zoals hierboven al gezegd, werd een groot aantal van die eilanddisputen in de Stille Oceaan arbitrair door de VS vastgelegd na de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de Koude Oorlog werden die wederzijdse claims min of meer onder controle gehouden. Dat liep dat wel eens uit de hand. Soms werden er wel eens vissersboten beschoten, af en toe met dodelijke afloop.
Dat viel opvallend dikwijls samen met interne strubbelingen in één of beide betrokken landen, waarbij een nationalistische bliksemafleider voor afleiding kon zorgen. Toen de Argentijnse dictatuur zwaar in de problemen geraakte, dacht president Galtieri het regime te redden door de Malvinas-eilanden te bezetten – of terug te nemen -, dat was een foute gok. Ook de Britse eerste minister Margaret Thatcher zat na één jaar regeren in zwaar weer. Ze dreigde reeds tijdens haar eerste regeringsjaar vervangen te worden. Zij greep haar kans en ‘bevrijdde’ de Falkland-eilanden. Pas daarna kon zij met herwonnen populariteit haar neoliberale agenda doordrukken.
Ook zo in de Stille Zuidzee
Een onvolledig overzicht van de situatie in het Verre Oosten toont hoe ingewikkeld de situtaie er is. Viëtnam, Maleisië, Taiwan, China, de Filipijnen en Brunei betwisten elkaar de controle over de Spratly-eilandengroep. Indonesië en Maleisië betwisten de controle over het onbewoonde eiland Ambalat. Japan en Zuid-Korea ruzieën over de Dokdo-eilanden (Takeshima volgens Japan). Japan aanvaardt de controle van Rusland over de eilandenarchipel Koerillen niet …
China en Japan tenslotte betwisten de soevereiniteit over de Senkaku-eilanden (volgens Japan) of de Diaoyu-eilanden (volgens China). Dat laatste conflict krijgt recent veel aandacht in de media. Het gaat immers over een strijd tussen twee economische grootmachten, waarvan één een traditioneel Westers bondgenoot is. Incidenten tussen pakweg de Filipijnen en Indonesië krijgen daarentegen nauwelijks aandacht.
Die territoriale disputen zijn dus al minstens 57 jaar oud (en meestal al veel langer). Waarom dan die recente opflakkeringen van nationalistische koorts? Groeipool China wordt een belangrijke economische macht in de regio en drumt daarbij Japan, de VS en in mindere mate Australië weg. China is voor zijn expansie echter zeer afhankelijk van import van aardolie uit het Midden-Oosten via de zee.
Interne agenda’s
China mag dan al een economische grootmacht zijn en een enorm landleger hebben. Het land heeft echter nauwelijks een zeemacht. De VS is in de regio aanwezig met ongeveer zestig procent van zijn zeemacht, ongeveer 300.000 manschappen. De VS en zijn bondgenoten houden regelmatig militaire oefeningen met de zeemachten van hun partners in de regio, net buiten de 44-kilometerzone van China.
Naast de symbolische vernedering speelt dus vooral de economische agenda. De VS en zijn bondgenoten willen China er toe verplichten meer militaire investeringen te gaan doen ten koste van hun economische groei. Dat is niet nieuw. Het was de essentie van de Koude Oorlogsstrategie tegen de Sovjet-Unie na 1945.
China heeft ook historische bezwaren tegen de eisen van Japan. De betrokken eilanden waren Chinees grondgebied tot 1895, waarna Japan de eilanden en een groot deel van China koloniseerde. De communistische partij van China heeft zich altijd geprofileerd als de verdrijver van kolonisator Japan. Voor China geldt er dus ook een imagoprobleem.
(Over de periode van die gruwelijke Japanse kolonisatie schreef de Chinees Mo Yan het boek ‘Het Rode Korenveld’. Hij kreeg zopas de Nobelprijs 2012 voor Literatuur. Het boek werd prachtig verfilmd in 1987)
In Japan daarentegen is het anti-Koreaanse en anti-Chinese racisme nog steeds diepgeworteld. De discriminatie van etnische Koreanen in Japan is een weinig bekend aspect van de Japanse maatschappij. Dat blijkt ook uit de commentaren in de Japanse pers over het recente dispuut.
De betwiste eilandengroep ligt het dichtst bij Taiwan. Taiwan is een derde speler in het conflict, maar speelt in de praktijk geen rol in dit machtsspel. Dat is voor China trouwens nog een reden te meer om zijn historisch gelijk te argumenteren. Taiwan was tot 1949 immers een deel van China en China claimt nog altijd soevereiniteit over Taiwan.
En de VS dan?
Het is zeker niet zo dat achter dit conflict zomaar de regie van de VS moet worden gezien. Men kan echter niet ontkennen dat de VS mee oorzaak is van de huidige escalatie. Eerst en vooral was het de VS die de huidige arbitraire toewijzing van de eilanden beslist heeft na de Tweede Wereldoorlog.
President Obama heeft tijdens een bezoek aan de regio (zie vorig artikel hieronder) China nog zwaar aangevallen. Hij heeft die retoriek later wel wat afgezwakt, maar China klonk niet bepaald overtuigd in zijn reactie. Hillary Clinton, zijn minister van buitenlandse zaken, heeft in dezelfde periode ook meerdere landen in de regio bezocht, waarbij ze de bondgenoten van de VS openlijk stimuleerde ‘om op hun rechten te staan’ (meer hierover in ‘Lees Ook’ hieronder)
Gezond verstand ver weg
Bovendien, iets waar ieder persoon met een beetje gezond verstand – dus geen medewerker van grote massamedia – niet naast kan kijken. De VS vinden het niet meer dan normaal om grote zeemachtmanoevres te houden net buiten de territoriale wateren van China (en in de rest van de wereld zoals bijvoorbeeld in de Perzische Golf). Geen enkel commentator van de grote media die zich daar vragen bij stelt. ‘That goes without saying’ is de geijkte uitdrukking. Tenslotte zijn ze daar om de vrijheid van scheepvaart te garanderen? Toch?
Kan je je ook maar één ogenblik inbeelden dat de VS zou toelaten dat China, Rusland (of Iran) hetzelfde zouden gaan doen in de Golf van Mexico of 44 kilometer voor de kust van Washington, iets wat ze volgens het UNCLOS-verdrag nochtans perfect mogen?
Je kan er niet naast kijken: de VS is aan het stoken in het Verre Oosten. Moeilijk is dat niet, het volstaat de bestaande nationalistische ressentimenten in de regio wat op te stoken. De vraag is of de rest van de wereld zomaar passief moet toekijken terwijl de VS een nieuwe Koude Oorlog voorbereidt in Azië.